Discrete Kansrekening/Momenten/Vraagstukken
7.7 Vraagstukken
bewerken- A1. DK701
Zij X het aantal ogen dat met een zuivere dobbelsteen geworpen wordt.
a. Bereken het tweede moment en het derde centrale moment van X.
b. Bereken ook σ(X).
- A2. DK702
De simultane kansverdeling pX,Y(i,j) van X en Y wordt voor 0 ≤ a ≤ 1 gegeven in de volgende tabel.
—————————————————————————— j 0 1 2 i —————————————————————————— 0 a/4 0 a/4 1 (1-a)/4 a/2 (1-a)/4 2 0 (1-a)/2 0 ——————————————————————————
a. Bereken ρ(X,Y).
b. Voor welke waarde(n) van a zijn X en Y ongecorreleerd?
c. Voor welke waarde(n) van a zijn X en Y o.o.?
- A3. DK703
Bepaal , als
a. Xi = X voor i = 1,2,...,n;
b. X1,X2,...,Xn o.o. zijn en alle dezelfde kansverdeling hebben als X.
- A4. DK704
De s.v. X is homogeen verdeeld op de getallen 1,2,3,4,5. teken de grafiek van de volgende twee functies van a (a>0):
- P(|X-EX|>a)
en
- (var X)/a2.
Geef commentaar n.a.v. de ongelijkheid van Chebyshev.
- A5. DK705
Bereken voor de door de tabel bepaalde simultane verdeling pX,Y(x,y) de covariantie van X en Y, alsmede de correlatiecoëfficiënt van X en Y.
—————————————————————————— y -1 0 1 x —————————————————————————— -1 0,1 0,2 0,3 1 0,2 0,1 0,1 ——————————————————————————
- A6. DK706
We trekken met terugleggen n knikkers uit een vaas met M witte en N-M rode knikkers. Het getrokken aantal witte noemen we X.
a. Bereken var X voor (M,N,n)=(4,11,7). We doen ook n trekkingen zonder terugleggen; het aantal getrokken witte noemen we nu Y.
b. Bereken eveneens var Y voor dezelfde M,N en n.
c. Hoe moet bij de gebruikte waarden van M en N de variabele n gekozen worden, opdat de varianties in beide gevallen gelijk zijn?
- A7. DK707
Bereken voor de multinomiaal verdeelde vector (X1,X2,X3,X4) met parameters n=10, m=4, p1=p2=1/4, p3=1/3 en p4=1/6 de correlatiecoëfficiënten ρ(X1,X4) en ρ(X2,X3).
- A8. DK708
Toon aan dat
- B1. DK709
Zij X een s.v. waarvan het derde moment bestaat. Druk het derde centrale moment van X uit in het eerste, tweede en derde moment van X.
- B2. DK710
Ga na dat de gegeven uitdrukkingen voor de varianties van de verschillende verdelingen in stelling 7.3.1. juist zijn.
- B3. DK711
Bewijs stelling 7.4.2.a — d.
- B4. DK712
Bewijs dat voor iedere s.v. X en voor iedere a>0 geldt:
- B5. DK713
We werpen driemaal een zuivere munt. Zij X het aantal malen kruis minus het aantal malen munt en Y=X2.
a. Zijn X en Y onderling onafhankelijk?
b. Bereken cov(X,Y).
- B6. DK714
De simultane verdeling van X en Y wordt gegeven door P(X=±1,Y=±1)=1/4.
a. Bereken cov(X,Y).
b. Zijn X en Y o.o.?
Beantwoord dezelfde vragen voor het geval dat de verdeling gegeven wordt door P(X=x,Y=y)=1/4 voor (x,y)=(1,0),(-1,0), (0,-1) of (0,1).
- B7. DK715
Geef een simultane verdeling van afhankelijke s.v.-en X en Y met
a. cov(X,Y) = 0,
b. cov(X,Y) = 9.
- B8. DK716
Een vaas bevat 3 rode en 5 zwarte knikkers. Zonder teruglegging nemen we 4 knikkers uit de vaas. Zij X het aantal weggenomen rode en Y het aantal zwarte.
a. Bereken ρ(X,Y)
b. Vind a, b en c zodanig dat P(aX+bY=c) = 1.
- B9. DK717
De s.v. Y kan m verschillende waarden p1,...,pm aannemen (0<pi<1). Gegeven Y=p is de s.v. X B(n,p)-verdeeld.
a. Bepaal E(X|Y) als functie van Y en bepaal z'n verdeling.
b. Laat zien dat ρ(X,Y) = n σ(Y)/σ(X).
- B10. DK718
Een vaas bevat N knikkers, waarvan er M rood zijn. We trekken zonder teruglegging n knikkers en definiëren Xk=1 of 0 al naar gelang de k-e getrokken knikker rood is of niet. Bereken ρ(Xi,Xj) voor i≠j.
- B11. DK719
In een rij Bernoulli-experimenten met succeskans p (0<p<1) stelt N de wachttijd op het eerste succes voor. Als het eerste succes de n-e keer optreedt doet de experimentator nog eens n pogingen. Met X geven we het aantal successen aan bij deze pogingen.
a. Bepaal P(X=0).
b. Bepaal E(X|N) en z'n verdeling.
c. Toon aan dat E(XN|N) = N·E(X|N).
d. Bereken ρ(N,X).
- B12. DK720
De s.v.-en X en Y zijn onderling onafhankelijk en beide Poisson-verdeeld met parameter respectievelijk 2 en 4. Zij Z=X+Y.
a. Toon aan dat Z Poisson-verdeeld is met parameter 6.
b. Bepaal de voorwaardelijke verdeling van X gegeven Z=z.
c. Bepaal E(X|Z) en controleer de relatie E(E(X|Z)) = EX.
d. Bereken ρ(X,Z)
- B13. DK721
De s.v.-en X en Y hebben een simultane verdeling. We definiëren var(X|Y) op analoge wijze als E(X|Y). Toon aan dat
- var X = var E(X|Y) + E var(X|Y)