Esperanto/Grammatica/Woorden vormen
Woordvorming
bewerkenEén stamwoord kan in het Esperanto veel diverse woorden opleveren door het toevoegen van verschillende voorvoegsels en achtervoegsels. Dat betekent, dat we in het Esperanto minder woorden hoeven te leren dan in andere talen.
Eén mogelijkheid is het gebruiken van de diverse achtervoegsels:
- skrib' =>
- skribo - schrift
- skriba - schriftelijk
- skribi - schrijven
- skribe - schriftelijk
- interes' =>
- intereso - interesse
- interesa - interessant
- interesi - interesseren
- interese - interessant (zijnde)
Wanneer we een samengesteld woord maken, dan kunnen we de achtervoegsels van het eerste woord al dan niet weglaten, afhankelijk van wat gemakkelijker is uit te spreken.
- skrib' + tabl' => skribotablo / skribtablo - schrijftafel, bureau, desk
Voor- en achtervoegsels zijn erg belangrijk in het Esperanto. Ze zorgen ervoor dat je uit betrekkelijk weinig stamwoorden een grote hoeveelheid afleidingen kunt maken. Stamwoorden zijn de basiswoorden waaruit de taal bestaat. Er bestaan 10 voorvoegsels en 32 achtervoegsels.
Voorvoegsels
bewerkenbo- | verwantschap door huwelijk | patro - vader | bopatro - schoonvader |
dis- | uiteen; naar vele/diverse richtingen toe | doni - geven | disdoni - uitdelen |
ek- | (meteen) beginnen | vidi - zien | ekvidi - gauw zien, ontwaren |
eks- | niet meer | reĝo - koning | eksreĝo - ex-koning |
fi- | slecht, onprettig | domo - huis | fidomo - een rothuis (de sfeer in het huis) |
ge- | de twee geslachten tezamen | patro - vader | gepatroj - ouders |
mal- | omgekeerd; het tegendeel; het tegenovergestelde | bona - goed | malbona - slecht |
mis- | niet juist; per vergissing | uzi - gebruiken | misuzi - misbruiken |
pra- | naar het verleden wijzend | tempo - tijd | pratempo - oertijd |
re- | alweer, nogmaals; omgekeerde richting | veni - komen | reveni - terugkomen |
Achtervoegsels
bewerken-aĉ- | slecht (kwalitatief) | domo - huis | domaĉo - krot, bouwval |
-ad- | langdurige of herhalende handeling | kanti - zingen | kantado - voortdurend zingen (een aantal liedjes na elkaar) |
-aĵ- | iets concreets | alta - hoog | altaĵo - hoogte; heuvel |
-an- | lid, iets of iemand dat ergens aan toebehoort | Kristo - Christus | kristano - christen |
-ar- | verzameling, velen als een geheel | arbo - boom | arbaro - bos |
-ĉj- | schept mannelijke koosnaampjes (na 2-5 letters van de naam) | patro - vader | paĉjo - papa, pappie |
-ebl- | men kan het doen; mogelijk; -baar | legi - lezen | legebla - leesbaar |
-ec- | kwaliteit als een abstract idee; eigenschap, -heid | rapida - snel, vlug, rap | rapideco - snelheid |
-eg- | erg groot, erg sterk | varma - warm | varmega - heet |
-ej- | plaats, plek, stek, waar? | kuiri - koken | kuirejo - keuken |
-em- | neiging of staat | dormi - slapen | dormema - slaperig |
-end- | iets dat men hoort te doen | legi - lezen | legenda - iets dat men hoort te lezen |
-er- | fragment, een stukje van | sablo - zand | sablero - zandkorrel |
-estr- | een mens: die leidt, regeert, voorzit | lernejo - school | lernejestro - schooldirecteur, rector |
-et- | erg klein (nietig); erg zwak | varma - warm | varmeta - lauw |
-id- | kind; jong dier | hundo - hond | hundido - pup |
-ig- | veroorzaken dat iets gebeurt of plaatsvindt (actief) | labori - werken | laborigi - aanzetten tot werken |
-iĝ- | alsof iemand of iets iets ondergaat (passief) | ruĝa - rood | ruĝiĝi - rood worden |
-il- | instrument, remedie | tranĉi - snijden | tranĉilo - mes |
