Nederlands/Grammatica/Werkwoorden/Gezegde: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 87.211.77.244 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door De Wikischim |
|||
Regel 26:
Het naamwoordelijk deel van het gezegde wordt vaak ook kortweg "het naamwoordelijk deel" genoemd. Dit zinsdeel beschrijft een eigenschap van het [[onderwerp (zinsdeel)|onderwerp]] of is qua betekenis gelijk aan het onderwerp. Het naamwoordelijk deel van het gezegde wordt altijd met het onderwerp verbonden door middel van een koppelwerkwoord:
::Onze bakker ''werd'' na de verkiezingen ''minister van
:::naamwoordelijk gezegde: ''werd minister van milieu''.
::Onze slager ''bleef'' maar ''ziek''.
|