Programmeren in COBOL/Statements/DELETE
DELETE is een statement van COBOL. Deze statement dient om records te verwijderen uit bestanden. Hier wordt de vorm en de betekenis uitgelegd samen met voorbeelden.
Vorm
bewerkenDELETE bestandsnaam RECORD
- [INVALID KEY code]
- [NOT INVALID KEY code]
[END-DELETE]
[]: geeft aan dat het optioneel is. {}: geeft aan dat dit één stuk is die samen hoort. onderstreept: geeft aan dat het verplicht is dit te schrijven. Als het tussen [] staat betekent dat je dit minstens moet schrijven, als je dat deel van de statement wilt gebruiken. niet-onderstreept: betekent dat je het mag schrijven maar is niet verplicht. ...: Geeft aan dat je nog velden of constanten mag bijschrijven of stukjes die tussen [] of {} staan herhalen.
Uitleg
bewerkenDELETE
bewerkenDELETE dient dus om een record te verwijderen uit een bestand. Het laatst ingelezen record zal dan worden verwijderd.
RECORD(optioneel)
bewerkenDient enkel en alleen maar om de leesbaarheid te vergroten.
INVALID KEY(optioneel)
bewerkenWerkt enkel als het bestand random of dynamisch wordt gelezen. Bij een random en vaak ook dynamisch wordt er eerst een sleutel gevraagd. Met die sleutel wordt dan het record gezocht, als de sleutel fout is kun je hierachter een stukje programmacode schrijven zoals een foutbericht.
NOT INVALID KEY(optioneel)
bewerkenHetzelfde principe als INVALID KEY maar dan wanneer de sleutel wel juist is.
END-DELETE(optioneel)
bewerkenSluit de statement af.
Voorbeelden
bewerkenSimpel voorbeeld
bewerkenCOBOL-code: DELETE - simpel voorbeeld
DELETE bestand
Comple voorbeeld
bewerkenCOBOL-code: DELETE - complex voorbeeld
DELETE bestand RECORD INVALID KEY DISPLAY "Sleutel is fout." NOT INVALID KEY DISPLAY "Record verwijderd." END-DELETE
Zie ook
bewerken- Hoofdstukken sequentiële bestanden, relatieve bestanden zonder hash, relatieve bestanden met hash en index-sequentiële bestanden
- Statements READ, WRITE en REWRITE.
COBOL statements |
ACCEPT | ADD | CALL | CLOSE | COMPUTE | DELETE | DISPLAY | DIVIDE | EVALUATE | IF | INSPECT | MOVE | MULTIPLY | OPEN | PERFORM | READ | REWRITE | START | STOP | STRING | SUBTRACT | UNSTRING | WRITE |