Onderwijs in relatie tot P2P/Samenwerkingsconsumptie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
DMaarten (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 11:
 
Bij de definiëring van deze term komen zowel materiële als immateriële producten in aanmerking. Bij de materiele productie van goederen is er kapitaal nodig (Bauwens, 2013, p.31). Aangezien we hierbij kunnen stellen dat kapitaal een terrein van schaarste is, is dit een argument voor het toepassen van samenwerkingsconsumptie. Door het delen van goederen moet niet iedereen over dat goed bezitten en moet er minder worden geproduceerd.
Een factor die de samenwerkingsconsumptie versterkt, is de sociabiliteit van mensen (Lievens, 2012). We zijn niet graag alleen en verkiezen om ons te vertoeven in groep. Hierdoor wordt er sneller beroep gedaan op de bezittingen van de ander.
 
 
== Samenwerkingsconsumptie en P2P==
 
Om een link te leggen met P2P kan er gebruik worden gemaakt worden van de tweedeling tussen materieel en immaterieel om het concept in deze context te illustreren.
 
Samenwerkingsconsumptie bij materiele goederen zien we dan terugkomen in de context van P2P als we denken aan carsharing/autodelen. Het principe van autodelen zorgt ervoor dat er huurwagens zijn die mensen kunnen gebruiken. Meerdere personen maken om de beurt gebruik van een of meerdere gezamenlijke wagens. Het gebruik wordt hier losgemaakt van bezit. Hierdoor moet niet iedereen nog een eigen auto bezitten. Zo werd vastgesteld dat er voor elke gehuurde auto, vijftien privéwagens minder op de weg rijden. Dit principe zorgt er ook voor dat gebruikers van carsharing nu minder de auto gebruiken dan toen ze zelf nog een wagen hadden. Een ander groot voordeel is dat er zo een daling is in de uitstoot van koolstofdioxide.
Regel 28:
==Voorbeeld==
 
Een voorbeeld van samenwerkingsconsumptie is het project Wikispeed (Bauwens, 2013, p.32). In gewone autofabrieken hebben de arbeiders hun eigen vaste taak die ze moeten uitvoeren. Doordat iedereen zijn eigen opdracht systematisch uitvoert, komt men tot de productie van een auto. Er wordt gestreefd naar massaconsumptie en schaalvergroting. Dit staat tegenover het peer-to-peer project Wikispeed.
Een groepje ingenieurs van verschillende landen heeft aangetoond dat men anders tewerk kan gaan dan de grote autofabrieken. Door gebruik te maken van opensourcesoftware heeft men onder leiding van Joe Justice, een softwareontwikkelaar uit Seattle, een auto kunnen maken die zuiniger rijdt, veilig is en kan worden gemaakt in microfabrieken. De auto bestaat uit verschillende vervangbare modules. Voor elke module werd er een ontwerp op het internet geplaatst zodat iedereen die dat wil een module kan aanpassen of zelf een kan ontwerpen. Dit is het openbronprincipe ( Lambrechts, 2012). Dat wil zeggen dat het ontwerp van Wikispeed niet gepatenteerd is, het is een open gegeven. Iedereen die wil, kan het ontwerp gebruiken om het aan te passen of er op verder te bouwen. Dit openbronprincipe kan worden gelinkt aan samenwerkingsconsumptie. Er is sprake van het delen van middelen, namelijk de ontwerpen. Niet iedereen moet voor zichzelf een ontwerp bezitten maar men kan gebruik maken van gedeelde ontwerpen.
 
We zien het delen en onderling aanpassen van ontwerpen ook terugkomen in Wikipedia. Hier kunnen mensen artikels maken en aanpassen over ontelbaar veel onderwerpen. Iedereen die gebruik maakt van het internet kan van deze dienst gebruik maken.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.