Fysica/Golven
Golven
bewerkenIn de natuur vind je verschillende soorten golven terug:
- Geluidsgolven
- Golven van de zee
- Golf in een touw
- Lichtgolven
Sommige golven hebben een medium nodig om zich voort te planten: watergolven planten zich voort in water, geluidsgolven planten zich voort in lucht (of een ander medium),... Golven die een medium nodig hebben om zich voort te planten noemt men mechanische golven.
Licht is ook een soort golf. Het is een elektromagnetische golf. De golflengte bepaalt de kleur van het licht.
Licht is maar een deel van het spectrum van elektromagnetische golven. Tot dit spectrum behoren in volgorde radiogolven, microgolven, infraroodgolven, zichtbaar licht, ultraviolet, röntgenstraling en gammastraling.
Het bijzondere van elektromagnetische golven is dat er geen medium nodig is waarin de golven zich voortplanten. In tegenstelling tot geluid bijvoorbeeld, dat zich niet in een vacuüm kan voortplanten, kan licht zich prima door een verder totaal lege ruimte voortbewegen: het licht van de zon en van andere sterren kan immers door de ruimte de aarde bereiken. Elektromagnetische golven planten zich in het luchtledige voort met een snelheid van 299 792 458 m/s.
Longitudinale en transversale golven
bewerken- transversale golven: De richting waarin de golf uitwijkt staat loodrecht op de voortplantingsrichting
- longitudinale golven: De richting waarin de golf uitwijkt is dezelfde als de voortplantingsrichting
Elektromagnetische golven gedragen zich als transversale golven.
Opgave:
|
Lopende golven
bewerkenDe golflengte is de afstand tussen twee toppen van een golf. Er is een directe relatie tussen golflengte en frequentie:
|
Hierin is:
|
Ontstaan
bewerkenbewegingsvergelijking van een eendimensionale golf
bewerken
|
Hierin is:
|
Opgave:
|
energie van een golf
bewerken
Opgave:
|
eigenschappen van golven
bewerkenTerugkaatsing
bewerkenAls een voorwerp een golf uitzendt, kunnen deze golven teruggekaatst worden door een ander object.
De invalshoek= de terugkaatsinghoek
De terugkaatsingwetten zijn echter toepasbaar op alle soorten wetten
Buiging
bewerkenVerschijnsel dat golven die een hindernis ontmoeten enigszins om die hiendernis heen buigen
Hoe kleiner de spleetbreedte in vergelijking met golflengte, hoe sterker het buigingsverschijnsel. Of er wel of niet buiging optreedt wordt bepaald door de buigingsvoorwaarde d < λ waarbij d de grootte van de opening voorstelt en λ de golflengte van de golf
Interferentie
bewerkenInterferentie van twee golven: Deze applet van Walter Fendt toont de interferentie van twee golven. |
Interferentie is een verschijnsel dat optreedt wanneer 2 golven zich gelijktijdig door hetzelfde gebied voortplanten
Zwevingen: Deze applet van Walter Fendt laat zien hoe zwevingen ontstaan door de interferentie van 2 golven met bijna dezelfde frequentie. |
Breking
bewerkenHet dopplereffect
bewerkenHet dopplereffect is een verschijnsel dat optreedt wanneer een waarnemer en een trillingsbron zich ten opzichte van elkaar bewegen. Het effect bestaat erin dat, afhankelijk van de bewegingsrichting, de waargenomen frequentie van de golf hoger dan wel lager is dan de frequentie van de trillingsbron. Bij nadering van waarnemer en bron lijken de trillingen elkaar sneller op te volgen dan de frequentie van de bron, en is de waargenomen frequentie dus hoger dan de bronfrequentie. Bij onderlinge verwijdering lijken ze elkaar langzamer op te volgen en is de waargenomen frequentie lager. Het dopplereffect komt voor bij alle soorten golven.
Het is belangrijk te beseffen dat de frequentie van de golf die de bron voortbrengt niet verandert. Je kan dit proberen te begrijpen met volgende vergelijking. Stel dat iemand elke seconde een bal naar jou gooit. De bal vliegt door de lucht met een constante snelheid. Als de persoon die de ballen gooit stilstaat, zul jij elke seconde een bal krijgen. Als de persoon echter naar je toe beweegt, zal je meer dan één bal per seconde ontvangen, want de afstand tussen twee toekomende ballen zal afnemen. Het tegenovergestelde is waar als de ballengooier van je weg gaat.
Het is de golflengte die beïnvloed wordt als de bron naar je toe beweegt, als gevolg daarvan wordt ook de waargenomen frequentie beïnvloed.
|
Hierin is:
|
Het dopplereffect vindt ook plaats wanneer een waarnemer zich beweegt ten opzichte van een bron.
|
Hierin is:
|
Een voorbeeld van het dopplereffect: Applet van Walter Fendt waarin het Doppler effect wordt uitgelegd met behulp van een rijdende ambulance. |
Lichtgolven
bewerkenInterferentie
bewerkenBuiging
bewerkenPolarisatie
bewerken
Opgave:
|
Staande golven
bewerkenMet een staande golf wordt bedoeld een golf waarbij de locaties van de knopen (geen amplitude) en buiken (maximale amplitude) een vaste plek in de ruimte hebben. Dit in tegenstelling tot een lopende golf.
Een staande golf kan ontstaan als een golf tegen twee vaste punten gereflecteerd wordt. Een voorbeeld is een geluidsgolf in een gesloten pijp. Door interferentie dooft op bepaalde punten de amplitude uit, op andere punten wordt de amplitude versterkt.
Opgave:
|
Staande golven: Met deze applet van Walter Fendt wordt het ontstaan van staande golven duidelijk gemaakt (engels). |
Staande golven in een luchtkolom: Deze applet van Walter Fendt laat de harmonische trillingen van een luchtkolom zien in een buis. |