Wikijunior:Bus en trein/Afronding beide gedeelten NL/Alleen theorie
Multiple choice vragen
bewerken1. Kies het beste antwoord. Op de gele borden van het station vind je informatie over...
- A. Vertrektijd, perron, dagen en wanneer de trein rijdt
- B. Vertrektijd, perron, stations waar de trein stopt
- C. Vertrektijd, perron, dagen dat de trein rijdt, bijzonderheden
- D. Vertrektijden, perron, dagen dat de trein rijdt, stations waar de trein stopt (juist, 1 punt toekennen indien goed beantwoord)
2. Wanneer gebruik je de noodrem?
- A. Als je vergeet een kaartje te kopen
- B. Als er een ruzie gaande is in de trein
- C. Als iemand bij het uitzwaaien van de trein tussen trein en rails valt (juist, 1 punt toekennen indien goed beantwoord)
- D. Als je in de verkeerde trein bent gestapt
3. Wat kun je het beste doen als je twijfelt over een aansluiting met de bus?
- A. Een nieuwe reis plannen
- B. De volgende bus nemen
- C. De chauffeur vragen te informeren (juist, 1 punt toekennen indien goed beantwoord)
- D. Bekijken of er een andere buslijn rijdt
4. Hoeveel verschillende strippenkaarten bestaan er?
- A. Zeven
- B. Zes (juist, 1 punt toekennen indien goed beantwoord)
- C. Vijf
- D. Vier
5. Welk treinkaartje is het duurst?
- A. Een enkele reis met korting bij het loket
- B. Een enkele reis uit de automaat
- C. Een retour met korting uit de automaat
- D. een retour met korting bij het loket (juist, 1 punt toekennen indien goed beantwoord)
6. Hoe hoog is de boete als je geen geldig vervoersbewijs kunt laten zien?
- A. 15 euro
- B. 20 euro
- C. 35 euro (juist, 1 punt toekennen indien goed beantwoord)
- D. 60 euro
7. Op welke website kun je een reis plannen voor trein en bus?
- A. www.openbaarvervoer.nl
- B. www.ns.nl
- C. www.busentrein.nl
- D. www.9292ov.nl (juist, 1 punt toekennen indien goed beantwoord)
8. Hoeveel opstaptijd krijg je wanneer je negen strippen krijgt afgestempeld?
- A. 1,5 uur
- B. 1 uur
- C. 0,5 uur
- D. 2 uur (juist, 1 punt toekennen indien goed beantwoord)
9. Kies het beste antwoord. Op de vertrekborden bij de bushalte vind je informatie over...
- A. Werkzaamheden aan de weg
- B. Vertrektijden van bussen
- C. Haltes en bijzonderheden
- D. Vertrektijden, haltes en bijzonderheden (juist, 1 punt toekennen indien goed beantwoord)
10. Wat doe je als je een bus mist?
- A. Kijken op de vertrekborden (juist, 1 punt toekennen indien goed beantwoord)
- B. Bellen
- C. Wachten
- D. Iets doen in de omgeving
11. Wanneer koop je een treinkaartje met korting?
- A. Als je voor negen uur 's ochtends reist
- B. Als je een kortingskaart hebt (juist, 1 punt toekennen indien goed beantwoord)
- C. Als je in het halletje blijft staan
- D. Als je in de tweede klas reist
12. Is onderweg gebruik van mp3-speler of iPod toegestaan?
- A. Ja, maar alleen als het rustig is
- B. Nee, dit is sinds 2008 verboden
- C. Ja, mits het volume niet storend is (juist, 1 punt toekennen indien goed beantwoord)
