Basiskennis chemie 3/Naamgeving/Dubbelzouten
Dubbelzouten
Ammoniumijzer(II)sulfaathexahydraat (Mohr's zout)
Bij de voorbeelden van de hydraten is ook het zout genoemd, ammoniumijzer(II)sulfaathexahydraat, ook bekend onder de naam Mohr's zout. Het zout is vernoemd naar zijn ontdekker, de Duitse chemicus Karl Friedrich Mohr. Dit is niet het enige zout waarin 2 verschillende positieve ionen voorkomen. De regels voor de naam van deze zouten is gelijk aan die voor de gewone zouten met de toevoeging:
De positieve ionen worden alfabetisch gerangschikt.
De eigenschappen van dubbelzouten verschillen vaak sterk van die van de samenstellende zouten.
- Voor Mohr's zout geldt bijvoorbeeld dat:
- * de oplosbaarheid van het dubbelzout kleiner is dan die van ijzer(II)sulfaat en ammoniumsulfaat. Wordt aan een verzadigde ijzer((II)sulfaat-oplossing vast ammoniumsulfaat toegevoegd, dan gaat het ammoniumsulfaat in oplossing en slaat het dubbelzout neer.
- * de ijzer(II)-ionen in de vaste stof van het dubbelzout zijn veel beter bestand tegen reactie met zuurstof.
- Voor Mohr's zout geldt bijvoorbeeld dat:
Aluin
Een ander, klassiek, voorbeeld van een dubbelzout is aluin. Al in de Romeinse tijd werd de stof gebruikt om verf beter te laten hechten aan textiel. Een andere bekende toepassing was (en soms nog is) die als aftershave. Het ging dan niet zo zeer om de lekkere lucht, want zouten zijn bijna altijd reukloos. Wel was de ontsmettende werking ervan de reden om de stof toe te passen.