Chemie Centraal/Atoombinding
Wanneer niet-metalen met elkaar reageren, worden stoffen gevormd, waarvan de kleinste deeltjes moleculen zijn. Behalve de edelgassen, bestaan ook alle gasvormige elementen uit di-atomaire moleculen. Zo kennen we de elementen waterstof als H2, stikstof als N2, zuurstof als O2, fluor als F2, chloor als CL2, broom als Br2 en jodium als I2.
De kleinste deeltjes van chloorgas zijn dus de moleculen. Chloor ontstaat doordat twee atomen van het element chloor zich met elkaar verbinden. Ze wisselen daarbij geen elektronen uit, maar delen de twee atomen een elektronenpaar. Op deze manier krijgen beide atomen de zo gewenste edelgasconfiguratie, oftewel voldoen ze beide aan de octet-regel.
Chloor kan bijvoorbeeld weergegeven worden met een elektronenformule. Hierbij worden alleen de elektronen in de buitenste schil aangegeven met in het midden het symbool voor het element. Men kan de elektronen als punten weergeven of de elektronenparen als streepjes.
<afbeelding dichloor met punten en streepjes>
Het waterstofmolecuul bestaat uit twee waterstofatomen. Het waterstofatoom heeft een elektron en daarom kan men de volgende elektronenformule schrijven:
H:H of H-H
Methaan (CH4) is een gas. Het kleinste deeltje van deze organische verbinding is het methaan-molecuul. De elektronenformule voor dit molecuul wordt dan zo aangegeven, dat de octet-regel voor alle betroffen atomen geldt, dus zo:
Atoombindingen komen niet voor bij moleculen die geheel of gedeeltelijk bestaan uit metalen.
Meervoudige bindingen
bewerkenDe polaire atoombinding
bewerkenPolarisatie
bewerkenElektronegativiteit
bewerkenDipool
bewerkenDipoolmoment
bewerkenPolariteit
bewerkenWater en tetrachloormethaan en ammoniak behandelen.