- D. Nee, dit voorkomt diefstal
13. Wat doe je wanneer een conducteur de coupé binnenkomt?
- A. Je zegt hem vriendelijk gedag
- B. Je pakt alvast je kaartje (juist, 1 punt toekennen indien goed beantwoord)
- C. Je stopt waar je mee bezig bent
- D. Je zet je telefoon uit
14. Wanneer mag je níet met een roze strippenkaart reizen?
- A. Als je een hond bij je hebt
- B. Als je ouder bent dan 65 jaar
- C. Als je jonger bent dan 12 jaar
- D. Als je schone schoenen hebt (juist, 1 punt toekennen indien goed beantwoord)
15. Wat betekent het als een vertrekbord leeg is?
- A. Er is een stroomstoring
- B. Het eerste uur rijden er geen treinen
- C. Er komt voorlopig geen trein (juist, 1 punt toekennen indien goed beantwoord)
- D. Bekijk in dit geval de gele borden
Max: 15 pt
Open vragen
bewerken16. Beschrijf vijf pictogrammen die je tegen kunt komen op het station. - Mogelijk antwoord: wc: een poppetje, roken: een sigaret, niet roken: sigaret met een streep erdoor, videobewaking: videocamera, spoor: een getal. 3 punten toekennen - 1 voor iedere fout.
17. Stel je voor: je wil naar Schiedam Centraal en later weer terug. Wat zeg je wanneer je hiervoor een kaartje koopt bij het loket? - Hallo, mag ik een retourtje naar Schiedam Centraal? 1 punt toekennen indien goed antwoord.
18. Beschrijf drie huisregels van de NS. - Mogelijk antwoord: het hebben van een geldig kaartje, mensen laten uitstappen voor je instapt, niet roken. 2 punten toekennen - 1 voor iedere fout.
19. Hoe check je in met je ov-chipkaart in de trein? - Door de kaart voor de scanner te houden voordat je instapt. 1 punt toekennen indien goed antwoord.
20. Beschrijf drie stappen die je doorloopt wanneer je bus eraan komt. - Mogelijk antwoord: kaart pakken, bedenken of je de halte kent of dat je het moet vragen, wachten tot je kunt instappen. 2 punten toekennen - 1 voor iedere fout.
21. Noem drie dingen die je kunt doen om een lange of moeilijke reis gemakkelijker te maken. - Mogelijk antwoord: een planning maken, een reserveplaning meenemen, goed op de vertrekborden kijken. 2 punten toekennen - 1 voor iedere fout.
22. Beschrijf hoe je een strippenkaart zou kopen in een winkel. - Mogelijk antwoord: vragen: Hallo, mag ik een strippenkaart van (...)? Vervolgens afrekenen, groten en vertrekken. Maximaal 2 punten goed kennen indien goed antwoord.
23. Beschrijf drie gedragsregels voor in de bus én in de trein. Mogelijk antwoord: mensen niet hinderen, rustig zijn, pas praten wanneer je wat wordt gevraagd. 2 punten toekennen - 1 voor iedere fout.
24. Noem een manier waarop je erachter kunt komen of een toilet bezet is. - Mogelijke antwoorden: de deur staat op rood, rode lampje in treincoupé brandt (niet in alle treinen) 1 punt toekennen indien goed antwoord.
25. Wat zou je doen als een wc bezet is, wat doe je? - Mogelijke antwoorden: wachten of naar een volgend toilet gaan. 1 punt toekennen indien goed antwoord.
26. Noem een goede oplossing bij het voorbij komen van een trein. - Mogelijke antwoorden: een hokje in of achter een muurtje gaan staan. 1 punt toekennen indien goed antwoord.
27. Wanneer je een vraag hebt over je reis in de trein, aan wie moet je die dan stellen? - Aan de conducteur. 1 punt toekennen indien goed antwoord.
28. De noodrem mag alleen worden gebruikt bij levensgevaar. Wat is levensgevaar? - Dat er iemand om het leven zou kunnen komen. 1 punt toekennen indien goed antwoord.
