Per seconde wordt er een bepaald aantal bits verstuurd tussen de processor en het geheugen door de FSB. Deze FSB heeft drie eigenschappen: een frequentie, een busbreedte en een multiplier.

De frequentie wordt uitgedrukt in MHz en houdt in hoe vaak per seconde er data wordt verstuurd. Bij een frequentie van bijvoorbeeld 200 MHz is dat dus 200 miljoen keer.

De busbreedte houdt in hoe veel bits er worden verzonden per keer dat er data wordt verzonden. Op deze waarde hebben we geen invloed.

De multiplier houdt in hoe vaak er data wordt verzonden per puls (Hz). Deze is vaak vier keer.

Om nu te berekenen hoe veel data er nou echt maximaal kan worden verstuurd is als volgt:

Bij een frequentie van 200 Mhz FSB en een busbreedte van 64-bit met een multiplier van vier is de overdrachtsnelheid dus:

Bij de bovenstaande formule delen we het getal door acht om de snelheid in bytes te weten in plaats van bits.

Als we de multiplier van de processor weten kunnen we ook berekenen wat de kloksnelheid van de processor is, als voorbeeld nemen we een multiplier van 14.


Overklokken
Disclaimer | Inleiding | Koeling | De theorie | Architectuur | Snelheidsverhoudingen | Software | Aan de slag | Troubleshooter & FAQ | Terminologie


Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.