Elektrochemie voor MBO/Potentiometrische titratie eindpunt deadstoptitratie
Dead stop
In zijn uitvoering benadert de dead stop methode de klassieke titratie, met behulp van een kleur-indicator, het meest. Wordt in de klassieke methode reagens toegevoegd tot de indicator een bepaalde kleur heeft, in de dead stop methode wordt getitreerd tot een vooraf bepaalde potentiaal bereikt is. Bij deze methode is het wel noodzakelijk in de buurt van het equivalentiepunt voorzichtig te titreren. In de hedendaagse geautomatiseerde laboratoriumpraktijk wordt dit gerealiseerd door een automatische buret te gebruiken die door een computer wordt aangestuurd. De computer wordt continu gevoed met de potentiaal van de te meten oplossing. Als het verschil tussen de gemeten potentiaal en de ingestelde eindpotentiaal kleiner is dan een ook vooraf ingestelde waarde, word trager getitreerd. Naarmate het verschil kleiner wordt, daalt de titratiesnelheid. Is de eindpotentiaal een ingestelde tijd bereikt of overschreden, dan wordt de stand van de buret tot equivalentiepunt verklaard.
Dead stop
Nadelen van de deadstop methode
De dead stoptitratie heeft een paar nadelen:
- Een van de belangrijkste voorwaarden voor een correct uitgevoerde deadstop-titratie is dat de omstandigheden van het equivalentiepunt zeer precies bekend zijn. Kleine verschillen ten opzichte van de situatie waarin de potentiaal in het eindpunt is vastgelegd mogen niet tot potentiaalverschillen in dat punt leiden. Is dit wel het geval dan wordt te vroeg gestopt, of juist te lang doorgegaan.
- In de buurt van het equivalentiepunt wordt langzaam tot zeer langzaam getitreerd. Dit heeft tot gevolg dat de tijdsduur van de titratie niet altijd goed vastligt. Bovendien bestaat het gevaar dat onbedoelde stoffen meegetitreerd worden (Kooldioxide uit de lucht is bij titraties met een basisch eindpunt berucht).
Deadstop nadelen