In onderstaande lijst zijn de belangrijkste ionen weergegeven met hun lading. Net als bij de symbolen van elementen geldt: je kunt ze altijd opzoeken, maar de belangrijkste uit je hoofd kennen maakt het lezen van een chemische tekst wel makkelijker.
éénwaardige ionen
tweewaardige ionen
naam
symbool
Ammonium
Natrium
Kalium
Zilver
naam
symbool
Fluoride
Chloride
Bromide
Jodide
Nitriet
Nitraat
Permanganaat
Hypochloriet
Chloriet
Chloraat
Perchloraat
naam
symbool
Magnesium
Calcium
Barium
Zink
Mangaan
Nikkel
Kobalt
naam
symbool
Carbonaat
Sulfide
Sulfiet
Sulfaat
Chromaat
Dichromaat
Oxide
driewaardige ionen
ionen met verschillende waardigheden
naam
symbool
Aluminium
Chroom
naam
symbool
Fosfiet
Fosfaat
Nitride
1+ of 2+
Koper(I) Koper(II)
,
Kwik(I), Kwik(II)
,
2+ of 3+
IJzer(II), IJzer(III)
,
2+ of 4+
Tin(II) Tin(IV)
,
Lood(II), Lood(IV)
,
Ionlading
Wat in deze lijst opvalt is dat veel metaal-ionen maar één waardigheid kunnen hebben. Voor de anionen is dit helemaal waar. De ionen die van metalen zijn afgeleid kunnen soms meerdere waarden hebben. Dit wordt in de naamgeving van zouten duidelijk aangegeven door de lading van het metaal-ion, tussen ronde haakjes, achter de naam van het ion te zetten. In formules hoeft dit niet aangegeven te worden, omdat in een zout de totale positieve en de totale negatieve lading aan elkaar gelijk moet zijn. Omdat de negatieve ionen een bekende lading hebben, is de lading van positieve ionen dan uit te rekenen.
Voor een aantal metalen geldt dat ze naast de hier vermelde lading ook nog andere ladingen kunnen hebben, maar dan gaat het om speciale gevallen, die alleen onder bepaalde omstandigheden optreden. In het standaard laboratoriumwerk zul je vooral de in deze tabel genoemde ionen tegenkomen en niet ook de buitenbeentjes.