Hengelsport/Dobber

Algemeen

Een dobber is een bol of langwerpig voorwerp, die dient om het aanbijten van een vis te verklikken. De dobber is meestal hoofdzakelijk gemaakt uit hout, holle plastic of kunststof, en drijft op het water. De dobber hangt aan onze vislijn (draad), met onder water (onder de dobber) de haak met het aas.

Wanneer een vis ons aas neemt, zal die door zijn beweging de dobber (meestal) geheel of gedeeltelijk onder water trekken. Een dobber is dus een verklikker, die toont wanneer een vis ons aas heeft genomen, zodat de hengelaar gepast kan reageren. Meestal kies je een dobber zo licht mogelijk, maar met voldoende drijfvermogen om het aas te dragen, en toch voldoende zwaar zodat je dobber (en aas) geen speelbal wordt van de stroming en de wind.

In allerlei kleuren, maten en vormen

Wanneer je een hengelsportwinkel binnenstapt, zal je versteld staan van de veelheid aan kleuren en vormen die dobbers hebben.

De draagkracht

De draagkracht wordt uitgedrukt in grammen of in tiende van een gram. Zij stemt met de massa van lood overeen die men op de lijn moet zetten om het drijfvermogen van de dobber te compenseren. Om de ideale opwaartse druk te kiezen, is het nodig om met de drie parameters rekening te houden. De eerste is het soort water. In grote rivieren en sterke stroom, is het absoluut nodig dat de lijn snel naar beneden gaat, hier is een opwaartse druk van 2 tot 20g noodzakelijk. In vijver of kanaal, voldoen 0,20 tot 2 g. De tweede parameter is de oppervlakte. Hoe groter het oppervlak hoe zwaarder men vist. De derde is de diepte van het water dat men wil bevissen. Wanneer de vissen aanwezig zijn in verschillende lagen kan men beslissen lichter te vissen, om het aas traag aan te bieden tijdens het zakken, dit kan aanbeten bevorderen tussen twee wateren. Voeden de vissen zich echter vooral tegen de grond dan moet er zwaarder gevist worden, want dan wordt het interessant om het aas vlug op de bodem te krijgen.

Kleur

De kleur moet gekozen worden zodat het zichtbare stuk van de dobber op het water, goed kan worden waargenomen door de hengelaar. Die keuze hangt dus in de eerste plaats van de hengelaar af, maar ook van de lichtsterkte (bewolkt, zonnig,...) en de lichtinval (tegenlicht,...).

Maat

Meestal neem je een dobber zo licht mogelijk, zodat een vis geen argwaan krijgt bij het nemen van het aas: door de dobber voldoende licht te nemen, verklein je de weerstand voor de vis om de dobber onder water te trekken, en vermijd je dat hij het aas voortijdig loslaat. Lichtere dobbers daarentegen ondergaan ook meer invloed van wind en stroming dan zwaardere modellen, zodat de keuze in grootte een afweging is tussen de beoogde vissoort (hoe groter de vis, hoe sterker en hoe makkelijker hij een grotere dobber onder water kan trekken) en de omstandigheden waarin wordt gevist.

Vorm

De vorm van de dobber zal de weerstand bepalen die een vis voelt wanneer hij ons aas neemt, maar ook zal de vorm bepalen hoezeer de stroming invloed heeft op onze dobber. Zij hangt hoofdzakelijk van het soort water af. Zelfs als er talrijke varianten bestaan, hergroeperen alleen maar 2 vormen de grote meerderheid onder hen.

1. Langgestrekte dobbers met geringe doorsnede. Van een grote gevoeligheid, zelfs bij een kleine aanbeet dringen zij diepgaand in het water. Zij zijn bestemd voor de vijvers, kanalen, meren, langzaam stromende rivieren en zijn uitstekend voor de visvangst aan de oppervlakte en tussen twee wateren. Zij passen uitstekend voor de visvangst met de made, caster en vers de vase. Vissen op snelheid want hun gevoeligheid maakt de visser het mogelijk om in enkele tienden van een seconde te reageren.

2. Druppeldobbers zijn het veelzijdigst en buiten de hevige stroming, kunnen zij in alle soorten waters gebruikt worden. Zij zijn zeer stabiel en worden gebruikt om in hevige wind en sterke stroming te vissen. Dit is dé dobber om in de moeilijkste omstandigheden te vissen. Deze is ook ideaal voor langzame beten.Dikke dobbers, over het algemeen in de vorm van peer, of een olijf, een grote bol..deze dobbers hebben een grote drijfkracht op het water en zijn bedoelt om op de grote rivieren en kanalen te vissen. Deze worden gebruikt om in snelstromend water te vissen. Zij dragen veel lood en het het aas zakt dus snel naar de bodem.