Papier/Papiermachine
De moderne papiermachine is uitgevonden door de Fransman Robert in 1798. Op basis van zijn ontwerp ontwierp Foudrinier het prototype van de nu nog altijd meest gebruikte papiermachine, die dan ook met Foudriniers worden aangeduid. Men kan 2 uitersten van papiermachines onderscheiden:
Deze benaming heeft betrekking op de manier van bladvorming in het natte deel van de papiermachine. Ook combinaties van beide machines zijn een mogelijkheid. Bij een combinatie wordt bijvoorbeeld een laag papier op het langzeefdeel van de papiermachine gemaakt en de volgende laag of lagen met een rondzeef op het langzeef toegevoegd. Het persdeel en droogdeel van beide typen papiermachines wijken niet zo af. Papiermachines bestaan er in alle soorten en maten. De modernste papiermachines lopen met een snelheid van meer dan 2000 meter per minuut (120 km/h) en zijn meer dan 11 meter breed. De totale lengte van een dergelijke machine wordt dan wel 200 meter. De oudere papiermachines, die voor specialiteiten worden gebruikt zijn soms minder dan 2 meter breed en lopen langzamer dan 10 meter per minuut, zoals bijvoorbeeld een papiermachine, dat papier voor bankbiljetten maakt. LangzeefmachinebewerkenHet kenmerk van de langzeefmachine is dat de verdunde papiermassa op of tussen de zeven wordt gespoten. Deze type machine kan men onderscheiden in verschillende types. Bij het eerste type komt de zich vormende papierbaan aan 1 kant in contact met een zeef. Bij het tweede type komt de papierbaan aan beide kanten in contact met een zeef. Een Gapformer of een Hybridformer zijn voorbeelden van het tweede type. Een tussenvorm is ook mogelijk en is meestal een gemodificeerde langzeefmachine van type 1, waar een bovendoek opgezet is. Met die bovendoek vindt ook ontwatering naar de bovenkant plaats. De langzeefmachine wordt typisch ingezet voor de productie van fijnpapier, zoals kopieerpapier. RondzeefmachinebewerkenBij een rondzeefmachine wordt de papiermassa meestal uit een bak met verdunde vezelstof geschept. Soms wordt ook de massa wordt op het rondzeef gespoten. Het water wordt verwijderd; afgezogen naar het binnenste van de cilinder en de papiermassa wordt met een vilt van de zeef afgenomen. Bij meerdere rondzeven worden de verschillende lagen met elkaar verbonden, door het zogenaamde koetsen. Een typische toepassing van een rondzeefmachine is de productie van hygiënepapieren zoals tissue, maar ook karton wordt vaak zo gemaakt. WeetjesbewerkenEen van de meest gestelde vragen over het papiermaakproces is hoe een papiermachine wordt opgestart. Bij de opstart wordt eerst de vezelmassa op de natpartij voor de bladvorming gespoten. Aan het einde van de bladvorming valt de gevormde papierbaan in een kuip, waarvan de inhoud gecirculeerd kan worden. Een krachtige waterstraal snijdt een puntje af, wat wil zeggen dat een reep papier van 5 tot 10 cm breed wordt afgescheiden van de rest van de gevormde papierbaan. Dit puntje wordt meestal met behulp van geperste lucht door de perspartij geblazen. Het puntje wordt daarna door de droogpartij geleid. Ook dit gebeurt weer met lucht of het puntje wordt tussen twee touwen, die aan de voorkant van de papiermachine rondom de cilinders lopen, geklemd. Als het puntje aan het einde van de papiermachine is gekomen, wordt de waterstraal naar de achterkant van de natpartij bewogen, waardoor het puntje steeds breder wordt, totdat de papierbaan de gehele breedte van de papiermachine bestrijkt. Dit is de simpelste versie. Men kan op verschillende plaatsen in de papiermachine ook een soort messen inbouwen, zodat ook op andere plaatsen in de papiermachine een puntje kan worden gesneden. |
Samenvatting
Citaat
|