Linux voor beginners/De terminal
In de meeste Linux-systemen staat de terminal nog altijd centraal, in de andere distro's is de terminal nog duidelijk zichtbaar. De terminal is een tekst console waar je commando's in typt om zo opdrachten aan je besturingssysteem of aan een specifiek programma te geven, ook vaak aangeduid met de term commandline. Veel Linux-gebruikers beweren dat "de muis gemakkelijke dingen gemakkelijk houdt en dat de commandline moeilijke dingen doenbaar houdt". Je zal dus niet constant met de terminal moeten werken en als je geen moeilijke taken wil doen, dan zal je er nooit mee moeten werken. Maar ik kan je verzekeren, als je kan met de commandline werken, dan zal je deze kennis goed kunnen gebruiken.
Zelf heb ik met de commandline leren werken door de site http://www.linuxcommand.org . Deze (engelstalige) site is nog altijd heel goed als je wat meer geavanceerde methodes wil leren om met de commandline te werken.
Op de volgende pagina's zullen we een kleine inleiding geven in het werken met de terminal. De terminal in Mint kan je onder de favorieten vinden in het Menu. De gebruikers van Mint vonden het plezant om altijd een kleine quote in ASCII-art te tonen. Als je dus de terminal opstart, zal je iets dergelijks zien:
______________________________________
/ You will remember something that you \
\ should not have forgotten. /
--------------------------------------
\ ,__,
\ (oo)____
(__) )\
||-|| *
gebruiker@computer ~ $
Na het $-teken zie je een knipperende cursor, daar kan je commando's ingeven.
Navigatie
bewerkenHet eerste commando dat je kan uitproberen is het commando ls
(list). ls
dient om de inhoud van de huidige map weer te geven. Als je het commando ls
even ingeeft, dan moet je een resultaat verkrijgen zoals hier onder staat.
$ ls
Afbeeldingen
Bureaublad
Documenten
Downloads
...
We zullen niet meer alles voor het $-teken herhalen maar enkel het $-teken overschrijven als je zelf een commando wil ingeven. Alle code die dus met een $-teken begint moet je zelf ingeven, de rest is het resultaat van het commando dat je net ingegeven hebt.
Je merkt dus dat je momenteel in je persoonlijke map zit, de map waarin je documenten, afbeeldingen en dergelijke staan. Je kan ook altijd zien in welke map je zit als je kijkt naar wat net voor het $-teken staat. Een tilde (~) staat hier voor je persoonlijke map, andere mappen zullen altijd getoond worden door het pad weer te geven. Je kan ook de huidige map bekijken door het commando pwd
(print working directory) te gebruiken. het resultaat ven het commando pwd
is dan iets zoals
$ pwd
/home/gebruiker
Om van directory te veranderen kan je het commando cd
(change directory) gebruiken. Bij het commando cd
moet je wel een argument mee geven. Dit argument, de map waar je naartoe wil, moet je er gewoon na typen. Als je bijvoorbeeld naar de map "Documenten" wil gaan, dan kan je het volgende commando gebruiken:
$ cd Documenten
Opgelet want Linux is hoofdlettergevoelig. De directory "Documenten" is dus een andere directory dan "documenten".
Je kan ook meteen het volledige pad ingeven zoals hieronder getoond:
$ cd /home/gebruiker/Documenten
Let wel op dat je gebruiker vervangt door jouw gebruikersnaam.
Als je het volledige pad ingeeft moet dit beginnen met de rootdirectory /
. Om een directory omhoog te gaan kan je ..
gebruiken als argument. Als je nu in je map Documenten bent, dan zal het volgende commando je terug naar je persoonlijke directory brengen.
$ cd ..
Je kan zo ook drie mappen omhoog gaan met het argument ../../..
.
