Wikijunior:De elementen/Eerste kennismaking

Wikijunior: De elementen

  1. Inleiding
  2. Inhoudstafel
  3. Eerste kennismaking

Het periodiek systeem bewerken

Het periodiek systeem (die tabel daar), is de basis vanwaar veel chemische dingen kunnen worden bereikt. We gaan deze tabel eens even van dichterbij bekijken.

 

In deze tabel zie je allemaal letters en cijfers. Elke letter staat voor 1 chemisch element, oftewel een atoom. Het woord atoom komt van het Griekse "α" wat "niet" betekent en "τομος" (tomos) wat "snijden" betekent. Men zegt dus dat een atoom niet meer kan gesneden worden: het is het kleinst mogelijke deeltje op aarde. (Tegenwoordig klopt dit niet meer, maar over deze onderverdelingen spreken we hier niet.)


Bekijk bijvoorbeeld eens het atoom dat het nummer 1 draagt. Het symbool van dit atoom is "H". Dit staat voor het Latijnse "Hydrogenium". In het Nederlands heet dit atoom "Waterstof". Waterstof is het kleinste atoom dat we kennen; daarom staat het helemaal links vanboven. Hoe zwaarder het atoom, hoe verder naar rechts en naar onder het staat; daar later meer over.

Er zijn in totaal, zoals je kan zien, 118 atomen bekend, maar sommige atomen komen niet zomaar voor op de wereld. Dit zijn kunstmatige elementen, die gemaakt zijn in een laboratorium. In de natuur komen de eerste 92 elementen van de tabel voor, de rest is kunstmatig.


Moleculen bewerken

Met deze atomen alleen kunnen we niet zo veel doen. Daarom kunnen verschillende atomen samenkomen om een geheel te vormen. Dit geheel noemt men een molecule.


Een voorbeeld van zo'n geheel is bijvoorbeeld water. Water word in de scheikunde geschreven als "H2O". Het bestaat dus blijkbaar uit 2 deeltjes "H" en 1 deeltje "O".

Een molecule water bestaat dus uit drie atomen, namelijk twee H-atomen en een O-atoom.


Een molecule bestaat dus uit verschillende zeer kleine atomen. En zelfs als er 100 atomen aan elkaar gaan vasthangen, kunnen we ze nog niet zien: atomen en moleculen zijn ENORM, ONTZETTEND, VERSCHRIKKELIJK klein. In bijvoorbeeld een druppel water zitten miljoenen water-moleculen. Zo zie je de schaal waarover we praten.

Toepassingen van atomen bewerken

Waarschijnlijk zal je van sommige elementen al wel ooit eens gehoord hebben. Hieronder een schemaatje met de meest bekende elementen.

Nummer Element Toepassing
1 H (waterstof) Werd vroeger gebruikt als gas in een ballon of zeppelin omdat het veel lichter was dan lucht.
2 He (helium) Wordt nu gebruikt voor kleine ballonnetjes die, als je ze loslaat, tegen het plafond vliegen. Dit komt ook omdat helium lichter is dan lucht. Als je helium inademt (niet proberen) krijg je een hele rare piepstem.
6 C (koolstof) Koolstof vinden we in potloden (het zwarte gedeelte waarmee we schrijven), een diamant wordt gevormd uit koolstof én het zit in heel veel dingen die we eten, zoals in suiker.
7 N (stikstof) Stikstof zit in de lucht en wordt in bepaalde verbindingen gebruikt voor de bemesting van velden. Als stikstof heel erg wordt samengeperst en afgekoeld, wordt het vloeibaar en dient het als koeling.
8 O (zuurstof) Zuurstof zit in de lucht: hierdoor kunnen we ademhalen (oef, gelukkig!).
17 Cl (chloor) Chloor wordt onder andere gebruikt om het zwembad proper te houden. Als je het in je ogen krijgt, prikt het.
47 Ag (zilver) Van zilver worden juwelen, maar ook sommige soorten bestek gemaakt
79 Au (goud) Goud ken je natuurlijk ook wel. Net zoals zilver wordt goud gebruikt voor juwelen. Ook werd goud vroeger gebruikt als betaalmiddel.


Zo, na deze eerste kennismaking ken je al:

  1. dat we in de chemie werken met "de tabel" (van Mendelejev)
  2. dat elk element of atoom een bepaald nummer draagt
  3. dat moleculen groepen van verschillende atomen zijn
  4. een heel klein beetje de toepassingen van sommige elementen (niet zo belangrijk)

Op naar de volgende les! (in opbouw)

Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.