Wikijunior:Het lichaam/Spijsvertering
Reis mee met het eten door het lichaam De spijsvertering gaat over wat ons lichaam doet met het eten dat we opeten. Letterlijk betekent spijs eten, en vertering zoveel als het in kleine stukjes kappen van het eten (kauwen) en het vervolgens verder verwerken in de maag om het in het lichaam te kunnen opnemen. Bij de spijsvertering zullen we de weg volgen die het voedsel aflegt in het lichaam. Dit begint bij de mond en eindigt bij het achterwerk wanneer we naar de wc gaan. Het spijsverteringsstelsel bevat verschillende organen die allemaal met elkaar verbonden zijn. ██ mondholte ██ keelholte ██ slokdarm ██ maag ██ 12-vingerige darm ██ dunne darm ██ blinde darm ██ opstijgend deel van de dikke darm ██ horizontaal deel van de dikke darm ██ dalend deel van de dikke darm ██ S-vormig deel van de dikke darm ██ endeldarm De mondholtebewerkenVoedsel stoppen we in onze mond en daar begint de "vertering" al. We knabbelen het eten in kleine stukken, maar er komt ook speeksel bij. Speeksel bestaat uit stofjes die eten ook in kleinere stukken kunnen knippen. We noemen dit soort knippende stofjes enzymen (lees: enziemen). Je kan zelf testen dat er enzymen in je speeksel zitten. Neem daarvoor een stukje koek of boterham in je mond zonder te kauwen. Hou het stuk een kwartier in je mond terwijl je het speeksel zijn werk laat doen in je mond. Je merkt dat het stuk koek vanzelf in stukjes uiteen valt, het wordt een brij. Maar ook verandert de smaak ervan omdat de suikers en de koolhydraten al in kleinere delen worden geknipt en kleinere delen hebben een andere smaak. Zometeen gaan we een test doen, daarvoor heb je zetmeeloplossing nodig. Dat maak je van één gram oplosbare zetmeel en 100 ml kokend water. Maak daar een papje van en laat het één minuut koken en daarna laat je het afkoelen. Doe er dan drie gram kaliumjodide bij. Test hoe je speeksel werkt! Je hebt nodig: vier kleine flesjes, 2 kannen, een glas, een thermometer, koud water, kokend water, zetmeeloplossing, joodoplossing en een stift. Nummer de vier reageerbuisjes met de nummers 1, 2, 3 en 4. Verzamel dan wat speeksel in je mond. Vul flesje 1 en 3 met ongeveer 2 cm speeksel en flesje 2 en 4 met ongeveer 2 cm water. Vul alle vier flesjes aan met ongeveer 2 cm van de zetmeeloplossing en vul een kan met ongeveer 200 ml heet water. Plaats de thermometer en flesje 1 en 2 in de gevulde kan. Vul de kan dan aan met koud water totdat de temperatuur ongeveer 37°C is. Vul vervolgens de andere kan met koud water en zet hierin flesjes 3 en 4. Maak het glas dan schoon en droog en doe hier jodiumoplossing in. Laat alles ongeveer een halfuur staan. Controleer af en toe of de kan met het warme water niet teveel afkoelt, zo nodig wat heet water bijgooien. De temperatuur moet tussen de 35°C en de 40°C blijven. Voeg na het halfuur aan alle vier flesjes een beetje jodiumoplossing toe. Wacht dan even en kijk wat de kleur is van elke reageerbuis. Als de kleur geel is, is er geen zetmeel meer (de zetmeel uit de zetmeeloplossing is dan door je speeksel afgebroken) en als de kleur paars is, is er nog wel zetmeel. De keelholte en slokdarmbewerkenZodra je goed gekauwd hebt en het eten hebt vermengd met het speeksel in je mond, is het klaar om doorgeslikt te worden. Je slikt de hap door en de hap glijdt door je slokdarm (=de darm om te slikken) naar de maag. Er zijn twee bijzonderheden aan de slokdarm.
