Wikijunior:Tijdrekenen

Klokken

bewerken

Er zijn klokken met analoge tijdsaanduiding en klokken en klokken met digitale tijdsaanduiding. Voor analoge tijdsaanduiding worden wijzers gebruikt die ronddraaien. Digitale tijdsaanduiding gebeurt met cijfers.

Analoge aanwijzing

bewerken

De oudere mechanische klokken hadden analoge tijdsaanduiding. De oudste klokken hadden maar een wijzer, de latere hadden een aparte wijzer om de minuten nauwkeuriger te kunnen aflezen. De wijzerplaat van de klok is verdeeld in 12 uren en de kleine wijzer, die de uren aangeeft, gaat eenmaal rond in 12 uren. In 24 uur (één dag) gaat de kleine wijzer dus twee keer rond. De klok wijst dus om acht uur 's morgens hetzelfde aan als om acht uur 's avonds. Dat is niet erg handig, maar we weten natuurlijk zelf wel of het ochtend of avond is.

Digitale aanwijzing

bewerken

Bij digitale aanwijzing wordt op een enkele uitzondering na, de tijd aangegeven met twee cijfers voor de uren en twee cijfers voor de minuten. De cijfers voor uren en minuten worden meestal gescheiden door een dubbele punt. Om middernacht staat de klok op 00:00 uur. De klok toont alle 24 uren van een dag. Na 24 uur is het weer middernacht en staat de klok weer op 00:00 uur. Daartussen zitten 24 uren. In 24 uur gaat deze klok één keer rond.

Om 8 uur 's ochtends staat de klok op 8:00 uur. 's Avonds staat hij op 20:00 uur. Bij een digitale klok zie je dus wel het verschil tussen de ochtend en de avond en de middag en nacht. Dat is handiger. Maar het kan ook lastig zijn. De tijd op een digitale klok spreken we in de middag en de avond niet letterlijk uit. Iedereen staat raar te kijken als je zegt dat het nu 22 uur is. Want dan moet je zeggen, het is 10 uur.

Hoe lang duurt het nog?

bewerken

Wanneer je wilt berekenen hoe lang iets nog duurt, ga je kijken hoe laat het nu is. Voorbeeldje: het is acht over acht en je moet om negen uur op school zijn. Je kijkt dan eerst hoe laat het is. Acht over acht dus. (8:08, of in de avond 20:08) En je moet om negen uur op school zijn. Tel door van 8:08 tot 9:00. Daar zitten 52 minuten tussen. Over 52 minuten moet je dus op school zijn.

Op die manier bereken je ook hoe lang iets geleden is. Voorbeeld: je moest om zeven uur 's avonds (19:00) bij schaken zijn, maar het is inmiddels al 19:17. Tel door van 19:00 tot 19:17. Er zitten 17 minuten tussen. Je bent dus 17 minuten te laat voor de schaakles.

De tijd is gebaseerd op het draaien van de aarde. Een jaar duurt ongeveer even lang als de aarde erover doet om rond de zon te draaien. Een jaar heeft meestal 365 dagen. En hoe zit het met een schrikkeljaar? In een schrikkeljaar heeft februari 1 dag extra. Die maand heeft normaal 28 dagen en in een schrikkeljaar 29. 366 dagen en geen 365 dagen zitten er in een schrikkeljaar.

Schrikkeljaren

bewerken

Schrikkeljaren zijn ingesteld, omdat de aarde om de zon draait in 365 dagen en ongeveer 6 uur, om precies te zijn in 365 dagen, 5 uren, 48 minuten en 45,1814 seconden. We lopen dus per jaar met onze tijd 6 uur voor. We doen namelijk net of de rondgang om de zon al afgelopen is, terwijl dat nog ongeveer 6 uur langer duurt. Daarom is er om de 4 jaar een schrikkeljaar om de tijd weer gelijk te laten lopen. Elk jaar dat deelbaar is door 4 is dus een schrikkeljaar. Het laatste schrikkeljaar was 2012 en het volgende schrikkeljaar is 2016.

