Gemaakte gerechten
|
Vaardigheden
|
- groentesoep
- tomatensoep
- kerriesoep
- salade
- Griekse salade
- tuinbonensalade
- gevulde champignons
- gevulde appel
- gevuld ei
|
- water afmeten en laten koken
- peterselie fijnsnijden
- soep laten doorkoken
- gehaktballetjes rollen
- met bouillonblokjes werken
- lepels afstrijken
- margarine smelten
- ui fruiten
- bloem wegroeren
- een deksel schuin op een pan leggen
- zelf eieren koken
- appels schillen
- een salade maken
- met een eierprikker werken
- zelf krieltjes koken
- tomaten wassen
- komkommer schillen
- tuinbonen bereiden
- vliesjes van bonen halen
- tuinbonen door boter roeren
- hoedjes van champignons schoonmaken
- de oven bedienen
- rozijnen welken
- met een appelboor werken
- eierdooiers prakken
- garneren
|
|
Verder moet je ook weten:
- dat je je handen moet wassen voor je gaat koken en als je rauw vlees aanraakt.
- hoeveel ml er in eetlepels en theelepels past.
Leer ook de recepten zo goed mogelijk, dan kun je deze recepten later misschien uit je hoofd maken. Ook moet je weten hoe het keukengerei heet waar je mee gewerkt hebt. In de toets zijn hier ook vragen over opgenomen.