-in- | geeft een vrouwelijk geslacht aan | knabo - jongen | knabino - meisje |
-ind- | is goed om te doen; verdienste; is het waard | legi - lezen | leginda - als iets het waard is te lezen, lezenswaardig, iets wat je zou moeten lezen |
-ing- | iets, waarin men iets doet, om ze te nemen of vast te houden | glavo - zwaard | glavingo - schede |
-ism- | denkwijze, systeem | kristano - christen | kristanismo - christendom |
-ist- | beroep, voortdurende bezigheid/denkwijze | labori - werken | laboristo - werker, arbeider |
-nj- | vrouwelijke koosnaampje(na 2-5 letters van de naam) | patrino - moeder | panjo - mama, mammie |
-obl- | hoeveelheid; keren, malen | du - twee | duoblo - dubbel, twee maal |
-on- | deel | du - twee | duono - helft |
-op- | achtervoegsel dat verzamelgetallen vormt | du - twee | duope - met z´n tweeen |
-uj- | achtervoegsel met de betekenis: 1. voorwerp dat het in het stamwoord genoemde kan bevatten |
1. mono - geld 2. Anglo - Engelsman |
1. monujo - portemonnaie 2. Anglujo - Engeland |
-ul- | een mens als zodanig | juna - jong | junulo - jongere |
-um- | achtervoegsel zonder bepaalde betekenis | komuna - gemeenschappelijk, algemeen; gezond verstand | komunumo - 1.gemeente 2.gemeenschap |
Verschillende voor- en achtervoegsels kunnen tegelijkertijd gebruikt worden.
- patro - vader => bogepatroj - schoonouders
- labori - werken => mallaborema - lui
Vele voor- en achtervoegsels kunnen zelfstandig gebruikt worden.
- ilo - gereedschap, werktuig
- ekas - het begint
Betrekkingswoorden
Correlatieven
bewerkenCorrelatieven zijn vraagwoorden en de woorden die daar antwoord op geven. Ze zijn geordend in een apart systeem. Het bestaat uit vijf voorvoegsels en negen achtervoegsels die onderling op verschillende wijzen te combineren zijn. Let wel: je kunt ze niet zonder meer met woordstammen en andere voor- en achtervoegsels combineren.
Voorvoegsel | Korte uitleg |
---|---|
ki- | wat, wie, vraagwoord |
ti- | 'aanwijswoord' |
i- | iemand |
ĉi- | alles, iedereen |
neni- | niemand |
Achtervoegsel | Korte uitleg |
---|---|
-o | onbepaalde zaak |
-u | individu, bepaalde zaak |
-a | eigenschap |
-el | manier, wijze |
-e | plaats, locatie |
-am | tijd |
-om | hoeveelheid |
-al | reden |
-es | bezittende, eigenaar |
Samen vormen ze een tabel:
kio - wat | tio - dat | io - iets | ĉio - alles | nenio - niets |
kiu - wie; welk(e) | tiu - die | iu - iemand; een of andere | ĉiu - iedereen; iedere | neniu - niemand; geen enkele(n) |
kia - wat voor een, zoals | tia - zo'n, dergelijke | ia - een of andere soort, enigerlei | ĉia - allerlei | nenia - geen enkele soort, generlei |
kiel - hoe, zoals | tiel - zo | iel - op een of andere manier | ĉiel - op alle mogelijke manieren | neniel - op geen enkele wijze, onder geen beding |
kie - waar | tie - daar | ie - ergens | ĉie - overal | nenie - nergens |
kiam - wanneer | tiam - toen, dan | iam - ooit, eens | ĉiam - altijd | neniam - nooit |
kiom - hoeveel, (zoveel) als | tiom - zoveel | iom - iets, een beetje | ĉiom - alles, de gehele hoeveelheid | neniom - niets, geen enkele hoeveelheid |
kial - waarom | tial - daarom | ial - om een of andere reden | ĉial - overal om, om alle redenen | nenial - nergens om, om geen enkele reden |
kies - wiens, van wie, waarvan | ties - diens | ies - iemands | ĉies - ieders | nenies - niemands |
Ĉi
bewerkenHet woord ĉi drukt nabijheid uit (iets wat dichtbij is) en wordt gebruikt met de ti en ĉi-woorden, ofwel ervoor, ofwel erachter.