Omdat het niet 6 uur langer duurt dan 365 dagen, maar iets minder, zouden we weer achter gaan lopen. Daarom wordt af en toe het systeem doorbroken. Lang geleden is er een paus geweest die dat bepaald heeft. Er wordt ongeveer een uur teveel ingevoegd, na ongeveer 24 schrikkeljaren (~100 jaar) is het teveel opgelopen tot één dag, dat jaar is dan ook geen schrikkeljaar. De jaren die op 00 eindigen zijn volgens hem geen schrikkeljaren, behalve als ze door 400 deelbaar zijn. 900, 1500 en 1900 zijn dus geen schrikkeljaren en 2000 was daarom dus wel een schrikkeljaar!

Kwartieren en kwartalen

bewerken

Om makkelijker met tijd te kunnen rekenen, zijn uren ingedeeld in kwartieren. Jaren in kwartalen. Als iets een kwart is, is het ¼ deel. Een kwartier is dus ¼ deel van een uur en een kwartaal ¼ deel van een jaar. Dus een kwartaal duurt 3 maanden.

Etmalen

bewerken

De aarde draait om zijn as en in z'n geheel om de zon. De aarde is één keer rond z'n as gedraaid als de zon weer precies boven dezelfde plek staat. Dat klopt niet precies, omdat de aarde in die tijd ook een beetje verder in z'n baan gekomen. Vanwege de draairichting duurt een volledige rondwenteling - gemeten ten opzichte van de sterren - iets korter, namelijk 23 uur, 56 minuten en 4,09 seconden. Ook duren niet alle rondgangen even lang. De afspraak is dat een rondgang gemiddeld 24 uur duurt. Zo'n rondgang wordt een etmaal of ook wel een dag genoemd. Meestal wordt met een dag preciezer een periode van 0 uur (of 12 uur) 's nachts tot 24 uur later bedoeld.

Maar daarmee is de kous nog niet af.

Maanden

bewerken

Een jaar heeft 12 maanden, en wel: januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en december. Ze duren ongeveer 30 dagen, maar niet allemaal evenveel.

Om snel te weten te komen hoeveel dagen een maand heeft, is er een handig trucje. Maak een vuist en strek je arm voor je uit. Begin helemaal aan de linkerkant met januari. Je begint op een knokkel. Januari heeft 31 dagen. Dan naar februari. Je zit niet op een knokkel. Dat betekent dat februari geen 31 dagen is. Februari is heel raar. Die heeft maar 28 dagen en in een schrikkeljaar 29. Daarna komt maart, weer op een knokkel. 31 dagen dus. April zit er weer tussen, die heeft 30 dagen. Mei heeft weer een knokkel, 31 dagen. Juni 30 en juli 31. Dan ben je bij de laatste knokkel. Ga weer naar het begin. Augustus begint weer mét knokkel en heeft dus 31 dagen. September 30, oktober 31, november weer 30 en december weer 31. Het enige wat je moet onthouden is het volgende: een maand met een knokkel heeft 31 dagen, een maand tussen 2 knokkels heeft 30 dagen, behalve februari!

Rekenen met maanden

bewerken

Ischa is jarig op 10 mei. Zijn beste vriend John is 27 dagen jonger dan hij. Wie jonger is, is later geboren. Hij is 27 dagen later geboren dan Ischa. Om uit te rekenen wanneer John jarig is, begin je op Ischa's verjaardag en tel bij 10 mei 27 dagen op. Dat levert 37 dagen. Mei heeft 31 dagen, dus blijven er 6 over. Je moet dus nog 6 dagen in juni tellen. Dat betekent dat John op 6 juni jarig is. Lisa is jarig op 1 maart , Bart 10 dagen later, hij is dus jarig op 11 maart. De vader van Ischa is 42 dagen eerder jarig dan Ischa. Je moet dus van 10 mei 42 dagen aftrekken. April heeft 30 dagen, dus samen met de 10 in mei zijn dat 40 dagen. Je komt er nog 2 tekort. Maart heeft 31 dagen en daar moeten die 2 van af. Ischa's vader is dus jarig op 29 maart.

Opmerkingen

bewerken


Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.