Hulpmiddelen
bewerkenDe terminal heeft ook een geschiedenis. Met het pijltje omhoog kan je het vorige commando opnieuw oproepen en eventueel wijzigen, met het pijltje naar beneden krijg je dan weer het volgende commando in de geschiedenis. Veel terminals hebben ook een autoaanvulfunctie, als je een deel van het commando hebt ingetypt, dan moet je enkel nog je tab-toets gebruiken om het commando automatisch aan te vullen. Stel dat je van je persoonlijke map naar de map "Documenten"
wil navigeren, dan hoef je enkel het commando cd Doc
intypen en daarna op de tab-toets. Je zal zien, als "Documenten" de enige map is die begint met "Doc", dat dan het commando automatisch aangevuld wordt tot cd Documenten/
. Het kopiëren uit de terminal kan voor sommige mensen onhandig lijken tot je de gemakkelijkste manier weet. In alle Linux programma's kan je immers kopiëren door op een plaats tekst te selecteren, dan je cursor op een andere plaats te zetten en met de middelste muisknop te klikken. Voor muizen met een scroll wieltje is dat het scroll wieltje en voor mensen met een muis met twee knoppen of een touchpad kan je met de twee knoppen tegelijk klikken.
Argumenten en opties bij een commando
bewerkenArgumenten
bewerkenJe hebt al gezien dat je bij het commando cd
een argument moet voegen. In het geval van het commando cd
is dit de directory naar waar je wil navigeren. Er zijn echter ook commando's die niet altijd een argument nodig hebben maar er wel een mogen krijgen. Een voorbeeld van zo'n commando is het ls
commando. Als je bij het ls
commando geen argument heeft, dan toont het gewoon de inhoud van de huidige directory. Als je als argument een directory hebt, dan toont ls
de inhoud van die directory. We geven een voorbeeld hieronder:
$ ls /bin
bash echo more sh.distrib
bunzip2 ed mount sleep
bzcat egrep mountpoint stty
bzcmp false mt su
bzdiff fgconsole mt-gnu sync
bzegrep fgrep mv tailf
bzexe fuser nano tar
...
Opties
bewerkenDe meeste commando's bieden de mogelijkheid om naast argumenten ook opties mee te geven. Het is algemeen afgesproken dat opties die bestaan uit één letter met een enkel streepje (-) vooraf gegaan worden en opties die bestaan uit een woord met een dubbel streepje (--) vooraf gegaan worden. Om te kijken welke opties er bestaan voor een commando bieden de meeste commando's de --help
optie aan, sommige gebruiken ook -h
. Om de help van het commando ls
op te vragen doe je dus het volgende:
$ ls --help
Gebruik: ls [OPTIE]... [BESTAND]...
Informatie tonen over de gegeven BESTANDen (standaard over de huidige map).
De items worden alfabetisch gesorteerd als geen van de opties '-cftuvSUX'
noch '--sort' gegeven is.
(Een verplicht argument bij een lange optie geldt ook voor de korte vorm.)
-a, --all ook de namen tonen die beginnen met een '.'
-A, --almost-all als '-a', maar de items '.' en '..' weglaten
--author met '-l': de auteur van elk bestand tonen
-b, --escape van niet-grafische tekens de octale waarde tonen
--block-size=GROOTTE te gebruiken blokgrootte (in bytes; zie onder)
-B, --ignore-backups geen namen tonen die eindigen op '~'
-c met '-lt': op 'ctime' sorteren en deze tonen (de
tijd van de laatste statusinformatiewijziging);
met '-l': op naam sorteren en 'ctime' tonen;
anders: op 'ctime' sorteren
-C de items in kolommen presenteren (standaard)
--color[=WANNEER] bestandstypen met kleuren onderscheiden;
WANNEER is 'always' (altijd), 'never' (nooit),
of 'auto' (uitvoerapparaatafhankelijk)
-d, --directory de mappen zelf tonen in plaats van hun inhoud,
en symbolische koppelingen niet volgen
-D, --dired uitvoer produceren voor de 'dired'-modus van Emacs
-f hetzelfde als '-a -U' zonder '-l -s --color'
-F, --classify achter elk item het type aanduiden (één van */=@|)
--file-type idem, maar '*' niet tonen
--format=WOORD te gebruiken opmaak; WOORD kan zijn 'commas' (-m),
'across' of 'horizontal' (-x), 'vertical' (-C),
'long' of 'verbose' (-l), 'single-column' (-1)
--full-time hetzelfde als '-l --time-style=full-iso'
-g als '-l', maar geen eigenaar tonen
--group-directories-first
mappen vóór bestanden groeperen; kan aangevuld
worden met een '--sort', maar gebruik van
'--sort=none' of '-U' deactiveert groepering
-G, --no-group bij een uitgebreide lijst geen groepsnaam tonen
-h, --human-readable groottes in leesbare vorm tonen (bijv. 15K, 234M)
--si idem, maar machten van 1000 i.p.v. 1024 gebruiken
-H, --dereference-command-line
...