- tie ĉi / ĉi tie - hier
- tiu ĉi / ĉi tiu - deze
- ĉio ĉi / ĉi ĉio - alles hier, dit alles
Ajn
bewerkenHet woord ajn betekent 'dan ook' of 'ook maar'
- kiam ajn - wanneer dan ook
- kiu ajn - wie dan ook
Verwijzende voornaamwoorden
bewerkenDe ki-woorden worden ook als verwijzend (betrekkelijk) voornaamwoord gebruikt.
- Tio, kion li diris, estas bona. - Dat, wat hij zei, is goed
- La knabino, kiu staras tie. - Het meisje, dat daar staat
- Ĝi estas granda kiel domo. - Het is zo groot als een huis
Telwoorden
bewerkenHoofdtelwoorden
bewerken- 0 - nul
- 1 - unu
- 2 - du
- 3 - tri
- 4 - kvar
- 5 - kvin
- 6 - ses
- 7 - sep
- 8 - ok
- 9 - naŭ
- 10 - dek
- 100 - cent
- 1000 - mil
Andere getallen worden gevormd door het bij elkaar zetten van de hoofdtelwoorden.
- 11 - dek unu
- 12 - dek du
- 20 - dudek
- 25 - dudek kvin
- 237 - ducent tridek sep
- 1983 - mil naŭcent okdek tri
- 2002 - du mil du
Tientallen en honderdtallen worden bij een woord samen gezet: dudek, tridek, ducent, tricent Al het andere moet worden uitgesproken en geschreven als aparte woorden, ook duizendtallen dek unu, dek du, du mil
De hoofdtelwoorden worden niet verbogen Mi vidas tri domojn. - ik zie drie huizen
Rangtelwoorden
bewerkenRangtelwoorden worden gevormd door telwoorden op a te laten eindigen. Zij worden verbogen als bijvoeglijke naamwoorden.
- unua - eerste
- dua - tweede
- deka - tiende
- okdek-naŭa - negenentachtigste
- Mi skribas la unuan leteron. - ik schrijf de eerste brief
Deelwoorden
bewerkenDeelwoorden zijn woorden die een handeling of een daad presenteren als een eigenschap: schrijvende, geslagen, gesloten, enz. In het Esperanto bestaan er 6 verschillende soorten deelwoorden.
Actieve deelwoorden | Passieve deelwoorden | Betekenis |
---|---|---|
-ant- | -at- | iets dat nu gebeurt |
-int- | -it- | iets dat gebeurd is |
-ont- | -ot- | iets dat zal gebeuren |
(Vergelijk met -as tegenwoordige tijd, -is verleden tijd en -os toekomende tijd. )
Actieve (bedrijvende) deelwoorden
bewerkenDe actieve deelwoorden drukken een eigenschap uit van diegene die (of datgene dat) de handeling uitvoert.
- skribanta - schrijvend, ... die aan het schrijven is,
- skribinta - geschreven hebbend, ... die geschreven heeft
- skribonta - ... die zal schrijven
- skribanta knabo - een jongen die aan het schrijven is, een schrijvende jongen
- skribinta knabo - een jongen die geschreven heeft
- Mi estis skribanta. - Ik was aan het schrijven.
- Ili estos skribantaj. - Zij zullen aan het schrijven zijn.
- Ŝi estis skribonta. - Zij zou gaan schrijven.
De uitgang -o geeft de persoon aan, die de handeling uitvoert:
- skribanto - iemand die aan het schrijven is, een schrijvende persoon
- skribinto - iemand die geschreven heeft
- skribonto - iemand die zal schrijven
Deelwoorden kunnen ook als bijwoord gebruikt worden:
- Skribante li pensis pri ŝi. - Terwijl hij aan het schrijven was, dacht hij aan haar.
Passieve (lijdende) deelwoorden
bewerkenPassieve deelwoorden beschrijven datgene/diegene waar iets mee gedaan wordt:
- skribata - ... die (dat) op dit moment geschreven wordt
- skribita - geschreven, ... die (dat) geschreven is
- skribota - te schrijven, ... die (dat) geschreven zal worden
- skribata letero - een brief die (op dit moment) wordt geschreven
- skribita letero - een geschreven brief (die reeds geschreven is)
- La letero estas skribata de mi. - De brief wordt door mij geschreven.
- La letero estis skribata de ŝi. - De brief werd door haar geschreven.
- La letero estis skribita de li. - De brief was door hem geschreven.