Huisdierengids rat/Ontwikkeling
De tamme rat: Ontwikkeling
Wanneer een ratje na een dracht van 21 tot 24 dagen ter wereld komt, is de ontwikkeling nog niet helemaal voltooid. De jongen zijn dan ook naakt en blind en daardoor totaal afhankelijk van de zorg van de moederrat om te overleven.
De moederrat zoogt de jongen, ook wel rittens genoemd, (gemiddeld 12 per nest) aan haar 8 tepels. De jongen vinden schijnbaar moeiteloos de tepels. Wanneer een jong gedronken heeft, kan je de melk in het maagje als een witte plek zien doorschemeren op de buik van het ritten.
Totdat de rittens 7 dagen oud zijn, zien ze er roze uit. Mogelijke kleurtekeningen kunnen wel al lichtjes op het vel afgetekend zichtbaar zijn. De rittens op de foto zijn allen albino (wit). Kleurtekeningen zijn er hier niet.
Vanaf de 8ste dag begint de vacht van de jongen te groeien. Op de foto is de witte schijn zichtbaar. De jongen voelen erg zacht en glad. Het is van groot belang dat het baasje de rittens dagelijks een poosje in de handen houdt om hen vertrouwd te maken met de geur van mensen en met het gehanteerd worden.
Tot en met de 13de dag zijn de rittens blind. Ze kunnen intussen wel al rondkruipen en verdwalen soms van het nest. Hun oogjes zijn echter nog steeds gesloten. Probeer nooit de oogleden van de jongen te openen. De ogen zijn nog in ontwikkeling en de oogleden zijn nog niet klaar om van elkaar gescheiden te worden. Tot deze dag zijn rittens nog totaal hulpeloos en afhankelijk van de moeder.
Merk op de foto het achterblijvend ritten op dat nog niet zo'n dichtbegroeide vacht heeft als haar broertjes en zusjes. Achterblijvertjes zijn er bijna altijd in erg grote nesten. Ze zijn kleiner en groeien trager. Mits extra zorgen kunnen deze jongen overleven. In de natuur sterven zij nog voor de tweede week. De foto's zijn gemaakt van hetzelfde nest met 16 jongen. Dit hele nest is gezond en wel groot geworden. Zoek het achterblijvertje ook op de foto van 7 dagen oud.
Vanaf de 14de dag is er een grote sprong in de ontwikkeling van de rittens. De ogen openen en het jong kan vanaf nu op verkenning gaan. Het zal stilaan ook interesse tonen in vast voedsel, ook al kan het daar nog maar nauwelijks van knabbelen. Grote nesten kunnen vanaf nu makkelijk bijgevoerd worden met een papje van Brinta en sojamelk. De grootste en sterkste jongen zullen zich vooral tegoed doen aan het papje, zodat er voor de zwakste jongen meer moedermelk beschikbaar blijft.
Vanaf de 3e week beginnen de rittens behoorlijk zelfstandig te eten. Ze blijven echter nog zogen tot 4 à 5 weken. Vanaf dan dienen de mannetjes echter gescheiden te worden van de moeder, aangezien ze vanaf die leeftijd geslachtsrijp kunnen zijn. Indien de mannelijke jongen niet gescheiden worden van de moeder is de kans op bevruchting van de moeder erg groot. Niet alleen dient de moeder nog een rustperiode gegund te worden alvorens een nieuw nest te krijgen, maar ook de inteelt kan tot ongewenste worpen leiden.
Vanaf 6 weken kunnen jongen in principe naar een nieuwe thuis. Wanneer een jong in een bestaande groep van oudere ratten wordt geplaatst, is het echter aangewezen te wachten tot de jongen 7 tot 8 weken oud zijn. Harde ontmoetingen tussen de oudere ratten en de nog zeer fragiele jongen lopen immers geregeld fataal af. De jongen dienen uiteraard steeds terecht te komen in een rattengroep van hetzelfde geslacht, tenzij met deze jongen gekweekt zou worden. Ratten horen niet alleen gehouden te worden, omdat ze nood hebben aan soortgenoten. Ratten die alleen gehouden worden, ontwikkelen makkelijker gedragsproblemen en worden soms agressief.
Ratten kunnen tot 4 jaar en 8 maanden oud worden, al zijn er ook oudere ratten gekend. Toch haalt slechts de helft van de ratten een leeftijd van 30 maanden en wordt daarom "oud" genoemd op 30 maanden. De gemiddelde leeftijd van ratten is ook erg afhankelijk van de lijn waaruit deze afkomstig is. Duidelijke verschillen zijn te merken in de verschillende lijnen van laboratoriumratten.[1]
Ratten vanuit een rattery worden in het algemeen iets ouder.
Een oude rat kan net als de mens kaal worden en het haar wordt lichter van kleur. Ze worden soms minder mobiel en slapen meer. Een goed verzorgde rat zal echter ook op zijn oude dag fijn gezelschap zijn.
Referenties
bewerken- ↑ The Laboratory Rat, volume II, Research Applications; ISBN: 0-12-074902-5 (v.2)