Economie/Geschiedenis van het economisch denken: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Lintfouten: Verouderde HTML-elementen
Regel 1:
{| class="wikitable" style="width:18em;" border=1 align="right"
|-
| <span style="font-size: small;">'''Benodigde voorkennis:'''</smallspan>
* <span style="font-size: small;">Het hoofdstuk [[Economie/Economische_orde|Economische orde]]</smallspan>
* <span style="font-size: small;">Het hoofdstuk [[Economie/Micro-economie|Micro-economie]]</smallspan>
* <span style="font-size: small;">Het hoofdstuk [[Economie/Macro-economie|Macro-economie]]</smallspan>
* <span style="font-size: small;">Het hoofdstuk [[Economie/Monetaire_economie|Monetaire economie]]</smallspan>
* <span style="font-size: small;">Algemene geschiedenis - in grote lijnen.</smallspan>
|}
{{Economie}}
Regel 121:
[[Bestand:Quesnay_-_Tableau_économiques,_1759.djvu|alt=|miniatuur|275x275px|Quesnay - Tableau économiques (1759)]]
 
* Net als de Mercantilisten stond ook voor de Franse '''[[w:Fysiocratisme|Physiocraten]]''' (18e eeuw) nationale rijkdom voorop. Alleen waren hun inzichten tegengesteld aan die van de Mercantilisten. Hun slogan was: ''Laissez faire, laissez-passer''.<ref>De volledige uitdrukking luidt volgens [https://fr.wikipedia.org/wiki/Physiocratie#Laissez_faire_les_hommes,_laissez-passer_les_marchandises ''Physiocratie'']: ''Laissez faire les hommes, laissez-passer les marchandises'', oftewel: laat de mensen (het werk) doen, laat de handelsgoederen door (passeren)</ref>, ook wel: "''Laissez faire, laissez passer, le monde va de lui-même''"<ref>Van Vincent de Gournay (1712-1759). Laat begaan, laat doorgaan, de wereld gaat vanzelf; zie [[w:Vincent_de_Gournay|Vincent de Gournay]]</ref>. Oftewel: laat de overheid zo weinig mogelijk ingrijpen, laat de natuurlijke orde zijn gang gaan. De stelling van de Physiocraten was dat eigenbelang een belangrijke motiverende reden is om harder te werken en zo meer welvaart te verkrijgen. Elk individu is het meest geschikt om zelf te bepalen welke goederen hij wil en wat voor werk hij wil verrichten. Handelsbeperkingen vormen een onnatuurlijke barrière voor het bereiken van iemands doelen. Daarnaast ontwikkelden zij een economische theorie waarbij de beschikbare landbouwgronden en agrarische arbeid centraal stonden als bronnen van die rijkdom. Helaas ging het in de praktijk fout, toen koning Lodewijk XVI hun adviezen opvolgde en de graanprijzen losliet. Door speculatie bleef het graan in de opslagplaatsen, leed de bevolking honger en braken er opstanden uit. Belangrijke '''vertegenwoordigers''' van de Physiocraten:
**(Voorloper:) De Franse econoom <u> [[w:Fysiocratisme#Geschiedenis|Pierre Le Pesant de Boisguilbert]]</u> (1646-1714) bepleitte minder overheidsbemoeienis in de graanmarkt, aangezien elke activiteit van de overheid "verwachtingen" zou wekken die het beleid direct zouden verhinderen te werken.
**De Fransman <u>[[w:François_Quesnay|François Quesnay]]</u> (1694-1774) is bekend gebleven van zijn [[w:Tableau_Economique|Tableau économique]], de economische kringloop, die [[w:Richard_Cantillon|Richard Cantillon]] (1697-1734) eerder alleen had beschreven. Een vereenvoudigde versie daarvan is opgenomen in het hoofdstuk [[Economie/Macro-economie#Inleiding_en_economische_kringloop|Macro-economie]].
Regel 136:
[[File:Jean-Baptiste Say.jpg|thumb|Jean-Baptiste Say]]
 
* De Engelsman <u>[[w:Thomas_Malthus|Thomas Robert Malthus]]</u> (1766-1834) is bekend gebleven door zijn bevolkingstheorie uit 1798: "''Het vermogen van de mens tot bevolkingsgroei is onbegrensd veel groter dan het vermogen van de aarde om voor de mens een bestaan te produceren.''".<ref>''An essay on the principle of population, or, a view of its past and present effects on human happiness : with an inquiry into our prospects respecting the future removal or mitigation of the evils which it occasions'' / T.R. Malthus. - 1798. pag. 13 in de Oxford World's Classics herdruk</ref>. Dit zou leiden tot de rand van de afgrond. Hij pleitte ervoor net zoveel kinderen te krijgen als men kon voeden en onderhouden en de armen niet te ondersteunen want dat zou de bevolkingstoename alleen maar stimuleren. Malthus schreef zijn essay in een tijd dat er veel armoede, hoge werkloosheid en een hoog geboortecijfer was, terwijl er nauwelijks voorbehoedmiddelen waren. Het effect van zijn essay was groot: het optimistisch vooruitgangsdenken uit die tijd werd in één klap teniet gedaan.
* De Fransman <u>[[w:Jean-Baptiste_Say|Jean-Baptiste Say]]</u> (1767-1832) vond als enige klassieke econoom dat er ook op lange termijn een grote stijging in de productie mogelijk is. De andere klassieken dachten dat op den duur een stationaire toestand zou ontstaan. Volgens Say zou de vraag steeds worden gestimuleerd door een uitbreiding van de productie. Bij toeneming van de productie zou de vraag vanzelf volgen. Wie geld ontvangt, wil het weer uitgeven; de behoeften zijn immers onbegrensd. De productiefactoren zouden daarom de omvang van de productie bepalen, niet de consumptie. En zo kwam hij tot de '''Wet van Say''': "Elk aanbod schept zijn eigen vraag". Hij baseerde zijn wet op de economische kringloop: iedere verkoop van goederen (waardoor de verkoper geld in handen krijgt) leidt automatisch tot aankoop van (andere) goederen tot eenzelfde bedrag. Het gaat mis als het publiek teveel geld in kas wil houden, dan ontstaat overproductie, dalende prijzen en werkloosheid. Een goede overheid zal daarom de ''productie'' stimuleren, een slechte overheid zal de ''consumptie'' stimuleren.
* De Engelse economen <u>[[w:David_Ricardo|David Ricardo]]</u> (1772-1823) en <u>[[w:John_Stuart_Mill|John Stuart Mill]]</u> (1806-1873) analyseerden de manieren waarop grondbezitters, kapitalisten en de werkende klasse nationale rijkdom produceerden en verdeelden.
Regel 356:
 
{{Appendix}}
{{subSub}}
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.