Maple/Matrices en vectoren
< Maple
- Definitie matrix
Veel functies ivm het werken met matrices en vectoren zitten in het pakket linalg of LinearAlgebra. Hier wordt met het eerste pakket verdergewerkt.
> with(linalg):
>A:=matrix(2,2,[[1,0],[0,alpha]]);
>B:=A**2;
- Een element van de matrix aanpassen
> A[2,2]:=2;
> print(A);
- Matrix inverteren
> inverse(B);
- Matrices vermenigvuldigen
> C:=multiply(B,A,%);
- Eigenwaarden, eigenvectoren, determinant
> eigenvals(C);
1,2
> eigenvectors(C);
[2, 1, {[0, 1]}], [1, 1, {[1, 0]}]
Per eigenvector wordt de bijhorende eigenwaarde vermeld (2 en 1), de multipliciteit (telkens 1) en de eigenvector.
> det(C);
2
- Getransponeerde bepalen
> transpose(C);
Vectoren
bewerken- Definitie
>u:=vector([a,2*a,-a]);
u := [a, 2 a, -a]
>v:=[1,2,3];
v := [1, 2, 3]
- Bewerkingen met vectoren
- optellen, inwendig en uitwendig product, norm
> u+v;
[1 + a, 2 + 2 a, 3 - a]
> innerprod(u);
[a, 2 a, -a]
> crossprod(u,v);
[8 a, -4 a, 0]
> norm(u,frobenius);