Shakespeares toneelstukken/Henry IV, Part I

Henry IV, Part I, of voluit The First Part of King Henry the Fourth getiteld, is een van de historische stukken van William Shakespeare. Het vormt het tweede deel van een tetralogie die handelt over de historische opgang van het Engelse koninklijke Huis van Lancaster. Waarschijnlijk dateert het uit de jaren 1596–1597. Het volgt op het eerste deel "Richard II" en wordt gevolgd door "Henry IV, Part II" en "Henry V". Van in het begin was het stuk bijzonder populair, zowel bij het publiek als bij critici.

Henry IV
Titelpagina van Henry IV, part I uit 1598

Datering en bronnen

bewerken

Op 25 februari 1598 werd het toneelstuk opgenomen in het Stationers' Register, dat is een lijst die een Londense handelsgilde bijhield om de rechten van auteurs en uitgevers te beschermen. Publicatie vond plaats in hetzelfde jaar. Zoals het geval was met de meeste van zijn historische stukken, was Shakespeares belangrijkste bron waarschijnlijk Raphael Holinsheds Chronicles uit 1587, een kroniek met belangrijke historische gebeurtenissen uit het Engelse verleden. Dat werk putte op zijn beurt uit[Edward Halls hoofdwerk The Union of the Two Illustrious Families of Lancaster and York (De vereniging van de twee beroemde families van Lancaster en York) uit 1542. Een andere zeer waarschijnlijke bron was het episch gedicht The Civil Wars Between the Two Houses of York and Lancaster (De burgeroorlogen tussen de huizen van York en Lancaster), geschreven in 1595 door Samuel Daniel. Ook Niccolò Machiavelli's De heerser kan van invloed geweest zijn, aangezien een van de belangrijkste thema's van het stuk het omgaan met macht is en de verantwoordelijkheid die daarmee gepaard gaat. Andere werken die soms genoemd worden in dit verband zijn het anonieme Richard II (of Thomas of Woodstock) van ca. 1592 en John Stows Chronicles of England uit 1580.

Achtergrond

bewerken

De gebeurtenissen vinden plaats in de jaren 1402–1403, twee eeuwen voor Shakespeares tijd. In het algemeen beschrijft het verhaal waargebeurde historische feiten, alhoewel Shakespeare de geschiedenis verandert of uitvindt al naargelang het hem zo uitkomt. Het stuk sluit aan bij de prequel "Richard II", zodat het helpt om vertrouwd te zijn met wat er in dit deel gebeurde om de motieven van de verschillende personages in Henry IV, Part I beter te begrijpen. Als het toneelstuk begint, is de positie van Hendrik IV op de troon niet veilig. De burgeroorlog die hij zelf heeft veroorzaakt door de vorige koning, zijn oom Richard II, te laten vermoorden,[1] is nog maar pas achter de rug of er breken nieuwe bloedige onlusten uit. Hij ergert zich ook aan het grillige gedrag van zijn zoon, prins Hendrik (ook Hal genoemd), die zich laat adviseren door een vreemde figuur, 'Sir' John Falstaff. Deze Falstaff wordt door critici en gewone lezers als één van de meest fascinerende creaties van Shakespeare beschouwd. De vadsige, gedegenereerde oude schurk sleurt de jonge prins (door hem "Hal" genoemd) mee in een milieu van dieven en struikrovers. Door het contrast tussen de twee milieus - paleis en herberg - en het voortdurend wisselen van focus maakt dit stuk een verrassend moderne indruk. Ook in onze tijd is het nog zeer genietbaar, niet in het minst door de legendarisch oneerbiedige humor van John Falstaff. Op een heel vernieuwende manier wordt in het stuk geschiedenis en komedie vermengd. Verheven scènes met koningen en veldslagen worden afgewisseld met taferelen met dronken schurken en diefstallen. De climax van het toneelstuk is de historische Slag bij Shrewsbury,[2] waarbij koning Hendrik slag levert met het opstandelingenleger van Hendrik "Hotspur" Percy uit Northumberland.