We zullen hier onder enkele veelgebruikte opties van het commando ls
bespreken als voorbeeld.
Veelgebruikte opties van het ls
commando
bewerken
Een eerste veelgebruikte optie van het ls
commando is de -l
optie. Deze optie zal een meer uitgebreide lijst geven van de bestanden in de huidige directory. Hieronder staat een mogelijk resultaat.
$ ls -l
-rw------- 1 gebruiker groep 576 Apr 17 1998 tekstje.txt
drwxr-xr-x 6 gebruiker groep 1024 Oct 9 1999 mijnWebSite
-rw-rw-r-- 1 gebruiker groep 276480 Feb 11 20:41 mijnWebSite.tar
-rw------- 1 gebruiker groep 5743 Dec 16 1998 kaartje.txt
---------- --------- ----- -------- ------------ ---------------
| | | | | |
| | | | | Bestandsnaam
| | | | |
| | | | +--- Datum laatste wijziging
| | | |
| | | +------------- Grootte (in bytes)
| | |
| | +---------------------- Groep
| |
| +------------------------------- Eigenaar van het bestand
|
+---------------------------------------------- Bestandsrechten
Bestandsnaam: De bestandsnaam is wat je met het ls
commando te zien krijgt.
Datum laatste wijziging: De datum dat de laatste keer het bestand of de map bewerkt is.
Grootte: De grootte van het bestand in kwestie.
Groep: De gebruikersgroep die meer rechten over het bestand kan krijgen.
Eigenaar: De eigenaar van het bestand, de eigenaar heeft meer rechten over het bestand.
Rechten: De rechten van het bestand. Aan deze code kan je zien wie er lees-, schrijf- of uitvoerrechten heeft. Deze code wordt later uitgelegd in de sectie over rechten. Wat je wel al kan zien is dat de directories met een d beginnen.
Een ander veelgebruikte optie is de -a
of --all
optie. Met deze optie toont het ls
commando alle bestanden, ook de verborgen bestanden. In Linux is het eenvoudig om een verborgen bestand te maken, het enige dat je moet doen is je bestandsnaam met een . (punt) beginnen. De verborgen bestanden kan je ook in nautilus (de filebrowser in de standaard Mint) tonen met de sneltoets ctrl+h
. We vergelijken het resultaat van het ls
en het ls -a
commando:
$ ls
Bestand1.txt
Bestand2.txt
$ ls -a
.
..
.settings
Bestand1.txt
Bestand2.txt
$ ls --all
.
..
.settings
Bestand1.txt
Bestand2.txt
Als je opties gebruikt die maar uit één letter bestaan, dan kan je altijd opties samenvoegen. Het commando ls -l -a
is het zelfde als het commando ls -la
, dit is natuurlijk ook hetzelfde als ls -al
.
Misschien heb je ook de puntjes opgemerkt als je ls -a
opvraagt. Het enkel puntje wil de huidige map zeggen. In feite zou je bij een cd
commando altijd dit puntje moeten gebruiken. Als je zou willen naar je Documenten gaan vanuit je persoonlijke map, dan zou je moeten cd ./Documenten/
typen. Het is immers meestal verondersteld dat je in de huidige map start en dus is cd Documenten/
genoeg en de laatste slash moet zelfs ook niet. De twee puntes duiden de map hier boven aan, dit hebben we al besproken bij het cd
commando.
Argumenten en opties combineren
bewerkenAls je alleen maar informatie over een bestand wil, dan kan je dat bestand als argument meegeven. Zo geeft ls -l textje.txt
informatie over het bestand textje.txt
. Het kan gemakkelijk zijn om deze vorm te gebruiken als de lijst van bestanden te lang is om gemakkelijk door te zoeken.
