Leer jezelf ecologisch tuinieren/Grote engelwortel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
CommonsDelinker (overleg | bijdragen)
Vangelis (overleg | bijdragen)
aanpassing
Regel 5:
|plaatje2= AngelicaArchangelica1.jpg
|plaatje3= Angelica_archangelica_-_Iceland_-_20070708a.jpg
|plaatje4= Angelica-archangelica-flowers.JPG
|divers= In België en Nederland komen twee soorten in het wild voor:
*|plaatje5= Grote engelwortel (Angelica archangelica) ¹+³spring.jpg
|divers= In België en Nederland komen twee soorten in het wild voor. De Grote engelwortel ¹+³ en de [[../Gewone engelwortel|Gewone engelwortel]] ²+> De twee soorten zijn gemakkelijk te onderscheiden door de grote groengele schermen van de grote engelwortel en de sterke muskusachtige geur die de bladeren bij kneuzing afgeven. Engelwortel is heel geschikt voor de beplanting van een plaats in de tuin, die voortdurend in de schaduw ligt.
* Gewone engelwortel (Angelica sylvestris) ²+>
De twee soorten zijn gemakkelijk te onderscheiden door de grote groengele schermen van de grote engelwortel en de sterke muskusachtige geur die de bladeren bij kneuzing afgeven.<br/> Engelwortel is niet moeilijk te kweken. De sappigste bladstengels worden verkregen wanneer de plant in diepe aarde met veel humus gekweekt wordt. Het eerste jaar ontwikkelt engelwortel wel blad maar geen stengels en wordt hij zelden hoger dan ½ tot 1 m. Het tweede of soms pas het derde jaar groeit de bloemstengel uit tot zijn volle lengte. Om 100 planten te krijgen, is slechts 1 gram zaad nodig. Engelwortel is heel goed geschikt voor de beplanting van een plaats in de tuin, die voortdurend in de schaduw ligt.
|familie= Schermbloemen
|latijn= Apiaceae
Regel 54 ⟶ 53:
|oogstomschrijf= Gaat het bij de kweek om de wortels, dan moeten de bloeistengels tijdig worden weggesneden, opdat de voedingsstoffen niet voor stengels en zaadvorming worden verbruikt. Het best kan men dunne jonge scheuten plukken. Er mogen slechts zoveel jonge uitlopers en afzonderlijke blaadjes worden geoogst, dat de plant er geen last van krijgt Wanneer te grote hoeveelheden worden geplukt, remt dit de ontwikkeling van de wortel, die bij de engelwortel erg belangrijk is. Het zaad wordt opgevangen zodra het begint te rijpen, 's morgens als het nog vochtig is van de ochtenddauw.
|vermeermaand= 8-9
|vermeeromschrijf= De vermeerdering geschiedt doorgaans uit zaad. Soms is het mogelijk de uitlopers die zich wel eens rondom de basis van de stengel ontwikkelen, uit te zetten. Poot dergelijke plantjes minimaal 1 m van elkaar op een vochtige plek die gedeeltelijk beschaduwd is. Je kan engelwortel ook door scheuren vermeerderen; de op die manier verkregen planten worden reeds in de herfst op dezelfde onderlinge afstand als gezaaide uitgezet. Door de stengels in het najaar tot de grond toe af te snijden, gaan de planten misschien opzij uitlopen. Engelwortel is niet moeilijk te kweken. De sappigste bladstengels worden verkregen wanneer de plant in diepe aarde met veel humus gekweekt wordt. Het eerste jaar ontwikkelt engelwortel wel blad maar geen stengels en wordt hij zelden hoger dan ½ tot 1 m. Het tweede of soms pas het derde jaar groeit de bloemstengel uit tot zijn volle lengte. Om 100 planten te krijgen, is slechts 1 gram zaad nodig.
|vw= Z/S
}}
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.