Thema's

bewerken
  • de al dan niet door God gelegitimeerde macht van de koning: een probleem waarmee Shakespeares personages in zijn historische stukken worstelen, is de vraag of de koning van Engeland de vertegenwoordiger van Gods macht op aarde is. Immers, als dit waar is, dan zou afzetten van de koning of koningsmoord - zoals Hendrik IV doet - een daad van godslastering zijn;
  • het begrip eer: Hotspurs begrip van eer is niet hetzelfde als wat prins Hendrik eronder verstaat. Zijn grootsheid, moed en kracht verworden soms tot arrogantie, trots en gebrek aan zelfcontrole. Hotspur offert desnoods de liefde van zijn eigen vrouw op voor dat soort eer.[3] Bij prins Hendrik is uiteindelijk persoonlijke eer ondergeschikt aan het belang van de natie. In contrast met Hotspurs heetgebakerdheid geeft de jonge Hendrik blijk van diplomatieke en manipulatieve talenten;
  • variatie in idioom en tongval: de taal zoals ze aan het hof wordt gesproken wordt gecontrasteerd met de taal van gewone mensen uit achterbuurten van Londen, uit Wales of Schotland. Achter het schijnbaar oppervlakkige gedrag van prins Hendrik schuilt ook een overtuiging, namelijk dat hij zijn eigen volk goed moet kennen en met gewone mensen op hun niveau moet leren omgaan als hij later een goede koning wil zijn.

Belangrijkste personages

bewerken
 
Koning Hendrik V, in Shakespeares toneelstuk Henry IV opgevoerd als "Prins Hal"
 
'Falstaff mit kanne', schilderij van Grützner
 
Sir Henry Percy, bijgenaamd Hotspur. Illustratie van I. Neagle.
  • Hendrik IV, koning van Engeland, ook bekend als (Hendrik) Bolingbroke.[4] De wat afstandelijke en trotse koning is niet echt de protagonist van het stuk, ook al draagt het zijn naam;
  • Prins Hendrik, Prins van Wales: door zijn vrienden "Hal" genoemd, zoon van Hendrik IV die de troon zal overerven als Hendrik V. Hij verzaakt aan zijn zorgeloos leventje als de natie hem nodig heeft;
  • Prins John van Lancaster: de broer van prins Hendrik die het vredespact verbreekt en het rebellenleger verslaat;
  • De graaf van Westmorland: een bevelhebber in het leger van de koning;
  • Sir John Falstaff: lolbroek, schavuit en kameraad van Prins Hal;
  • Poins: handlanger van Falstaff;
  • Sir Walter Blunt.

Aan de zijde van de rebellen:

  • De graaf van Worcester;
  • Percy, graaf van Northumberland, zijn broer;
  • Henry Percy, ook "Hotspur" genoemd, Northumberlands zoon;
  • Kate, Lady Percy, Hotspurs vrouw;
  • Lord Edmund Mortimer, graaf van March, Lady Percy's broer;
  • Lady Mortimer, zijn vrouw;
  • Owain Glyndwr (Glendower), Lady Mortimers vader;
  • De graaf van Douglas;
  • Sir Richard Vernon;
  • Scrope, aartsbisschop van York;

In Richard III had Shakespeare al getoond op welke manier Hendrik IV in bezit van de troon was gekomen, en hoe Hendriks geest erdoor in verwarring werd gebracht. In dat stuk bleek ook hoe Hendrik ontevreden was over het gedrag van zijn losbandige zoon Prins Harry, die later als Hendrik V de troon zou bestijgen. Henry IV gaat verder met dit verhaal, maar op een wel heel verschillende toon. Het is namelijk het eerste van Shakespeares koningsstukken waarin gebruik wordt gemaakt van de technieken uit de komedie. Sir John Falstaff is een van Shakespeares meest komische personages, en de ernstige scènes worden doorweven met grappige, meestal in proza geschreven subplots.

