Michel de Montaigne/Montaigne als filosoof
"Filosofie is de wetenschap die ons leert om te leven" zei Montaigne. Hieruit blijkt dat hij filosofie opvat als de confrontatie van de steeds in beweging zijnde menselijke geest met essentiële ervaringen zoals de dood, de liefde, vriendschap, opvoeding van kinderen, eenzaamheid..., en met zichzelf. Bovenal is Montaignes filosofie levenskunst. Leven betekent voor hem het trachten wijsheid te verwerven: filosoferen is gelukkig leven, of het zo gelukkig mogelijk leven.
Montaigne is een voorloper van de moderne filosofie die in de zeventiende eeuw aanving met René Descartes. Lang voor er sprake was van de cartesiaanse rede, is zijn filosofie gekenmerkt door twijfel en scepsis.
Montaignes filosofie is ook diep humanistisch, wat bijvoorbeeld blijkt uit zijn ideeën over opvoeding en onderwijs. Montaigne leefde in een tijd van grote ontdekkingsreizen, wat hem aanspoorde tot cultureel relativisme.
Montaigne als 'toevallig' filosoof'
bewerkenMontaigne beschrijft zichzelf als “een onopzettelijk en toevallig filosoof”. Het is ook moeilijk om Montaigne ergens in een ‘filosofisch kastje’ onder te brengen. Hij houdt niet vast aan een bepaald filosofisch systeem en zijn denken geeft soms de indruk chaotisch te zijn.
Zij die hebben geschreven over de filosofische aspecten van de Essais, zien Montaigne als een soort scepticus, als een humanist, of als iemand wiens denken verschillende fasen doorliep: die van het stoïcisme, het scepticisme en het epicurisme. Geen van deze drie opvattingen doet echter volledig recht aan de toon en de inhoud van de Essais. Wat Montaigne deed in zijn essays, was uniek en betekende een breuk met de antieke filosofie en de middeleeuwse theologie. Zijn ‘onopzettelijk en toevallig filosoferen’ is een vorm van dialectiek, waarin hij blijft terugkeren naar zijn uitgangspunt en dit steeds opnieuw beter tracht te bevatten. Met andere woorden: zijn filosofisch denken is circulair, het tracht een positie in te nemen waarin uitersten in een nieuwe synthese worden verzoend. Het is geen streven naar zekere kennis, want die is er niet, en Montaigne is steeds bereid om zijn (voorlopig) ingenomen standpunt te herzien. In zijn voorwoord van On Human Conduct verwijst de Britse filosoof Michael Oakeshott naar het essay als de meest geschikte uitdrukking van filosofische reflectie wanneer die reflectie begrepen wordt als "het avontuur van iemand die op een andere manier iets probeert te begrijpen dat hij reeds begrijpt," en dat is wat Montaigne nastreefde in zijn Essais.
Belangrijke thema's
bewerkenScepticisme
bewerkenAls eerste grote scepticus van het moderne denken verwerpt Montaigne elke vorm van dogmatisme in religie, filosofie of wetenschap. Montaigne ontkent de mogelijkheid van universele, onbetwijfelbare kennis als hij vraagt: "Wat weet ik?" ("Que sais-je?") De menselijke rede is er niet toe in staat. Het is ook als scepticus dat Montaigne tolerantie verdedigt en de absurditeit van de godsdienstoorlogen hekelt.
Natuur versus beschaving
bewerkenMontaigne plaatst de natuur en alles wat spontaan is in de mens tegenover de beschaving. Hij ontkent de vermeende superioriteit van de westerse beschaving. Andere mensen, barbaren genoemd hoewel ze niet barbaarser zijn dan wij, staan gewoon dichter bij de natuur en vindt hij zelfs zuiverder. Montaigne noemt de uitroeiing van inwoners van de Nieuwe Wereld in zijn tijd een misdaad, ook al werd dit door machtshebbers en andere intellectuelen aangeprezen als een beschavende missie.
Subjectiviteit
bewerkenMontaigne verzaakt aan dogmatische leef- en denkregels. Hij ontdekt in zichzelf de de wijsheid van de ervaring. In zijn Essais maakt hij - in samenspraak met de grote denkers van de oudheid! - bespiegelingen over zijn persoonlijke leven en de tijd waarin hij leeft. "Ik ben zelf het onderwerp van mijn boek", kondigt hij aan ("Je suis moi-même la matière de mon livre").
Bron
- De eerste versie van dit artikel werd overgenomen van De ‘Essais’ van Montaigne: "Filosofie" door Julien Grandgagnage, tekst door auteur vrijgegeven onder CC BY-SA.