$ ls -l
-rw------- 1 gebruiker groep 576 Apr 17 1998 tekstje.txt
Bestanden bewerken
bewerkenInhoud van bestanden bewerken
bewerkenMet gedit
bewerkenGedit is een grafisch programma en kan je dus enkel gebruiken als er geen problemen zijn met je computer. Gedit ondersteunt syntax kleuring en is op zich redelijk geavanceerd. Om het bestand bestand.txt via de terminal met Gedit te openen gebruik je het commando
$ gedit bestand.txt
Met nano
bewerkenNano is een terminalprogramma en kan dus ook gebruikt worden als je in een systeem zonder grafische omgeving werkt. Om een bestand te openen gebruik je
$ nano bestand.txt
Onderaan je Nano-venster staan de sneltoetsen die je kan gebruiken, om af te sluiten gebruik je ctrl+x.
Bestanden manipuleren
bewerkenIn deze sectie hebben we het over kopiëren, knippen en plakken van bestanden en ook over het maken van directory's. Voor die taken gebruik je onderstaande commando's:
cp (copy)
|
Kopieëer bestanden en directory's. |
mv (move)
|
Verplaats bestanden en directory's. |
rm (remove)
|
Verwijder bestanden en directory's. |
mkdir (make directory)
|
Maak een nieuwe directory aan. |
rmdir (remove directory)
|
Verwijder een lege directory. |
Je denkt misschien dat je tot nu toe alles wat je geleerd hebt ook kan met de GUI. Nu komt er echter verandering in. Het is namelijk heel moeilijk om bestanden te selecteren die aan bepaalde criteria voldoen als je enkel wil klikken. Maar in de terminal is de keuzemogelijkheid heel groot. Voor we echt overgaan naar het gebruik van de genoemde commando's gaan we eerst wildcards bekijken.
Wildcards
bewerkenWildcards dienen om bestanden te selecteren zonder dat je de exacte naam opgeeft. Je selecteert dus bestanden die aan een bepaald patroon voldoen. We geven een samenvatting van de mogelijke wildcards:
* | Om het even welk karakter en hoeveel. |
? | Eén willekeurig karakter. |
[karakters] | Eén karakter van de opgegeven karakter verzameling. Een verzameling kan je opgeven als [abc] , dit is dan één enkele a , b of c . Je kan ook een voorgedefinieerde verzameling gebruiken.[:alnum:]: Alfanumerieke karakters |
! | Een uitroepteken dient om de vorige verzameling om te keren. Zo is [!abc] één enkel teken dat geen a , b of c is en [![:upper]] om het even welk karakter dat geen hoofdletter is.
|
Voorbeelden:
Je kan de volgende voorbeelden gemakkelijk uitproberen met het ls
commando. Als je je in een grote directory bevindt, zoals de /usr/bin
directory, kan je ieder voorbeeld testen door ls
voor het voorbeeld te typen.
* | Alle bestanden. |
a* | Ieder bestand dat begint met een a .
|
*t*.sh | Ieder bestand met een t in de naam dat eindigd op .sh .
|
tclsh??? | Ieder bestand dat begint met tclsh en gevolgd wordt door exact drie tekens.
|
tclsh[[:digit:]].[[:digit]] | Ieder bestand dat begint met tclsh , gevolgd wordt door exact een cijfer, een puntje en nog eens één cijfer. Dergelijke constructies kan je gebruiken om versie-onafhankelijke kopieën te maken.
|
*[![:lower:]] | Ieder bestand dat niet eindigt op een kleine letter. |
cp
bewerkenHet cp
commando wordt gebruikt om bestanden of directory's te kopiëren. De eenvoudigste vorm is één bestand naar een ander kopiëren. Dat wordt als volgt gedaan:
$ cp bestand1 bestand2
Je kan ook een bestand naar een directory kopiëren.
$ cp bestand directory
Deze procedure kan je zelfs met meerdere bestanden in één keer doen.
$ cp bestand1 bestand2 bestand3 directory
Kijk even naar de help van het commando:
$ cp --help
...