Receptie en literaire kritieken

bewerken
 
John Dryden, schilderij van Sir Godfrey Kneller
 
George Bernard Shaw

Een van de eerste gedrukte kritieken op Henry IV, Part One, zo kan worden gesteld, is een ander toneelstuk, gepubliceerd in 1600: The First Part of the True and Honorable Historie, of the life of Sir John Old-Castle, the Good Lord Cobham. Het werd geschreven door een groep toneelschrijvers voor een toneelgezelschap dat met Shakespeares groep concurreerde, de Admiral's Men. Iets soortgelijks toont John Pietermans gedicht The Mirror of Martyrs (1601), waarin de geest van Sir John Oldcastle het verhaal vertelt van zijn "dappere leven". Die overstelpende figuur van Falstaff zou vooral in de 17e en 18e eeuw veel reacties blijven uitlokken (zie wat verder in dit artikel: "Oldcastle-controverse").

Daar waar Sir John Old-Castle en het gedicht The Mirror of Martyrs vooral Shakespeares behandeling van de geschiedenis hekelden en niet zozeer zijn karakteriseringen, veroordeelden critici als John Dryden en John Payne Collier de figuur van de liegende, laffe en stelende Falstaff op morele gronden. Het stuk bleef echter onverminderd populair in de 18e eeuw. De complexe figuur van Falstaff met al zijn tegenstrijdigheden bleef ook in de 19e eeuw stof leveren voor vaak hoog oplopende debatten en kritieken. In 1817 stelde William Hazlitt dat Falstaff een van de grootste komische literaire personages ooit was, en hij benadrukt zijn "exaggeration of his own vices" (overdrijving van zijn eigen ondeugden). Bernard Shaw volgde hem hierin, en beschouwde Falstaff zelfs als "de meest menselijke persoon in het toneelstuk" (zij het "een dwaze en walgelijk oude ellendeling... ").

In de 20e en 21e eeuw laten onderzoekers vanuit verschillende perspectieven licht vallen op de historische stukken van Shakespeare. Zo is er bijvoorbeeld de feministische benadering van Jean Howard en Phyllis Rackin, die in hun studie[5]opmerken dat Hendrik IV, Deel I het stuk is waarin vrouwelijke personages de minste tekst te zeggen hebben van alle historiestukken van Shakespeare. In het algemeen buigen 20e- en 21e-eeuwse studies zich over de manier waarop Shakespeare regionale, religieuze, sekse- en andere verschillen weergeeft, en de rol die de historiestukken speelden in het verkondigen van opvattingen over natie en patriottisme. Met name de wijze waarop de Welshmen in het eerste deel van Hendrik IV worden voorgesteld, is een thema dat de pennen sinds de 20e eeuw in beweging brengt (Highley 1990, Lloyd 2002, en Hopkins 2004 en 2005); hetzelfde geldt voor de vele verwijzingen in het stuk naar protestantse en katholieke geloofspraktijken (Hunt 1998, Tiffany 1998, en Caldwell 2007).

Samenhang van de twee delen

bewerken
 
Samuel Johnson, schilderij van Joshua Reynolds
 
Henry Brooke. Tekening van Hans Holbein

Wat precies het verband is tussen Hendrik IV Deel 1 en Hendrik IV Deel 2, en of Shakespeare Deel 2 had bedoeld als een sequel op Deel 1 is allang een betwist onderwerp. De 18e-eeuwse literaire criticus Samuel Johnson zei dat de stukken gescheiden waren, gewoon omdat een enkel stuk te lang zou zijn.[6] Andere, moderne onderzoekers zoals R.A. Law en M.A. Shaaber stellen met nadruk dat de twee delen door de auteur nooit bedoeld waren als een eenheid. Shakespeare zou met andere woorden tijdens of na het schrijven van Deel 1 het idee voor Deel 2 gekregen hebben, zonder dat dit echt gepland en noodzakelijk was. Deze theorie staat dan weer lijnrecht tegenover de mening van bijvoorbeeld Dover Wilson en A.R. Humphreys die argumenteren dat de twee stukken opgevat en geschreven zijn als een eenheid en dat ze zo verweven zijn, dat voor een goed begrip het ene niet zonder het andere kan. Er is tegenwoordig wel een tendens om Deel 2 als een noodzakelijke conclusie - en dus niet als een ongepland vervolg - te zien van Deel 1. Van de twee delen had het eerste overigens veel meer succes, wat blijkt uit de geschiedenis van hun respectieve publicaties.

