Computersystemen/Computerbussen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Mattias.Campe (overleg | bijdragen)
Mattias.Campe (overleg | bijdragen)
Regel 96:
'''[[w:Parallel ATA|PATA]]''' (Parallel ATA, vroeger bekend als IDE), is een (oudere) standaardinterface die de communicatie tussen het moederbord van een computer en opslagmedia ([[w:harde schijf|harde schijven]], [[w:CD-ROM|CD-ROM]]-stations,...).
 
Vroeger hadden de meeste moederborden twee IDE-aansluitingen. Later kwamen moederborden met maar één IDE-aansluiting, omdat [[w:Serial ATA|Serial ATA]] de nieuwe norm iswerd. Nu hebben de meeste moederborden enkel nog SATA aan boord. Er is toch besloten om het op te nemen in dit overzicht, omdat je mogelijks nog een oudere pc hebt staan, waarvan je je afvraagt wat die IDE-connector doet.
 
Op één aansluiting op het moederbord is het mogelijk om twee schijfstations samen aan te sluiten met eenzelfde [[w:Flatcable|flatcable]]. Er is hier sprake van een gedeelde bus, waardoor er conflicten zouden ontstaan. Het ene station wordt dan met [[w:jumper (computer)|jumpers]] als ''master'' ingesteld en het andere als ''slave''. De controller van de slave is uitgeschakeld en de controller van de master bedient beide stations. Sluit men twee masters of twee slaves op dezelfde kabel aan, dan ontstaat er een conflict waardoor de stations niet kunnen werken. De jumperinstellingen zijn vaak:
 
De termen "master" en "slave" zijn gebruikelijk, maar de officiële standaard heeft het over “device 0” en “device 1”. Eigenlijk zijn dit betere termen, omdat de gebruikelijke termen lijken te suggereren dat de master een hogere prioriteit krijgt t.o.v. de slave. Dat is echter niet het geval.<ref>Bron: [https://en.wikipedia.org/wiki/Parallel_ata#Master_and_slave_clarification en.wikibooks.org > Parallel ATA > Master and slave clarification]. Het gevolg voor de snelheid, als twee apparaten eenzelfde kabel delen, wordt er ook besproken.</ref><ref>Vooral in de VS zijn de termen master en slave nogal controversieel. Er zijn Amerikaanse gerechtelijke uitspraken dat het, waar mogelijk, de voorkeur verdient de standaard benamingen device 0 en device 1 te gebruiken.</ref>
 
De jumperinstellingen zijn vaak:
* Master (MA)
* Slave (SL)
* Cable select (CS): de volgorde van aansluiting bepaalt of het gaat om master of slave. Normaal zit de master dan op het einde van de kabel (vaak een zwarte connector) en de slave in het midden van de kabel (vaak een grijze connector). De aansluiting op het moederbord heeft vaak een blauwe connector.
 
De termen "master" en "slave" zijn gebruikelijk, maar de officiële standaard heeft het over “device 0” en “device 1”. Eigenlijk zijn dit betere termen, omdat de gebruikelijkemaster/slave termen lijkenlijkt te suggereren dat de masterene een hogere prioriteit krijgt t.o.v. de slaveandere. Dat is echter niet het geval.<ref>Bron: [https://en.wikipedia.org/wiki/Parallel_ata#Master_and_slave_clarification en.wikibooks.org > Parallel ATA > Master and slave clarification]. Het gevolg voor de snelheid, als twee apparaten eenzelfde kabel delen, wordt er ook besproken.</ref><ref>Vooral in de VS zijn de termen master en slave nogal controversieel. Er zijn Amerikaanse gerechtelijke uitspraken dat het, waar mogelijk, de voorkeur verdient de standaard benamingen device 0 en device 1 te gebruiken.</ref>
 
Bij het aansluiten van een HDD of ODD is het belangrijk te letten op het soort flat cable. Er is nl. een 40-aderige flatcable en een 80-aderige. Sluit je een oude 40-aderige kabel aan op een recente PATA-HDD, dan zal de kabel een bottleneck vormen!
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.