Onderwijstechnologie/ICT en 'doven en slechthorenden': verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 121:
Personen die geen aangepaste computer hebben, zullen een scanner nodig hebben die beschikt over een tekstherkenningssoftware-pakket. Dit pakket bevat een tekstherkenningsprogramma, een spraaksyntheseprogramma en een specifieke software voor de bediening ervan.
 
Schermuitleesprogramma’s zijn programma’s die er voor zorgen dat een computer gebruikt kan worden voor blinden en zeer slechtzienden. Het programma zal de scherminhoud interpreteninterpreteren. De uitvoering hiervan zal gebeuren in braille of met spraaktechnologie. Voorbeelden hiervan zijn Linux (Blinux) en MacOS (VoiceOver).
 
Vergrotingssofware wordt voorzien voor slechtzienden die zich nog kunnen behelpen met het vergroten van teksten op een computer. Vaak wordt deze software aangevuld met een spraakweergave. Voorbeelden van de vergrotingssoftware zijn Lunar en Zoomtext Magnifier. Voorbeelden van vergrotingssoftware gebundeld met spraakweergave zijn Lunar Plus en Zoomtext Magnifier/Screenreader.
 
Via Spraaksyntheseprogramma’s bekom je een kustmatigekunstmatige spraak die ondersteund wordt door een geluidskaart. Een geluidskaart is tegenwoordig aanwezig in alle computers. Dit programma kan op zichzelf niet zelfstandig bestaan. Er is een nood aan een vergrotingsprogramma of een schermuitleesprogramma.
 
Braille-leesregels hebben als functie de tekst van een computerscherm weer te geven in braille via braillepennetjes. Het spreekt voor zich dat deze technologie enkel gebruikt kan worden door mensen die reeds het braillegeschrift kunnen lezen.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.