Oldcastle-controverse

bewerken

Vanaf de eerste opvoeringen van Hendrik IV, Deel 1 ontstond controverse rond de figuur van "Oldcastle", die nu bekendstaat als "Falstaff". Het komische personage Oldcastle was namelijk gebaseerd op de echte John Oldcastle, een beroemde protestantse martelaar met nog machtige levende nakomelingen in Engeland.

De naamswijziging wordt vermeld in zeventiende-eeuwse werken van Richard James (Epistle to Sir Harry Bourchier, ca. 1625) en Thomas Fuller (Worthies of England, 1662). Ook in vroege teksten van Shakespeares toneelstukken vindt men er sporen van. Zo staat er bijvoorbeeld in de quarto-tekst van Hendrik IV, Deel 2 (1600), een toespraak van Falstaff in Bedrijf I, Toneel 2 waarin de naam per ongeluk nog niet gecorrigeerd is: "Old" in plaats van "Falst." In hetzelfde stuk (III, ii, 25-26) wordt van Falstaff gezegd dat hij een "page van Thomas Mowbray, hertog van Norfolk" is, wat het geval was met de historische Oldcastle. In Hendrik IV, Deel 1 (I,ii,42), noemt Prins Hal Falstaff "my old lad of the castle." Jambische pentameters worden in beide delen onregelmatig door het gebruik van de naam "Falstaff", maar kloppen wanneer ze vervangen worden door "Oldcastle". Ten slotte is er de opmerkelijke bewering op het einde van Hendrik IV, Deel 2, die onderscheid maakt tussen de twee: "want Oldcastle stierf als martelaar, en dit is niet de man" (Epiloog, 29-32).

De naamswijziging en de disclaimer in de epiloog waren nodig, zo wordt algemeen aangenomen, als gevolg van politieke druk, uitgeoefend door de nakomelingen van de historische Oldcastle. Dit waren de lords Cobham: baron William Brooke, zijn zoon Henry Brooke en Frances Brooke, Williams vrouw, die een goede band had met de Engelse koningin Elizabeth I. De naam werd veranderd in "Falstaff", op basis van Sir John Fastolf - een historische persoon met een reputatie voor lafheid in de Slag van Patay - die Shakespeare eerder had opgevoerd in Henry VI, Part I. Fastolf was gestorven zonder nakomelingen, waardoor hij een veilige keuze was voor gebruik in een toneelstuk.

In 1986 herstelde de Oxford Shakespeare-uitgave in Henry IV, Part 1 de oorspronkelijk aan het personage verleende naam van Oldcastle, in plaats van Falstaff. De redactie verdedigde deze keuze met de motivering dat zij de stukken wilde presenteren zoals zij oorspronkelijk werden opgevoerd. Andere moderne edities, zoals die van Norton,[7] volgden dit voorbeeld niet.