-a, --archive hetzelfde als -dR --preserve=all
--backup[=METHODE] van elk bestemmingsbestand een reservekopie maken
-b zoals --backup, maar accepteert geen argument
--copy-contents de inhoud van speciale bestanden kopiëren als er
recursief gekopieerd wordt
-d hetzelfde als '--no-dereference --preserve=links'
-f, --force als bestaand bestemmingsbestand niet geopend kan
worden, het verwijderen en het opnieuw proberen
(overbodig als de -n optie wordt gebruikt)
-i, --interactive voor overschrijven om toestemming vragen (gaat boven
een voorgaand gebruikte -n optie)
-H gegeven symbolische koppelingen in BRON volgen
-l, --link harde koppelingen maken in plaats van kopieën
-L, --dereference symbolische koppelingen in BRON altijd volgen
-n, --no-clobber geen bestaand bestand overschrijven (gaat boven een
eerdere -i optie)
-P, --no-dereference geen symbolische koppelingen in BRON volgen
-p hetzelfde als '--preserve=mode,ownership,timestamps'
--preserve[=LIJST] de genoemde attributen indien mogelijk behouden
(standaard zijn: mode,ownership,timestamps --
oftewel modus, eigenaarschap en tijdstempels);
verdere mogelijkheden: context, links, xattr,
all
--no-preserve=LIJST de genoemde attributen juist niet behouden
--parents volledige naam gebruiken van bronbestand onder MAP
-R, -r, --recursive mappen en hun inhoud recursief kopiëren
--remove-destination ieder bestaand bestemmingsbestand verwijderen
alvorens het te openen (anders dan '--force')
--sparse=WANNEER besturing van het aanmaken van bestanden met gaten
--strip-trailing-slashes schuine strepen achter elke BRON verwijderen
-s, --symbolic-link symbolische koppeling maken i.p.v. kopie
-S, --suffix=SUFFIX te gebruiken achtervoegsel voor reservekopieën
-t, --target-directory=MAP alle BRON-argumenten naar MAP kopiëren
-T, --no-target-directory BESTEMMING behandelen als een normaal bestand
-u, --update alleen kopiëren als BRON nieuwer is dan bestemming
of wanneer dit bestand niet bestaat
-v, --verbose tonen wat er gedaan wordt
-x, --one-file-system binnen dit bestandssysteem blijven
--help deze hulptekst tonen en stoppen
--version programmaversie tonen en stoppen
...
We kijken even naar interessante opties:
De -i
, -n
en -u
optie dienen om te definiëren wanneer een bestand moet overschreven worden. Bij -i
zal het gevraagd worden, bij -n
zal het bestand niet overschreven worden en bij de optie -u
zal de nieuwste versie van het bestand gebruikt worden. Dat deze opties aanwezig zijn betekent ook dat standaard een bestand altijd overschreven wordt. Let dus op bij het gebruik van dit commando, gelukkig kan je normaal gezien geen systeembestanden wissen, enkel persoonlijke data.
De -r
optie kan je gebruiken om volledige directory's te kopiëren. Stel dat je een structuur hebt zoals hier onder:
- /
- Dir1
- Bestand1
- Bestand2
- Subdir
- Bestand1
- Dir2
- Bestand3
- Dir1
Als je dan het commando
$ cp -r /Dir1 /Dir2
uitvoert, dan zal in Dir2
een nieuwe directory met de naam Dir1
aangemaakt worden. De volledige structuur ziet er dan als volgt uit:
- /
- Dir1
- Bestand1
- Bestand2
- Subdir
- Bestand1
- Dir2
- Bestand3
- Dir1
- Bestand1
- Bestand2
- Subdir
- Bestand1
- Dir1
Stel dat we nu zonder Dir2
gestart waren, dus met de volgende structuur:
- /
- Dir1
- Bestand1
- Bestand2
- Subdir
- Bestand1
- Dir1
Dan zou het commando
$ cp -r /Dir1 /Dir2
resulteren in de volgende structuur:
- /
- Dir1
- Bestand1
- Bestand2
- Subdir
- Bestand1
- Dir2
- Bestand1
- Bestand2
- Subdir
- Bestand1
- Dir1
mv
bewerkenHet mv
commando dient om bestanden te verplaatsen. Het werkt ongeveer hetzelfde als het cp
commando, maar verwijdert de originele bestanden. De enige optie die je niet kan gebruiken is de -r
optie, deze is verondersteld als je twee directory's opgeeft.
rm
bewerkenHet rm
commando dient om bestanden te verwijderen. Ook dit commando werk ongeveer zoals het vorige. Bij de -i
optie wordt bij ieder bestand aan je gevraagd of je het bestand daadwerkelijk wilt verwijderen. Hier is de -r
optie niet verondersteld als je ze niet typt, dit zou immers gevaarlijke situaties kunnen opleveren.
