Gebruiker:Jcwf/Zandbak/Scheikundeboek: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Jcwf (overleg | bijdragen)
Jcwf (overleg | bijdragen)
Regel 45:
==Staande golven==
 
Iedereen die muziek maakt weet wel iets van staande golven. Als je een golfverschijnsel 'opsluit', bijvoorbeeld door een snaar te spannen tussen twee vaste punten (denk aan een gitaar) zijnkrijg bepaaldeje trillingenslechts enéén toonhoogtes welbepaalde mogelijktoon, andere worden niet geproduceerd (tenzij je de lengte van de snaar verandert door hem op een fret af te knijpen). Hetzelfde principe geldt voor de luchtkolom in een blaasinstrument, zoals een fluit of een trompet. Bij een bepaalde lengte hoort een bepaalde toon, de grondtoon genaamd.
 
Toch kun je ''zonder'' de lengte van de kolom of snaar te veranderen meer dan één toon produceren. Op een blaasinstrument gebeurt dat door overblazen. Bij eenEen snaar kun je de snaar precies in het midden tegenhouden. Je krijgt dan een flageolettoon die precies een oktaaf hoger is dan de grondtoon. Men spreekt van harmonischen: de eerste of grondtoon, de tweede (oktaaf), derde (oktaaf + kwint), vierde (twee oktaven) enzovoorts. De frequenties van deze harmonischen verhouden zich als 1:2:3:4:5:6 enz. Vooral op hoorns kun je heel hoog komen met overblazen.
 
Deze harmonische staande golven zijn een typisch golfverschijnsel dat veroorzaakt wordt doordat op het punt waar de snaar vastgehouden wordt geen beweging mogelijk is. Daar wordt de golf gedempt en moet dus een ''knoop'' zitten. Tussen beide aangrijpingspunten zit altijd een '''''geheel''''' aantal knopen en buiken. Buiken zijn plekken waar de trilling zijn grootste amplitude bereikt.
 
==Staande golfdeeltjes in een doos==
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.