Wikijunior:Frans/Thema 1/Les 3
Kid gaat voor het eerst op familiebezoek en zijn Franse familie kan zich alleen in het Frans voorstellen. Hopelijk verstaat hij ze allemaal na deze les. Tekst bewerkenWoordenschat bewerkenWoordenlijst Les 3
U kent nu {{{1}}} woorden, waarvan {{{2}}} nieuwe.
Grammatica bewerkenêtre Beluister bewerkenIn de vorige lessen heb je al enkele werkwoordsvormen van être geleerd:
Natuurlijk is dat niet alles. Net zoals in het Nederlands bestaat er ook in het Frans een jij, wij, jullie, zij (meervoud) vorm.
Enkel jij, wij en jullie zijn wat moeilijker te onthouden, maar ils en elles is gewoon hetzelfde als het enkelvoud: il en elle met een s erachteraan.
Oefeningen bewerken1. Maak een stamboom van je eigen famillie en beschrijf in 10 zinnen welke familiebanden er zijn (broer, zus, tante, oom, opa, ouders...) Doe dit in het Frans. 2. (tekening stamboom nodig) wie is wat van wie? Doe dit in het Frans. 3. Vul het juiste persoonlijke voornaamwoord in:
4. Zelfde opdracht, enkel moet je nu op de uitgang van het adjectief letten.
5. Vul aan met de juiste vorm van être.
Het is heel belangrijk dat je dit werkwoord goed kent, voordat je begint aan de volgende les! 6. Een boggle is een puzzel. In elke boggle zit een woord verstopt. De eerste letter staat aan het begin (linksboven). De volgende letter staat steeds in een van de aangrenzende vakjes.
Je bent nu klaar om naar de volgende les te gaan. Ga naar les 4. |