Beweging in een schilderij betekent hetzij dat er in een schilderij een actie plaatsvindt, hetzij dat de compositie van het schilderij veroorzaakt dat het oog van de kijker beweegt over het schilderij. Beweging kan worden bereikt door bijvoorbeeld dezelfde voorwerpen meermalen af te beelden. Een andere mogelijkheid is door gebruik van lijnen, al dan niet denkbeeldig, het oog van de waarnemer door het schilderij te leiden op een manier die de kunstenaar van te voren bedenkt. Er kan natuurlijk ook toevallig beweging in een schilderij ontstaan. Het is eigenlijk zelfs moeilijk om een schilderij te maken zonder enige beweging.

Beweging in een schilderij is er natuurlijk niet werkelijk. Het is een illusie die wordt opgewekt. Maar beweging is van belang, het maakt een schilderij spannend. Het zorgt dat je ernaar blijft kijken. Een schilderij zonder beweging, geheel statisch, daar is weinig aan te beleven. Beweging is dus een belangrijk element van de compositie.

Als kunstenaar kan je de beweging sturen, door vooraf bij je werk na te denken hoe je wilt dat het oog van de kijker over het schilderij zal gaan. Je kan de gewenste bewegingsrichting accentueren door lijnen, door de plaatsing van voorwerpen en door de textuur en richting van verfstreken.

bewerken

Omdat we van jongs af aan geleerd hebben van links naar rechts te lezen, zijn lijnen van linksonder naar rechtboven sterker dan andersom. Bewegende zaken worden in fotografie ook meestal van links naar rechts weergegeven. Dat geldt ook voor kijklijnen vanuit een portret en profil.

 
 
 
Ludolf Bakhuysen
1694
Woelige zee met Nederlands jacht onder zeil
Knud Bergslien
1869
Skiërs met het koningskind
Giovanni Boldini
(1842–1931)
Na de storm
In deze drie schilderijen is een horizontale beweging te zien, in alle gevallen van links naar rechts. Het schilderij met de zeilboten laat werkelijk beweging zien, maar het beeld als geheel is nogal statisch, het oorlogsschip ligt op de achtergrond juist helemaal stil. In het schilderij met de skiërs wordt wel beweging gesuggereerd, maar het schilderij is juist sterk statisch, waarschijnlijk door de preciezie waarmee het geschilderd is. De man met de speer staat heel stevig, in rust, klaar om te stoten. Je kan je niet voorstellen dat hij tegelijk met grote snelheid de helling afgaat op zijn ski's. De titel van het schilderij na de storm suggereert dat er rust zou zijn. Maar door de lijnvoering in de bodem en in de wolken wordt nog veel beweging gesuggereerd.


Uit bovenstaande voorbeelden blijkt dat het wel lastig is om een werkelijke beweging weer te geven, en dat er soms een dissonantie zit tussen de feitelijke afbeelding en de indruk die het schilderij opwekt.

Beweging in abstracte schilderijen

bewerken

In abstracte schilderijen is de beweging van het kunstwerk zelf beter te zien, omdat de kijker niet wordt afgeleid door de inhoud van de afbeelding.

 
 
 
Rudolf Rabatin
2002
Carsten Eggers
2001
Branding van de zee
Rudolf Rabatin
2003
Vaas
In deze 3 schilderijen zit heel duidelijk beweging. Het oog van de toeschouwer blijft over de afbeelding zwerven. De twee rechter schilderijen hebben nauwelijks een rustpunt. Het linker schilderij toont wel een rustpunt bij de rode vlek, de beweging leidt daar juist naartoe


Manieren van aanbrengen van beweging

bewerken

Bij elke vorm van compositie, zal het oog automatisch de richtingen van de geometrische vormen die gebruikt zijn in de compositie aflopen. Dit kan je zelf proberen door de voorbeelden van het hoofdstuk Vlakverdeling nogmaals te bekijken.

Er zijn diverse manieren om op een andere manier bewust beweging in een schilderij aan te brengen. Het plaatsen van de voorwerpen of aandachtspunten zodanig dat het oog door het schilderij wordt geleid. De eerste aandacht kan worden getrokken door bijvoorbeeld een groot licht-donker contrast op een klein deel van het schilderij. Door kleinere contrasten op andere plaatsen wordt het oog door het schilderij geleid. Daarbij kan je kiezen voor een diagonaal, een cirkel, een ovaal, of een S-vorm van links boven naar rechts onder, etc.

 
 
 
George Hendrik Breitner
1882
Zelfportret
Martin Johnson Heade
1875
Kolibrie en appelbloesem
Vincenzo Cabianca
1901
Mattutino
Mensen bewegen met hun oog wellicht verschillend over een schilderij. De hier geschetste manier is hoe de schrijver van dit boek de beweging ervaart. In het schilderij van Breitner wordt door het grote licht-donker contrast van de schouder het oog naar de linkerkant van het schilderij getrokken. Via de arm komt het oog rechtsboven te recht, waarna het via de andere arm weer naar beneden kan zwerven. Via die arm komt het oog wellicht bij het gezicht terecht, dat op de achtergrond is en weinig contrast toont. Er wordt met de ogen een liggende 8 beschreven.
In het schilderij met de bloemen is de beweging cirkelvormig. Pas na goede beschouwing, of na het lezen van de titel, valt de kolibri onderaan op.
Ten slotte gaat het oog in het merkwaardige schilderij rechts eerst naar het witte vlak, om daarna de persoon links te vinden. Zo gaat het oog heen en weer in een horizontale beweging.


Een andere mogelijkheid om beweging aan te brengen is door het maken van opvallende penseelstreken of andere lijnen in bepaalde richtingen. De lijnen kunnen uit enkele lange streken bestaan, maar meerdere korte streken parallel aan elkaar werken ook om beweging te suggereren. Ook door vormen met sterke lijnen aan de rand kan beweging in het schilderij gebracht worden.

 
 
 
Umberto Boccioni
1910
De stad staat op
Franz Marc
1914
Caliban
Christoph Brüx
zonder titel
Deze drie voorbeelden geven aan hoe lijnen gebruikt worden om een sterke beweging te suggereren
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.