Test zelf: De maagbewerkenIn de maag gaat de vertering verder. De maag is een sterke spier die een eindje boven je navel ligt. Om te weten waar ie ligt, voel je met je vingers de onderkant van je ribbenboog. Volg die onderkant links en rechts naar het midden van je buik. Je ribben lopen omhoog en komen in het midden samen. Je maag ligt wat lager dan het punt waar je ribben samenkomen. De maagspier zal je geknabbelde eten verder kneden. Hierdoor wordt het nog fijner en raakt het goed vermengd met de maagsappen. De maagsappen zorgen ervoor dat de slechte bacteriën in je eten gedood worden. De maagsappen zijn erg bijzonder. Ze zijn zuur en versnipperen je eten heel erg. Goed dat je in je maag niets meer proeft, want het eten is nu niet meer lekker. Dat heb je misschien vast ooit gemerkt toen je moest overgeven. Test waar je maag ligt door een glas frisdrank te drinken met veel bruis/prik. Trommel nu met je vingers op de plek waar je maag ligt, je kan de frisdrank horen klotsen. Probeer nu een boer te laten en voel waar de boer (dit is lucht) vertrekt en hoe het naar boven borrelt via de slokdarm. De 12-vingerige darmbewerkenZodra het eten een papje is geworden, vermengd met maagsappen, komt het in de 12-vingerige darm terecht. Dit stuk darm wordt zo genoemd omdat het precies even lang is als 12 vingers naast elkaar. In dit stuk darm komen er nog meer sappen bij het eten. Enkele belangrijke organen monden dan ook op dezelfde plek uit in de 12-vingerige darm. Zo geeft vooral de alvleesklier belangrijke verteringsenzymen vrij. De voedselbrij wordt nu in nog fijnere stukjes gebroken en bovendien zorgt het sap van de alvleesklier ervoor dat de brij niet meer zuur is. De aparte stukjes worden hier zo klein verknipt dat je één enkel stukje alleen maar onder een microscoop kan zien. Deze kleine stukjes zijn zo klein dat ze doorheen de darmwand in het lichaam kunnen binnendringen. Alles wat nog in de mond-, keel-, slokdarm-, maag- of darmholten zit, is immers nog niet echt het lichaam binnengedrongen. Pas als het door de darmwand is gedrongen, hebben we het voedsel echt opgenomen. Ook de lever geeft stoffen af aan de darm. Een hoop afvalstoffen van het lichaam worden in de lever uit de bloedbaan gehaald en opgeslagen in de galblaas. Zodra er eten passeert in de 12-vingerige darm, zal de galblaas leeglopen in de 12-vingerige darm. Hierdoor wordt de brij bruin (dit vormt de kleur van de stoelgang). In de galblaas zitten ook stoffen die nodig zijn om een aantal vitaminen door de darmwand te kunnen laten gaan. Weetje: de wetenschappelijke benaming voor 12-vingerige darm is duodenum (lees: duu-woo-dee-noem). De dunne darmbewerkenDe belangrijkste taak van de dunne darm is ervoor te zorgen dat alle voedseldeeltjes door de darmwand naar binnen dringen. Al deze bouwsteentjes voor het lichaam komen dan in het bloed terecht via de bloedvaten die overal om de darm heen liggen. Zo worden de voedseldeeltjes naar het "fabriek van het lichaam" gevoerd, de lever. Om ervoor te zorgen dat al de voedseldeeltjes in de darmwand dringen, is er veel plaats en ruimte nodig. Daarom is de dunne darm ook het langste stuk darm in ons lichaam, met zo'n 6 meter lengte. Doordat de darm bovendien erg dun is, komt de hele voedselbrij tegen de darmwand te liggen en blijven er geen voedingsdeeltjes achter in het midden van de darmholte. Door een massa instulpingen van de darmwand in de darmholte, vergroot de oppervlakte van enorm en is er veel meer plaats voor alle voedsel om door de darmwand binnen te dringen. Deze instulpingen worden ook darmvlokken genoemd. Ze vormen zoveel plooien in de darmwand, dat als je de hele darmwand zou openvouwen, je een lap darmwand hebt zo groot als een tennisveld. De vele meters dunne darm liggen kronkelend in het midden van je buik. Alleen die delen die niet door de darmwand kunnen opgenomen worden, blijven in de darmholte achter en vormen uiteindelijk de stoelgang. De blinde darmbewerkenHet uiteinde van de dunne darm sluit niet netjes aan op het uiteinde van de dikke darm, maar hecht aan via de zijkant. Hierdoor kunnen de etensresten twee richtingen uit als ze uit de dunne darm komen. De goede kant gaat naar de uitgang, de poep. Maar de andere kant is een doodlopend stukje darm. Dat doodlopend of blind stuk heet daarom blinde darm. De blinde darm heeft weinig nut en nog nuttelozer is het wormvormig aanhangsel dat aan de blinde darm hangt. Wanneer er immers voedselresten in dit aanhangsel (ook appendix genoemd) achterblijven, kunnen deze gaan rotten. Hierdoor kan ook dat stukje darm gaan ontsteken met buikpijn en een appendicitis tot gevolg. Zeg trouwens nooit "blinde darm-ontsteking" want het is niet het stuk blinde darm dat ontstoken is. De dokter kan met een operatie het stukje aanhangsel wegnemen om je beter te maken. Gelukkig kunnen we zonder een appendix leven, want het heeft verder toch geen taak in ons lichaam. Bestudeer de afbeelding rechts.
