Organische chemie/Naamgeving
Voor de naamgeving van organische verbindingen zijn in de loop van de jaren verschillende systemen gebruikt. De verschillen tussen de systemen zijn vooral terug te voeren op de voortschrijdende inzichten ten aanzien van wat structuurtheoretisch wel en niet mogelijk was. Een tweede belangrijke component om de systematiek van de naamgeving aan te passen wordt gevormd door het steeds meer herkennen van algemene principes in de verschillende stofklassen. Verbindingen die vanuit de klassieke benadering in verschillende stofklassen (en dus naamgroepen) werden ingedeeld blijken later, met voortschrijdende inzichten in structuur toch onder één noemer te brengen te zijn.
Geschiedenis van namen
bewerkenIn de geschiedenis van de organische chemie wordt het vanaf ongeveer 1750 noodzakelijk systematisch namen te geven aan de verschillende verbindingen die men op allerlei plekken kan vinden. Door het ontbreken analysetechnieken en de achterliggende structuurtheorie is naamgeveing eerst alleen maar mogelijk door te verwijzen naar eigenschappen van de stof of de ontdekker van ervan. Ook wordt vaak aangegeven waar een bepaalde stof gevonden kan worden en hoe zuivering uitgevoerd moet worden. Voorbeelden van namen die op die manier tot stand gekomen zijn:
- Fosfor (de eerste fosforverbindingen vertoonden fosforisentie)
- Mohr's zout, naar zijn ontdekker
en in de organische chemie
- Ureum, gevonden in urine en
- Hippuurzuur, gevonden in urine van paarden (Hippo = paard in het grieks)
Vervolgens doet zich het verschijnsel voor dat chemie niet een wetenschap is die in het luchtledig beöefend wordt. In de maatschappij als geheel is er een groot aantal plaatsen aante wijzen waar chemie een hulpwetenschap is. Je kunt dan denken aan fabrieken voor aardolieproducten, allerlei oplosmiddelen, in het algemeen "de chemische industrie". Voor degenen die in deze bedrijfstak werken is de chemie slechts iets vaags. De dagelijkse realiteit beperkt zich voor de fabriekstechnicus tot "olie", "benzine", "DMK", "VC", en dat soort afkortingen. De chemie die ermee samenhangt is voor de technicus niet relevant. Daarnaast wordt ook door de jurist (wetgever) gebruik gemaakt van naamgeving van stoffen.
Op het moment dat een installatiebouwer een fabriek ontwerpt en "state of the art" benamingen gebruikt wordt dat als zeer toepasselijk ervaren. Het zelfde geldt voor de jurist die wet- of regelgeving opstelt. Na een aantal jaren zal toch blijken dat de naamgeving verouderd is.
Van een pijpleiding met de aanduiding "DMK" weet een technicus na enige tijd wat de eigenschappen van de vloeistof erin zijn en zal hij weten hoe daar mee om moet gaan. De aanduiding "Dimethylketon" in een juridische tekst zal tot wijziging van die tekst blijven (be)staan.
Ook het spraakgebruik van de leidinggevende in een laboratorium kan nog zeer lang aanleiding geven tot het gebruik van veroudere namen.
Om deze redenen blijven verouderde namen vaak nog lang in gebruik.
Triviale naam
bewerkenEen triviale naam is een naam die niet gekoppeld kan worden aan een bepaalde systematiek voor namen. Doorgaans wordt verwezen naar een specifieke eigenschap van de stof, een bepaald gebruik of de herkomst van de stof. Hoewel de naam voor een chemicus vaak minder informatief is, zijn de namen dusdanig ingeburgerd dat het onwaarschijnlijk is dat ze in de nabije toekomst algemeen door systematische namen vervangen zullen worden.