Let op: De bestanden die verwijderd worden komen niet terecht in de prullenbak,
de enige manier om de verwijderde bestanden terug te krijgen is met geavanceerde software die je volledige harde schijf afzoekt naar achtergebleven resten van de verwijderde bestanden.
Het is altijd aan te raden om eens te controleren met het ls -a
commando welke bestanden je werkelijk zal verwijderen. Let ook op voor de speciale map "..
".
Als je het commando rm -r *
uitvoert met de bedoeling om de huidige directory leeg te maken, dan zal je van een kale reis thuiskomen.
De map ..
zit immers ook tussen de verwijderde mappen en aangezien het recursief is zal alles in de bovenliggende map verwijderd worden,
ook deze opdracht is nog eens recursief en zo zullen alle bestanden in je systeem verwijderd worden tot er een bestand gevonden wordt die niet kan verwijderd worden.
Controleer dus zeer goed als de map ..
niet tussen de namen zit die aan je te verwijderen directory's voldoet.
mkdir en rmdir
bewerkenmkdir
en rmdir
zijn eenvoudige commando's die resp. een lege directory maken en een lege directory verwijderen. Met het gebruik van deze commando's kan je niet veel verkeerd doen.
Bestandsrechten
bewerkenZoals je wel weet is Windows een multitaskingsysteem, je moet niet wachten tot je antivirus zijn taak gedaan heeft om zelf te werken op de computer. De Unix-systemen zijn echter meer dan multitasking. Het is ook een multi-user-systeem, wat betekent dat er met verschillende gebruikers om de beurt en zelfs samen op één enkele computer gewerkt kan worden. Nu vraag je je misschien af hoe het mogelijk is om verschillende gebruikers tegelijkertijd op een computer te laten werken. Dit betekent immers niet dat de gebruikers naast elkaar moeten zitten. Het is mogelijk om een computer op afstand te besturen. Denk bijvoorbeeld aan een webpagina. Als je een .php
pagina opvraagt, dan moet die .php
pagina verwerkt worden door de server.
Op zich is dit een beperkte manier van die server besturen maar er zijn ook geavanceerdere manieren via ssh en dergelijke.
Bestanden
bewerkenOm er voor te zorgen dat verschillende gebruikers niet in de bestanden van andere gebruikers gaan rommelen of zelfs in de systeembestanden gaan prutsen heeft iedere gebruiker per bestand rechten om dat bestand te bekijken, aan te passen of uit te voeren. Dit komt er op neer dat ieder bestand een eigenaar heeft, deze eigenaar heeft volledige controle over het bestand. Voor ieder bestand wordt er ook een groep bijgehouden. De gebruikers die in de groep van het bestand zitten hebben meer rechten om het te gebruiken.
Om te kijken wat de rechten van een bepaald bestand zijn gebruik je het commando ls -l
. We geven een voorbeeld:
$ ls -l Bestand1
-rw-r----- 1 ik mijnGroep 9 2010-02-02 10:18 Bestand1
^^^^^^^^^^
||||||||||
|||||||\\\----------- andere gebruikers
|||||||
||||\\\-------------- groep
||||
|\\\----------------- eigenaar
|
\-------------------- bestand = "-" (mogelijk: -, d, l, b, c, q)
Je ziet dus wie er eigenaar is, in dit geval de gebruiker met de naam ik. En de groep mijnGroep is de groep die het bestand kan controleren. Om te zien wie welke rechten heeft kijk je naar de eerste code:
- Als er een
-
als eerste teken staat, dan is het een gewoon bestand. Voor directory's wordt eend
gebruikt en voor links eenl
. Er zijn ook nog meer exotische letters. - Na de eerste letter volgen drie blokjes met elk drie tekens. Het eerste blokje,
rw-
in ons geval, zijn de rechten die aan de eigenaar gegeven worden. Het tweede blokje,r--
in ons geval, zijn de rechten die aan de controlerende groep gegeven worden en het laatste blokje---
zijn de rechten voor iedere gebruiker.