Tip: in je eigen buik ligt het rechts onder. De dikke darmbewerkenDe dikke darm heeft zijn naam niet gestolen. Hij is dikker dan een dikke worst en maakt een hele toer door je buik. Zijn voornaamste taak is het vocht (water) uit de etensresten te halen. Als je dikke darm niet goed werkt, dan krijg je immers diarree. De dikke darm begint waar de dunne darm stopt, onderaan rechts in je buik. Van hieruit loopt ie regelrecht omhoog. Dit stuk noemen we het opstijgend deel van de dikke darm. Vervolgens maakt hij een bocht en loopt rechtdoor over je maag naar de linkerkant. Dit deel noemen we het horizontaal deel van de dikke darm. Vervolgens maakt hij opnieuw een bocht en gaat de dikke darm naar beneden en komt dus links onder in je buik. Dit deel heet het dalende deel van de dikke darm. Nu bevindt de dikke darm zich nog steeds vooraan in de buik, maar zoals je wellicht kan raden moet hij meer naar achter lopen om aan de uitgang te raken. Hij maakt dan ook een S-vormige beweging naar achteren. Dit deel heet het S-vormige deel van de dikke darm. Je dikke darm maakt dus een grote toer door je buik in de richting van de wijzers van de klok. Test of je de etensresten vlotter door je buik kan laten bewegen. Leg je hand op je buik met je vingers gespreid en duw in een draaiende beweging met de wijzers van de klok mee. Voel je je eten sneller bewegen? Begint het te borrelen? Moet je sneller naar de wc? Gaat misschien je buikpijn over?De endeldarmbewerkenDe endeldarm is het allerlaatste stukje van je darm. Dit is het verzamelpunt voor je stoelgang totdat je naar de wc gaat. Gelukkig sluit de endeldarm goed af met een spier die je de anus noemt en waar je zelf over kan beslissen of hij open of dicht moet. Dus of je stoelgang wilt maken of niet. Als die sluitspier nog niet goed getraind is of wanneer hij door ziekte slecht werkt, kan het zijn dat je je broek bevuilt. Test hoe lang je endeldarm is door te meten hoe lang je worststoelgang is. Je hoeft er geen meetlat naast te leggen, maar door goed te kijken in de wc kan je wel schatten hoe lang en dik je endeldarm is. De vorm van je worst komt er immers door de vorm van je endeldarm. Een drolletje draaien – zoals honden doen – kan alleen maar als je met je poep rondjes draait terwijl de worst al tegen de grond of de wand van de wc komt.SAMENVATTINGbewerkenDe spijsvertering is het verkleinen van voedsel en het opnemen van dit voedsel in het bloed. Nog uit te schrijvenbewerkenVoedingsstoffen en voedingsvezelbewerken
Voedingsstoffenbewerken
Gezonde voedingbewerken
Ondervoeding en overvoedingbewerken
Vertering en enzymenbewerken
Darmperistaltiekbewerken
De bouw van tanden en kiezenbewerken
Delen van het gebitbewerken
Het gebitbewerken
Tandplakbewerken
Het verteringsstelselbewerken
Verteringssappenbewerken
|