Wikijunior:Engels/Feest/Antwoorden
Zinnen
bewerkenEngels | Nederlands |
---|---|
|
|
Opdracht 1
bewerkenOpdracht 1,1
bewerkenVraag/zeg/vertel het in het Engels!
- Zeg dat je zo terug bent.
I'll be back in a little while.
- Vertel dat je veel hulp nodig hebt en Britt je hielp.
I needed a lot of help and Britt helped me.
- Vraag of Pete alsjeblieft zijn kleren kan oprapen.
Pete, please pick up your clothes from the floor.
- Zeg tegen je moeder dat Tom een hele leuke mop vertelde.
Tom told a very funny joke.
- Vertel dat veel keukens een ijskast en een oven hebben.
Lots of kitchens have a refrigerator and an oven.
Opdracht 1,2
bewerkenVertaal deze uitspraken naar het Nederlands!
- We want to do our homework together.
We willen ons huiswerk samen maken.
- Are there any cookies? We only have one.
Zijn er nog koekjes? We hebben er maar één.
- Do they expect sun tomorrow?
Verwachten ze morgen zon?
- He hears with his ears and sees with his eyes.
Hij hoort met zijn oren en ziet met zijn ogen.
- It's not safe to walk in the street at night.
Het is niet veilig om 's nachts op straat te lopen.
Opdracht 2
bewerkenJe bouwt een hut op het schoolplein. Vul de ontbrekende woorden in!
- Jij: Hi, dad!
- Vader: Hi! How is it with your hut?
- Jij: (ik had veel hulp nodig en de meester hielp me)
''I needed a lot of help and the teacher helped me.
- Vader: Will he always help when you need him?
- Jij: Yes. He said (bel me als je iets nodig hebt)
Call me if you need anything.
- Vader: Do you want a cookie?
- Jij: (zijn er nog koekjes?)
Are there any cookies?
- Vader: Yes, we have two. One for each. Do you have lots of homework?
- Jij: Yes, but I like to go to my friend.
- Vader: And your homework?
- Jij: (we willen ons huiswerk samen doen)
We want to do our homework together.
- Vader: Okay.
- Jij: Ik ben zo terug!
I'll be back in a little while.
Woordjes
bewerkenEngels | Nederlands |
---|---|
|
|
Opdracht 3
bewerkenMaak het bovenstaande schema compleet! Je mag een woordenboek gebruiken.
Opdracht 4
bewerkenVul de ontbrekende woorden in! Kies uit: balloons, decorate, nuts, onto, remind, paint, drop off, into, sell en choose.
- Are you going to decorate Tim's office for his birthday?
- Yes, I am. I have a lot of balloons to hang on the wall.
- How are you going to decorate the room for the party?
- With a lot of balloons.
- I'm going to the post office.
- Drop off this letter for me, please.
- Where's Mr. Haynes?
- He went into his office fifteen minutes ago.
- I forgot we had a test today! Why didn't you remind me?
Grammatica
bewerkenWe gaan nu kijken hoe je een zin ontkennend kan maken. We gebruiken het zinnetje 'She can swim'. (ze kan zwemmen) De ontkenning wordt in het Engels gevormd door het woordje 'not'. Het komt in een zin direct achter het hulpwerkwoord. In dit geval is het hulpwerkwoord 'can', dus de ontkenning wordt 'She can not swim'. (ze kan niet zwemmen)
In het gesproken taalgebruik worden het hulpwerkwoord en 'not' met elkaar samengetrokken. 'Can+not' wordt 'can't', has+not wordt hasn't en 'could+not' wordt 'couldn't'.
In een ontkennende zin kan het hoofdwerkwoord niet alleen staan. We gebruiken het werkwoord 'do' daarvoor. In het Nederlands zeggen we 'hij drinkt' of 'hij drinkt niet'. Maar bij de Engelsen betekent het eerste zinnetje 'Eric drinks' en de ontkenning is 'Eric doesn't drink'.
De uitzondering is 'be'. 'The room is clean' kunnen wij net als in het Nederlands ontkennen met 'The room is not clean', oftewijl 'The room isn't clean'.
Opdracht 5
bewerkenMaak de volgende zinnen ontkennend.
- Eric walks.
Eric doesn't walk.
- Daniel can eat.
Daniel can't eat.
- The cake is ready.
The cake isn't ready.
- Jill does live in the jungle.
Jill doesn't live in the jungle.
- Eve leaps.
Eve doesn't leap.
Opdracht 6
bewerkenTrek de volgende dingen samen!
- does+not
doesn't
- have+not
haven't
- did+not
didn't
- was+not
wasn't
- could+not
couldn't