Zo'n blokje rechten heeft iedere keer een gelijkaardige structuur. Er worden drie letters gebruikt: de r
staat voor leesrecht, de w
staat voor schrijfrecht en de x
staat voor het recht om het bestand uit te voeren. Als de gebruiker waarvoor het blokje telt de letter heeft, dan heeft hij dat recht op het bestand. Als de gebruiker waarvoor het blokje telt die letter niet heeft maar een -
heeft in plaats van die letter, dan heeft de gebruiker dat recht niet.
Bij het voorbeeld zien we dus dat ik het bestand mag bewerken en bekijken (rw-
). De gebruikers die in de groep mijnGroep zitten mogen het bestand bekijken (r--
) en andere gebruikers mogen niets (---
).
Laten we als tweede voorbeeld eens het bash
bestand nemen uit de buik van het systeem:
$ ls -l /bin/bash
-rwxr-xr-x 1 root root 875596 2009-09-14 07:09 /bin/bash
^^^^^^^^^^
||||||||||
|||||||\\\----------- andere gebruikers
|||||||
||||\\\-------------- groep
||||
|\\\----------------- eigenaar
|
\-------------------- bestand = "-" (mogelijk: -, d, l, b, c, q)
Je ziet dus dat de eigenaar root is en de controlerende groep ook root. root heeft alle rechten op het bestand: lezen, schrijven en uitvoeren (rwx
), iedereen anders, ook degene die in de groep root zitten hebben enkel lees- en uitvoerrechten (r-x
).
Info: root is de naam van de superuser. In literatuur wordt meestal superuser geschreven terwijl de systemen aan die gebruiker de naam root geven.
Rechten wijzigen
bewerkenEen eerste manier
bewerkenRechten van een bestand of directory kan je wijzigen met het chmod
(change modifiers) commando. Het eerste wat je moet weten is hoe Linux deze rechten onthoudt. Een blokje van drie tekens die de rechten voor een gebruiker voorstellen, wordt onthouden door een binair getal op de volgende manier:
"rwx" = 111
"r-x" = 101
Natuurlijk kunnen we die binaire getallen omzetten in decimale getallen|:
"rwx" = 111 = 7
"rw-" = 110 = 6
"r-x" = 101 = 5
"r--" = 100 = 4
"---" = 000 = 0
Wat je vervolgens doet is gewoon de cijfers aan elkaar "plakken". Als je dus een bestand de rechten rwx r-x r-x
(voor iedereen leesbaar en uitvoerbaar en voor de eigenaar wijzigbaar) wil geven, dan gebruik je de code 755. Die code gebruik je met het chmod
commando als volgt:
$ chmod 755 bestand1
We geven een tabel met veelgebruikte codes:
777 | rwxrwxrwx
|
Iedereen heeft alle rechten op het bestand, normaal is dit niet zo'n goede keuze. |
755 | rwxr-xr-x
|
De eigenaar mag alles met het bestand, iedereen anders mag het bestand bekijken of uitvoeren. Dit is veel gebruikt voor algemene applicaties (zie het bash voorbeeld). |
700 | rwx------
|
De eigenaar heeft alle rechten, iedereen anders heeft geen rechten. Een goede instelling voor een applicatie die alleen door de eigenaar gebruikt kan/mag worden. |
666 | rw-rw-rw-
|
Iedereen heeft alle rechten maar het bestand kan niet uitgevoerd worden. |
644 | rw-r--r--
|
De eigenaar kan het bestand lezen en schrijven, iedereen anders kan het bestand enkel lezen. Deze instelling is standaard gebruikt als je een nieuw bestand maakt. |
600 | rw-------
|
De eigenaar kan het bestand lezen en schrijven, iedereen anders heeft geen rechten. |
Een tweede manier
bewerkenNaast rechtstreeks de code ingeven kan je ook vragen om de leesbaarheid, schrijfbaarheid of uitvoerbaarheid te wijzigen voor iedereen. Als je bijvoorbeeld een bestand wil uitvoerbaar maken voor iedereen zonder je zorgen te moeten maken wie het bestand kan wijzigen, dan gebruik je de code
$ chmod +x bestand
De +x
staat dus voor bij iedere gebruiker een x
toe te voegen. Het tegenovergestelde is dan -x
. Je kan hetzelfde doen met w
en r
. Het gebruik van de tweede manier kan ook handig zijn als je een hoop bestanden wil uitvoerbaar maken met wildcards en geen andere rechten aan die bestanden wil wijzigen. Via deze optie kan je ook recursief werken met de -R
optie. Let op, hier is het een hoofdletter R
omdat de kleine -r
al gebruikt is om leesrecht te ontnemen. Voor je recursief werkt is het echter beter om eerst het deel over rechten van directory's te lezen.
