Basiskennis chemie 4/Voorbeelden van een terugtitratie: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 17:
| KopLevel = 2
| Anker = Voorschrift calciumcarbonaat terugtitratie
| Kol1 = [[w:Kalk|Kalk]] is een bekende stof in de bouw. Kalk is voornamelijk [[w:Calciumcarbonaat|
: Weeg ongeveer
De actuele inweeg is {{nowrap|1=126,3 mg}} en de concentratie salpeterzuur is {{nowrap|1=0,1042 mol.L<sup>-1</sup>}}. De concentratie natronloog is {{nowrap|1=0,0972 mol.L<sup>-1</sup>}},van die oplossing is {{nowrap|1=28,27 mL}} nodig.
| Kol2 = <chem>CaCO3</chem>
| Typ2 = vet
Regel 32 ⟶ 33:
}}
{{Kolommen2 (variabel)
| Kol1 = De berekening die bij deze bepaling hoort
Het gehalte calciumcarbonaat is te berekenen via:
| Formule = <math>\mathrm{Gehalte_{CaCO_3} \ = \ 100 \ * \ \frac{massa_{CaCO_3}}{massa_{monster}} }</math>
| Nummer = verg. 1
| Kol2 = gehalte = massa%
| Typ2 = vet
}}
{{Kolommen2 (variabel)
Regel 48 ⟶ 50:
| Formule = <math>\mathrm{massa_{CaCO_3} \ = n_{CaCO_3} * M_{CaCO_3}}</math>
| Nummer = verg. 2
| Kol2 = massa CaCO<sub>3</sub>
| Typ2 = vet
}}
{{Kolommen2 (variabel)
Regel 54 ⟶ 57:
| Formule = <math>\mathrm{n_{CaCO_3} \ = \frac{n_{HNO_3 \ voor \ CaCO_3}}{2}}</math>
| Nummer = verg. 3
| Kol2 = aantal mol CaCO<sub>3</sub>
| Typ2 = vet
}}
{{Kolommen2 (variabel)
Regel 60 ⟶ 64:
| Formule = <math>\mathrm{n_{HNO_3 \ voor \ {CaCO_3}} \ = \ n_{HNO_3 \ totaal \ toegevoegd} \ - \ n_{HNO_3 \ voor \ NaoH}}</math>
| Nummer = verg. 4
| Kol2 = aantal mol HNO<sub>3</sub>
| Typ2 = vet
}}
{{Kolommen2 (variabel)
| Kol1 = Vergelijking 4 is een optelling, waarbij voor beide termen een oplossing gezocht moet worden. Er ontstaan nu twee takken in de SPA-uitwerking.<br />
Voor de eerste tak, of term in de optelling, het totale aantal mol salpeterzuur dat is toegevoegd geldt:
| Formule = <math>\mathrm{n_{HNO_3 \ totaal \ toegevoegd} \ = \ v_{HNO_3} * c_{HNO_3}}</math>
| Nummer = verg. 5
| Kol2 =
}}
{{Kolommen2 (variabel)
| Kol1 = De twee factoren die je nodig hebt om het aantal mol salpeterzuur uit te rekenen zijn beide bekend, dus kun je langs deze tak stoppen met SPA en verder gaan met de andere tak.<br />
De tweede term wordt bepaald via het aantal mol NaOH dat nodig is om het overschot salpeterzuur te neutraliseren. Hier stap je weer over naar een andere stof, dus heb je een reactievergelijking nodig. Je werkt al in mol, dus daar hoef je niets aan te doen. De reactievergelijking hier is:
| Formule = <chem>HNO3 \ + \ NaOH \ -> \ H2O \ + \ NaNO3</chem>
| Nummer = reactie 2
| Kol2 =
}}
{{Kolommen2 (variabel)
| Kol1 = Om dezelfde reden als bij reactie 1 staan de stoffen hier niet in ionen genoteerd. Duidelijk is wel dat het aantal mol NaOH en het aantal mol HNO<sub>3</sub> gelijk is:
| Formule = <math>\mathrm{n_{HNO_3 \ voor \ NaoH} \ = n_{NaOH}}</math>
| Nummer = verg. 6
| Kol2 =
}}
{{Kolommen2 (variabel)
| Kol1 = Voor het aantal mol natriumhydroxide geldt dezelfde kernbetrekking als voor het totaal aantal mol toegevoegd salpeterzuur:
| Formule = <math>\mathrm{n_{NaOH} \ = \ v_{NaOH} \ * \ c_{NaOH}}</math>
| Nummer = verg. 7
| Kol2 =
}}
{{Kolommen2 (variabel)
| Kol1 = Van vergelijking 7 zijn beide factoren bekend, dus nu kun je terug gaan invullen. Realiseer je dat de rekeneenheid voor volumes de Liter is, massa's worden in gram gebruikt:
| Formule = <math>\mathrm{n_{NaOH} \ = \ v_{NaOH} \ * \ c_{NaOH} \ = \ 0,02807 \ * \ 0,0972 \ = \ 0,02807 \ mol}</math>
| Nummer = verg. 7
| Kol2 = Invullen van de<br /> vergelijkingen
| Typ2 = vet
}}
{{Kolommen2 (variabel)
| Kol1 =
| Formule = <math>\mathrm{n_{HNO_3 \ voor \ NaoH} \ = n_{NaOH} \ = \ 0,02807 \ mol}</math>
| Nummer = verg. 6
| Kol2 = aantal mol HNO<sub>3</sub> over
| Typ2 = vet
}}
{{Kolommen2 (variabel)
| Kol1 =
| Formule = <math>\mathrm{n_{HNO_3 \ totaal \ toegevoegd} \ = \ v_{HNO_3} * c_{HNO_3} \ = \ 0,050 \ * \ 0,1042 \ = \ 0,00521 \ mol}</math>
| Nummer = verg. 5
| Kol2 =
}}
{{Kolommen2 (variabel)
| Kol1 =
| Formule = <math>\mathrm{n_{HNO_3 \ voor \ {CaCO_3}} \ = \ n_{HNO_3 \ totaal \ toegevoegd} \ - \ n_{HNO_3 \ voor \ NaoH} \ = \ 0,00521 \ - \ 0,00273 \ = \ 0,00248 \ mol}</math>
| Nummer = verg. 4
| Kol2 = aantal mol HNO<sub>3</sub>
| Typ2 = vet
}}
{{Kolommen2 (variabel)
| Kol1 =
| Formule = <math>\mathrm{n_{CaCO_3} \ = \frac{n_{HNO_3 \ voor \ CaCO_3}}{2} \ = \ \frac{0,00248}{2} \ = \ 0,00124 \ mol}</math>
| Nummer = verg. 3
| Kol2 = aantal mol CaCO<sub>3</sub>
| Typ2 = vet
}}
{{Kolommen2 (variabel)
| Kol1 =
| Formule = <math>\mathrm{massa_{CaCO_3} \ = n_{CaCO_3} * M_{CaCO_3} \ = \ 0,00124 \ * \ 100,1 \ = \ 0,1242 \ g}</math>
| Nummer = verg. 2
| Kol2 = massa CaCO<sub>3</sub>
| Typ2 = vet
}}
{{Kolommen2 (variabel)
| Kol1 =
| Formule = <math>\mathrm{Gehalte_{CaCO_3} \ = \ 100 \ * \ \frac{massa_{CaCO_3}}{massa_{monster}} \ = \ 100 \ * \ \frac{0,1242}{0,1263} \ = \ 98,34 \ % }</math>
| Nummer = verg. 1
| Kol2 = gehalte = massa%
| Typ2 = vet
}}
|