Wiskunde/Integraal
GebruikBewerken
De integraal wordt gebruikt om twee redenen:
- De oppervlakte tussen een grafiek en de x-as aanduiden
- Een oneindige som aanduiden
Riemann-sommenBewerken
De Duitse wiskundige Riemann wilde op de één of andere manier de oppervlakte bepalen tussen de grafiek van een functie en de x-as op het interval [a,b]. Hij redeneerde als volgt: als ik het interval verdeel in n stukjes met breedte en die oppervlakte zou opvullen met rechthoekjes boven die stukjes met hoogte , waarin het midden van zo'n stukje is, dan is de gezamenlijke oppervlakte van die rechthoekjes bij benadering gelijk aan de oppervlakte tussen de x-as en de grafiek van .
Dus hij schreef op:
IntegraalBewerken
Dan redeneerde hij verder. Als ik steeds meer rechthoekjes neem en de breedte van die rechthoekjes zéér klein laat worden, dus , krijg ik precies de oppervlakte, die hij integraal noemde. In plaats van een somteken, schreef hij voor die oneindige som van oneindig kleine rechthoekjes een , een langgerekte S, en voor de oneindig kleine schreef hij dx.
Eigenlijke integraalBewerken
Als een functie f integreerbaar is over het interval noemt men de integraal eigenlijk. Stel dat er een functie is gegeven. Je wil de oppervlakte tussen grafiek en x-as bepalen in het interval . Dan is dit simpelweg de integraal van de functie over het interval berekenen:
Oneigenlijke integraalBewerken
Een oneigenlijke integraal is een limiet van integralen waarvan de ondergrens naar nadert of de bovengrens naar of één van beide integratiegrenzen een punt nadert waar de integrand niet gedefinieerd is.
Oneigenlijke integraal over een begrensd intervalBewerken
Als een functie over elk interval integreerbaar is en bestaat, dan noteren we
Of analoog, als over elk interval integreerbaar is en bestaat, dan noteren we
Als de integraal enkel bestaat in deze uitgebreide betekenis, noemt men haar oneigenlijk.
Twee hoofdstellingen van de integraalrekeningBewerken
Eerste hoofdstellingBewerken
Simpel gezegd: Integreren is de inverse bewerking van differentiëren.
Tweede hoofdstellingBewerken
Waarbij f een primitieve functie wordt genoemd van f '.
Beknopte, meestgebruikte integralenBewerken
Eigenlijke integralenBewerken
Alle andere integralen kunnen hieruit makkelijk worden afgeleid.
Oneigenlijke integralenBewerken
met de Gammafunctie.
Hierbij is x een onafhankelijke variable en z een constante
bronBewerken
Cursus wiskundige analyse 1; universiteit Gent; Prof. C. Impens.