29. Beargumenteer welke strippenkaart je het beste voor jezelf zou kunnen kopen. Leg uit waarom! - Mogelijk antwoord: een blauwe 45-strippenkaart, ik ben ouder dan 12 en reis veel. maximaal 2 punten toekennen, 1 voor het kiezen van de kaart en 1 voor de reden.
30. Welke kleur heeft de knop waarmee je aan de binnenkant de trein kunt openen? - Geel. 1 punt toekennen indien goed antwoord.
31. Wat betekent het als je een strippenkaart in de voorverkoop koopt? - Dat je hem in een winkel koopt. 1 punt toekennen indien goed antwoord.
32. Noem een plaats op het station waar je strippenkaarten kunt kopen. - Mogelijk antwoord: kiosk. 1 punt toekennen indien goed antwoord.
33. Wanneer is het handig om een tweede planning te maken? - Mogelijk antwoord: als je een lange of ingewikkelde reis moet maken. 1 punt toekennen indien goed antwoord.
34. Noem zes activiteiten die je kunt doen als je moet wachten of je reist. - Mogelijk antwoord: lezen, puzzelboekje, zachtjes bellen, spelletje op de telefoon, rondkijken, iets doen in de omgeving. 4 punten toekennen - 1 voor iedere fout.
35. Waar moet je op letten als je moet overstappen? - Is de trein of bus waar ik wil overstappen wel de juiste en heb ik nog wel tijd om over te stappen? Maximaal 2 punten goed kennen indien goed antwoord.
36. Noem een goede oplossing bij het voorbij komen van een trein. - Mogelijke antwoorden: een hokje in of achter een muurtje gaan staan. 1 punt toekennen indien goed antwoord.
37. Wanneer mag je geen gebruik maken van het toilet in de trein? - Als de trein op een station staat. 1 punt toekennen indien goed antwoord.
38. Bedenk twee redenen waardoor een bus vertraging zou kunnen hebben. - Mogelijk antwoord: file, pech. 1 punt toekennen indien goed antwoord.
39. Waar let je naast wat je moet zeggen in de bus nog meer op? - Dat ik niet te hard en op een goede toon praat. 1 punt toekennen indien goed antwoord.
40. Hoe check je uit met je ov-chipkaart in de bus? - Door de kaart voor de scanner te houden als je gaat uitstappen. 1 punt toekennen indien goed antwoord.
Max: 37 pt
Cijfernormering
bewerkenVrij strenge normering omdat deze toets relatief vrij eenvoudig is.
Score | Cijfer |
---|---|
0 | 1,0 |
1 | 1,1 |
2 | 1,2 |
3 | 1,3 |
4 | 1,3 |
5 | 1,4 |
6 | 1,5 |
7 | 1,7 |
8 | 1,9 |
9 | 2,1 |
10 | 2,2 |
11 | 2,4 |
12 | 2,6 |
13 | 2,8 |
Score | Cijfer |
---|---|
14 | 2,9 |
15 | 3,1 |
16 | 3,3 |
17 | 3,5 |
18 | 3,7 |
19 | 3,8 |
20 | 4,0 |
21 | 4,2 |
22 | 4,3 |
23 | 4,5 |
24 | 4,7 |
25 | 4,9 |
26 | 5,0 |
Score | Cijfer |
---|---|
27 | 5,2 |
28 | 5,3 |
29 | 5,5 |
30 | 5,7 |
31 | 5,9 |
32 | 6,0 |
33 | 6,2 |
34 | 6,4 |
35 | 6,6 |
36 | 6,7 |
37 | 6,9 |
38 | 7,1 |
39 | 7,3 |
Score | Cijfer |
---|---|
40 | 7,4 |
41 | 7,6 |
42 | 7,8 |
43 | 7,9 |
44 | 8,1 |
45 | 8,3 |
46 | 8,5 |
47 | 8,6 |
48 | 8,8 |
49 | 9,0 |
50 | 9,3 |
51 | 9,7 |
52 | 10,0 |