Maatschappijleer/Maatschappijleer 3 havo/Samenvatting H4 Strafrecht: de rechtszaak
In de Nederlandse rechtsstaat geldt het onschuldvermoeden. De rechter stelt uiteindelijk vast of iemand schuldig is:
- de kantonrechter behandelt overtredingen;
- de politierechter kleine misdrijven;
- de meervoudige kamer ernstige misdrijven.
Een rechtszaak verloopt volgens zeven stappen: opening; tenlastelegging; onderzoek door de rechter; requisitoir; pleidooi; laatste woord verdachte en het vonnis.
Als je het niet eens bent met een vonnis kun je in hoger beroep gaan bij het gerechtshof. Daarna kun je nog in cassatie gaan bij de Hoge Raad.
Er zijn verschillende redenen om straffen te geven:
- wraak en vergelding;
- afschrikking;
- voorkomen van eigenrichting;
- resocialisatie;
- beveiliging van de samenleving.
Er zijn verschillende soorten straffen:
- vrijheidsstraf;
- taakstraf;
- geldboete;
- bijkomende straf.
Ook is er nog een aantal strafrechtelijke maatregelen die opgelegd kunnen worden. Bijvoorbeeld tbs.
Voor jongeren van 12 t/m 17 geldt het jeugdstrafrecht. Bij zwaardere misdrijven kan jeugddetentie opgelegd worden.