Rechten van directory's
bewerkenHet noteren van rechten van directory's is ongeveer hetzelfde als bij bestanden. w
staat voor het recht om bestanden te maken en te verwijderen (een bestand aanpassen mag dus wel zonder het w
recht). r
staat voor het bekijken van de inhoud van de directory*. Het enige rare recht is de x
. Een directory kan je immers nooit uitvoeren maar je hebt het x
recht nodig om bepaalde dingen te doen in die directory, daaronder valt ook het opsommen van alle bestanden*. Het is dus het best om voor directory's altijd aan iedereen het x
recht te geven als die iets met de directory moet kunnen doen.
- Hoe verschilt x van r op de directory als beide toelaten om de inhoud van de directory te tonen?
Superuser worden
bewerkenJe hebt misschien al gemerkt, als je geen eigenaar van een bestand bent, dan kan je ook de rechten niet wijzigen. Dit is logisch want anders zouden rechten geen nut hebben. Er is echter één gebruiker die altijd alle rechten heeft en ook altijd de rechten van bestanden mag wijzigen en zelfs de eigenaar en groep mag wijzigen. Dit is de superuser of root. In veel linuxdistributies moet je apart inloggen maar in Ubuntu en dus ook in Mint heb je geen aparte gebruiker. In Ubuntu heb je systeembeheerders (administrators), een systeembeheerder is een account die tijdelijk superuser kan worden. Als je zelf Linux geïnstalleerd hebt, dan is je account standaard een systeembeheerder.
Om voor even root te worden moet je je commando beginnen met sudo
(switchuser do). Daarna zal je je eigen wachtwoord moeten typen. We gaan het sudo
commando even proberen:
Kijk eens welke rechten er zijn bij het bash
bestand:
$ ls -l /bin/bash
-rwxr-xr-x 1 root root 875596 2009-09-14 07:09 bash
Probeer nu eens de rechten te wijzigen naar 777:
$ chmod 777 /bin/bash
chmod: veranderen van toegangsrechten van `/bin/bash’: Bewerking niet toegestaan
$ sudo chmod 777 /bin/bash
[sudo] password for gebruiker:
$ ls -l /bin/bash
-rwxrwxrwx 1 root root 875596 2009-09-14 07:09 bash
Het is nu het best om die rechten weer normaal te zetten:
$ sudo chmod 755 /bin/bash
Als je ooit een script maakt waarvoor je even root wil worden is het nogal omslachtig als je dat script altijd in een terminal moet uitvoeren als de enige reden daarvoor is dat je je wachtwoord moet ingeven. Om dit op te lossen is er ook gksudo
, gksudo
werkt op dezelfde manier als sudo
maar gksudo
tovert het bekende kadertje tevoorschijn dat je ontmoet als je programma's wil installeren of updaten.
Wijzigen van eigenaar en groep van een bestand
bewerkenHet spreekt voor zich dat je root moet zijn als je de eigenaar van een bestand wil wijzigen. De eigenaar van een bestand kan je wijzigen met het commando chown
. Je gebruikt het commando als volgt:
$ sudo chown mijnNaam bestand1
Waarbij mijnNaam de gebruikersnaam is die je kan zien voor @ in het terminal venster.
Je kan ook de groep en eigenaar in een keer wijzigen. Dit doe je als volgt:
$ sudo chown mijnNaam:mijnGroep bestand1
Om te zien welke gebruikers er zijn en in welke groepen die ingedeeld zijn kan je even naar je configuratiescherm gaan en het onderdeel gebruikers en groepen bekijken.
Om enkel de groep te wijzigen heb je het chgrp
commando. Maar als je het chown
commando onthoudt is dat voldoende.