Adaptaties

bewerken

Film en televisie

bewerken
  • Er werden drie BBC tv-films gemaakt van Hendrik IV, Deel 1. In de jaren 1960 brachten zij de mini-serie An Age of Kings, met Tom Fleming in de rol van Hendrik IV, Robert Hardy als Prins Hal, Frank Pettingell als Falstaff en Sean Connery als Hotspur. In 1979 volgde de BBC-televisiereeks over Shakespeare met Jon Finch als Hendrik IV, David Gwillim als Prins Hal, Anthony Quayle als Falstaff en Tim Pigott-Smith als Hotspur. In 2012 verscheen de reeks The Hollow Crown, met de tweede tetralogie, onder regie van Richard Eyre. Jeremy Irons speelde Hendrik IV, Tom Hiddleston vertolkte Prins Hal, Simon Russell Beale kroop in de huid van Falstaff, en Joe Armstrong nam de rol van Hotspur voor zijn rekening.
  • Orson Welles' Chimes at Midnight (1965) compileerde de twee Hendrik IV-stukken en voegde er aantal scènes uit Henry V en dialogen uit Richard II en The Merry Wives of Windsor aan toe. Welles is erin te zien als Falstaff, John Gielgud als Koning Hendrik, Keith Baxter als Hal, Margaret Rutherfo als Mistress Quickly en [[Norman Rodway als Hotspur.
  • De filmversie van Henry V uit 1989 laat met [flashbacks een aantal scènes zien uit Henry IV. De hoofdrollen werden vertolkt door Robbie Coltrane als Sir John Falstaff en Kenneth Branagh als de jonge prins Hal.
  • The War of the Roses Henry IV Part 1 (VK, 1990) is een directe verfilming van een podiumproductie van Michael Bogdanov en Michael Penningtons '7 stukken'- reeks op basis van Shakespeares historiestukken.
  • Gus Van Sant bracht in 1991 de film My Own Private Idaho uit, die losjes gebaseerd is op het eerste deel van Henry IV.

Opera en musical

bewerken
  • Antonio Salieri: Falstaff Ossia Le tre burle. Opera, première in Wenen in 1799
  • Michael William Balfe: Falstaff. Opera, première in Londen in 1838
  • Giuseppe Verdi: Falstaff. Opera, première in Milaan in 1893
  • De one-man hip-hop musical Clay is losjes gebaseerd op Shakespeares Henry IV.

Nederlandse vertalingen

bewerken

Nederland kan er zich op beroemen de primeur te hebben van de eerste authentieke vertaling van een stuk van Shakespeare op het vasteland. [8] De vertaling werd in 1654 in Amsterdam uitgegeven en opgevoerd in de Stadsschouwburg. Toch bleef Shakespeares werk tot laat in de achttiende eeuw praktisch onbekend in de Lage Landen. De stukken die hier wel werden opgevoerd, hadden behalve de titel niets of weinig gemeen met het origineel. Ook hedendaagse Nederlandse vertalingen zijn bijzonder schaars. Anno 2012 is er van de hand van Jan Jonck - die reeds Shakespeares blijspelen in het Nederlands publiceerde - een vertaling in de maak.

  • 1780 - Eerste Deel van Hendrik den Vierden, met het leven en den dood van Hendrik, genaamt Hotspur. Anomymi. Amsterdam.
  • 1877 - Hendrik IV, Geschiedkundig drama, Eerste deel. Vertaler: A.S. Kok. Amsterdam.
  • 1891 - Koning Hendrik de Vierde, Eerste Deel. Vertaler: L.A.J. Burgersdijk. Leiden.
  • 1891 - Koning Hendrik IV, deel I. Vertaler: C.L. Schepp (ongepubliceerd).
  • 1955 - William Shakespeare Hendrik IV, Ingeleid en vertaald door Willy Courteaux. Amsterdam/Antwerpen.
  • 1966 - Hendrik IV: eerste deel: historiespel in vijf bedrijven. Vertaler: Bert Voeten. Bezige Bij Amsterdam
  • 1968 - Hendrik IV. Vertaler: D. Verspoor (ongepubliceerd).
bewerken

Bronnen

Noten

  1. Hendrik claimde de troon als afstammeling van Hendrik III, die over Engeland heerste van 1216 tot 1272, liet Richard II gevangennemen en vermoorden.
  2. Shrewsbury ligt aan de grens van Wales en Engeland
  3. Bedrijf II, toneel IV/V
  4. genoemd naar zijn geboorteplaats Bolingbroke in Lincolnshire
  5. Howard en Rackin: Engendering a Nation: A Feminist Account of Shakespeare's English Histories, Routledge, 1997
  6. Samuel Johnson: "These two plays will appear to every reader, who shall peruse them without ambition of critical discoveries, to be so connected, that the second is merely a sequel to the first; to be two only because they are too long to be one."
  7. The Norton Shakespeare, second edition, 2008
  8. Leek: 'Shakespeare in Nederland': "Shakespeare anomymus; De eerste sporen van zijn werk in het drama van de Gouden eeuw".
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.