Zweeds/Les 1
Zweeds/Les 1 - Alfabet
Zweeds/Les 1 - De eerste woordjes
Nee = Nej
Alstublieft (verzoek) = Är du snäll
Alstublieft (geven) = Varsågod
Ja, graag = Ja, gärna
Dank u wel = Tack/tack så mycket
Nee, dank u = Nej, tack
Geen dank = Ingen orsak*
Pardon = Förlåt
Neemt u me niet kwalijk = Ursäkta mig
Akkoord = Okej
Misschien = Kanske
Dag (komen) = Hej/goddag
Dag (gaan) = Hej då, adjö
Hallo = Hallå/hej
Goedendag = Goddag
Goedemorgen = Godmorgon
Goedenmiddag = Goddag/Godmiddag
Goedenavond = Godkväll
Goedenacht = Godnatt
Tot ziens = Vi ses
Tot straks = Hej så länge
Tot zo = Vi ses strax
Hoe heet jij? = Vad heter du?
Ik heet... = Jag heter...
Goede reis = Trevlig resa
* In plaats van "Ingen orsak" (geen dank), zeggen Zweden vaak: "Tack själv!" wat betekent: "Uzelf ook bedankt!"
Zweeds/Les 1 - Begroetingen
Hoe gaat het? = Hur står det till? ( huur stoor dett tiel)
Goed = Bra (brahh)
Slecht = Dålig (doolig)
Alsjeblieft (vragend) = Snälla (Snellah)
Alsjeblieft (aanbiedend) = Varsågod (Warsjoogoed)
Pardon = Ursäkta (Uhrsektah)
Dag (Afscheid) = Hej då (Héé doah)
Zweeds/Les 1 - De persoonlijke voornaamwoorden als onderwerp
Jij = Du
Hij = Han
Zij = Hon
Wij = Vi
Jullie = Ni
Zij (meervoud) = De (algemeen uitgesproken als dom)
Zweeds/Les 1 - De vervoeging van zijn (att vara) in de tegenwoordige tijd
Du är = jij bent
Han är = hij is
Hon är = zij is
Vi är = wij zijn
Ni är = jullie zijn
De är = zij zijn
Zoals je ziet zijn alle vormen hetzelfde. Dit is bij alle werkwoorden zo!
Zweeds/Les 1 - De getallen van 1 tot 10
2 = Två
3 = Tre
4 = Fyra
5 = Fem
6 = Sex
7 = Sju
8 = Åtta
9 = Nio
10 = Tio