Onderwijs in relatie tot P2P/Partnerstaat: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k red.; dit is neem ik aan bedoeld
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
{{Navigatie
|Boek=Onderwijs in relatie tot P2P/Kernconcepten
|vorige=VorigeParticipatieve conceptnaamwetgeving
|tekstvorige=
|huidige=Partnerstaat
|volgende=VolgendePassionele conceptnaamproductie
|tekstvolgende=
}}
Regel 12:
 
== Conceptnaam en P2P==
 
De opkomende p2p-beweging doet stemmen opgaan voor een transformatie van de huidige staatsvorm naar het idee van de partnerstaat. Momenteel leven we immers in een welvaartstaat, waarbij de overheid vanuit een centrale positie beslissingen neemt over socio-economische kwesties. Dit model heeft een zeer sturende functie die het niet alle burgers toelaat om in hun activiteiten waarde te scheppen voor de maatschappij.
 
In het partnerstaat-model daarentegen zorgt de overheid voor de randvoorwaarden, zodat burgers wel samen waarde naar voren brengen, waarvan de gehele gemeenschap profiteert. Deze staat dan meer dan de som van de individuen en behartigt de algemene belangen van de gemeenschap.
 
Hoewel vandaag de dag her en der in de wereld kenmerken van partnerstaten te herkennen zijn, kan men nog niet spreken over partnerstaten op het niveau van de natiestaat. Volgens Michel Bauwens is er nog een lange weg te gaan vooraleer een staat effectief de overgang maakt naar het nieuwe model. Hij stelt deze mogelijke overgang voor a.d.h.v. een strategie met drie verschillende fasen. Deze fasen voglen elkaar niet noodzakelijk achtereenvolgens op, maar worden wel allemaal op de een of andere manier doorlopen.
 
# Eerst en vooral moet er een menselijk draagvlak zijn dat zich achter dit vernieuwende idee wil scharen. Dit kan volgens Bauwens allen maar door het netwerk van p2p-sympathisanten te laten groeien.
# Zodra er voldoende mensen voorstander zijn van de ideeën, kan het ook op de politieke agenda’s geplaatst worden van verschillende partijen. Hierdoor kan er een nieuwe politieke meerderheid gecreëerd worden, een coalitie die de commons verdedigt.
# Tot slot begint het echte proces van de transformatie van de staat tot een partnerstaat. Op veel vlakkan van de samenleving zal een sterke decentralisering gebeuren, waardoor zelforganisatie van de burgers primeert. Dit zal bereikt worden via de idee van echte democratie, de idee van diepe participatien, enz. (p.119)
 
De partnerstaat is dus een verder gedemocratiseerde staat (een polyarchie {interne link}) volgens Bauwens. Meer bepaald participatieve democratie wordt gestimuleerd: iedereen die bepaalde gevolgen ondergaat, krijgt medezeggenschap. In concreto kan het gaan van inspraak in productieprocessen tot de commodificatie van publieke goederen {interne link}.
 
Deze transformatie is nodig om op beleidsniveau de p2p-gedachten te verankeren. Bauwens meent immers dat p2p niet zonder staat kan, er is een apparaat nodig dat het algemeen belang nastreeft, de markt reguleert, de openbare veiligheid reguleert en de vorming van commons en zelfproductie bevordert. P2p ziet het als én-én: én een krachtige beweging van onderop én een krachtig beleid. Het is dus niet hetzelfde als een terugtrekkende overheid, waarbij zoveel mogelijk regels en wetten gemeden worden en dus ook geen ondersteunend kader wordt geboden bijvoorbeeld inzake infrastructuur.
 
==Voorbeeld==
 
Er bestaan al concrete gevallen van plaatsen waar de staat optreedt als partnerstaat, hetzij in beperkte vorm. Het gaat dan niet om natiestaten, maar om lokale bestuursvormen.
 
In het Franse Brest zette het stadsbestuur de burgers aan zelf een toegevoegde waarde te creëren voor hun stad. Deze stad had nood aan een sociale opflakkering, daar er veel sociale onrust heerst sinds de slecht aangepakte wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog.
Het stadsbestuur besloot hiervoor virtuele middelen te gebruiken in de vorm van plaatselijke versies van Facebook, YouTube en Flickr. Daarnaast investeerde het ook in opleidingen en opende het een bibliotheek waar men allerlei materialen kon uitlenen om bijvoorbeeld video-opnames te maken.
De burgers konden nu zelf aan de slag om ideeën uit te werken: er werden fotogalerijen gemaakt, mondelinge overleveringen van de geschiedenis vereeuwigd en er werden zelfs oude smokkelroutes in kaart gebracht om wandelaars te lokken. Niet alleen het sociale leven, maar ook het toerisme en de economie kwam dit ten goede.
 
==Theoretische duiding==
 
De partnerstaat is een begrip dat Michel Bauwens zelf ontwikkelt heeft. Theoretische verdieping hierover is dus schaars. Wel vinden we in België enkele auteurs terug die ook het begrip ‘faciliterende overheid’ hanteren. Hierbij wordt het begrip in de context van onderwijsbeleid geplaatst.
Ook deze auteurs menen dat een faciliterende overheid de infrastructuur voorziet voor haar burgers waardoor er geen nood meer is aan een centrale regulering en mensen de kans krijgen tot zelfsturing en inspraak in beslissingen. (Simons & Masschelein, 2007).
 
==Externe links==
 
Een verdieping van het concept partnerstaat volgens M. Bauwens:
*http://p2pfoundation.net/Partner_State
*http://p2pfoundation.net/Een_blauwdruk_voor_de_P2P-samenleving:_de_partnerstaat_en_de_ethische_economie#4._Naar_een_partnerstaat
 
Een verdere uitdieping van het voorbeeld op deze pagina:
*http://wiki.a-brest.net/index.php/Portail:BBC_2013
 
Een ander voorbeeld van partnerstaat in Spanje: http://blognl.p2pfoundation.net/?p=653Theoretische verdieping:
*http://p2pfoundation.net/Een_blauwdruk_voor_de_P2P-samenleving:_de_partnerstaat_en_de_ethische_economie
 
Theoretische verdieping:
*http://p2pfoundation.net/Een_blauwdruk_voor_de_P2P-samenleving:_de_partnerstaat_en_de_ethische_economie
 
==Referenties==
 
Simons, M. & Masschelein, J. (2007). Spiegeltje, spiegeltje aan de wand: over onderwijsbeleid en informeren. Impuls, 38(2), 67-75.
 
Lievens, J. (2013) De wereld redden. Michiel Bauwens. Met peer-to-peer naar een postkapitalistische samenleving. Antwerp, Belgium: Uitgeverij Houtekiet.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.