Wikijunior:Schaken voor beginners/Schaaknotatie

De schaaknotatie is bedacht zodat partijen nagespeeld konden worden en er een database is opgebouwd met alle partijen. Tegenwoordig is het noteren van partijen die meetellen voor de rating verplicht.

Er zijn twee verschillende notaties: de lange en de korte notatie.

Lange notatie

bewerken

De lange notatie is eigenlijk de veiligste manier van noteren, maar duurt ook het langst. Om te beginnen krijgt elke functie een afkorting:

  • Elk veld heeft zijn eigen naam met behulp van de letters en cijfers die aan de rand van het bord staan
  • Koning krijgt K
  • Dame krijgt D (daarom wordt de dame ook geen koningin genoemd)
  • Toren krijgt T
  • Loper krijgt L
  • Paard krijgt P
  • Pion krijgt geen afkorting
  • Een gewone zet krijg -
  • Slaan krijgt x
  • Schaak geven krijgt +
  • Dubbelschaak krijgt ++
  • Schaakmat krijgt #
  • En passant slaan krijgt e.p.
  • Promotie krijgt achter het veld de letter welk stuk de pion wordt
  • Korte rokade krijgt 0-0
  • Lange rokade krijgt 0-0-0

Je noteert dan als volgt:

  1. Eerst het stuk dat beweegt (als het een pion is, komt er dus niks te staan)
  2. Daarna het veld waar het stuk vandaan komt
  3. Dan het zetteken (gewone zet, slaan)
  4. Dan het veld waar het stuk naartoe gaat
  5. Dan eventueel het achtervoegsel (schaak, mat, promotie of e.p.)

Voor een rokade is alleen de notatie 0-0(-0) voldoende.

Het herdersmat
8                
7                
6                
5                
4                
3                
2                
1                
a b c d e f g h
De meest bekende mat

Om nu het herdersmat te noteren wordt het als volgt:

   Wit      Zwart
1. e2-e4    e7-e5   (omdat er geen letter voor het veld staat gaat het dus om een pion.
2. Lf1-c4 Lf8-c5
3. Dd1-h5 Pg8-f6
4. Dxf7#

Korte notatie

bewerken

De korte notatie maakt gebruikt van dezelfde afkortingen als bij de lange notatie. Het verschil is dat het veld van herkomst niet wordt weergegeven. Het herdersmatje wordt dan zo weergegeven:

   Wit   Zwart
1. e4    e5   (omdat er geen letter voor het veld staat gaat het dus om een pion.
2. Lc4 Lc5
3. Dh5 Pf6
4. Dxf7#
8                
7                
6                
5                
4                
3                
2                
1                
a b c d e f g h
Een zwarte toren gaat naar het rode kruis, een wit paard gaat naar het blauwe kruis en een zwart paard gaat naar een geel kruis.

Zoals je ziet is deze notatie een stuk korter dan de lange notatie.

Bij een aantal zetten moet er echter opgelet worden. Zo zijn er een aantal zetten waarbij twee paarden naar hetzelfde veld kunnen. Voor de witte paarden kan je zowel de letter als het cijfer gebruiken. Het meest gebruikelijke is om de letter te gebruiken, dus: Pbd3 of Pfd3.
Voor de zwarte torens krijg je Tac7 of Thc7. De eerste letter geeft de rij aan waar het stuk vandaan komt.
Voor de zwarte paarden werkt de letter niet omdat beide paarden op de f-lijn staan. Dus gebruiken we het cijfer: P1e3 of P5e3.

8                
7                
6                
5                
4                
3                
2                
1                
a b c d e f g h
Het paard op b7 staat gepend door de loper, daardoor kan alleen het paard op e6 naar c5

Alleen als er een optie wegvalt, bijvoorbeeld omdat een stuk gepend staat, zie voorbeeld. De notatie Pc5 is dan genoeg omdat het andere paard niet mag bewegen. Voor rokades, schaak, mat, promotie en en passant gelden nog steeds dezelfde notatie-afkortingen.

← Bijzondere zetten Schaken voor beginners De aanval →
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.