Onderwijs in relatie tot P2P/Peer-to-peernetwerken: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 15:
P2p wordt steeds meer, ook buiten de computerwereld, gebruikt om fenomenen te beschrijven waarbij mensen elkaar horizontaal benaderen. Horizontaal betekent hier: op voet van gelijkheid en zonder (of met minimale) tussenkomst van bijvoorbeeld een bedrijf of de overheid. (Lambrechts, 2012)
Michel Bauwens was één van de eersten die het principe van p2p uitbreidde naar andere maatschappelijke fenomenen. Hij beschouwt het als een sociale structuur. Volgens Michel Bauwens heeft p2p betrekking op de capaciteit van mensen om als gelijken samen te werken, waarde te creëren en te produceren, zonder het te moeten vragen (de oorspronkelijke betekenis van p2p
Volgens Michel Bauwens kunnen p2p-netwerken opgedeeld worden in 4 kwadranten, die telkens een ander economisch model voorstellen: netarchisch kapitalisme, distributief kapitalisme, global commons en lokale veerkracht. Hij ontwikkelt daarvoor een kwadrant met op de verticale as van ‘gecentraliseerd/globaal’ tot ‘gedecentraliseerd/lokaal’ en op de horizontale as van ‘oriëntatie op winst’ tot ‘oriëntatie op maatschappelijk nut’ (Bauwens, & Lievens, p.57). Voor een duidelijk figuur verwijs ik naar (Bauwens, & Lievens, p.57)of (Leyssens 2014).
In het eerste kwadrant bevinden zich de netarchische kapitalisten zoals Facebook, Google, YouTube en Flickr. Dit zijn zuiver commerciële bedrijven die kapitaal investeren in sociale netwerken en platformen en zodoende sociale productie mogelijk maken en bevorderen. De bedoeling van Facebook is de p2p-dynamiek van de gebruikers om te zetten in ruilwaarde voor de aandeelhouders. Facebook is dus een winstgedreven systeem, en p2p omdat gebruikers er gratis gebruik van kunnen maken. Het centrale aspect zit hem er in dat je als gebruiker niet betrokken wordt in het ontwerp van het platform én dat je niets te zeggen hebt over de privé data die je ter beschikking stelt op het platform. Er is steeds een zekere tweestrijd verscholen in dergelijke netwerken. Langs de ene kant krijgt de gebruiker de mogelijkheid om gratis van een bepaalde dienst gebruik te maken, langs de andere kant wordt de waarde van het systeem bepaalt door de gebruikers, die er niet voor betaald worden. Distributief kapitalisme bestaat uit systemen gebaseerd op individuele kapitaaltransacties zonder monopolievorming. Het merendeel van de p2p-marktplaatsen (vb. Ebay) valt hieronder. Gebruikers kunnen gebruik maken van het systeem om zichzelf te verrijken. De manier waarop een distributief kapitalistisch systeem zich ontwikkelt, hangt af van de intentie van de gebruiker.
Een global commons is een systeem dat op een centrale plaats georganiseerd wordt maar met als doel de gebruikers in staat te stellen van de diensten gebruik te maken. Een goed voorbeeld hiervan is Couchsurfing waar leden andere leden vragen om overnachting, en waar men kan aangeven of men een slaapplek ter beschikking heeft. De waarde van het systeem wordt gegenereerd door de gebruikers, en output van het systeem staat ook ten dienste van de gebruikers. Couchsurfing is wat Michel Bauwens omschrijft als een globaal-lokaal systeem. Het systeem is wereldwijd universeel, maar de output is erg lokaal gericht. In het laatste kwadrant vinden we de lokale commons terug. Deze netwerken bevinden zich traditioneel in de transitie-sfeer. Voorbeelden van deze netwerken zijn zaken als stadslandbouwgroepen, buurttuinen, alternatieve (lokale) munten of collectieve aankoopgroepen. Het doel ervan is het uitbouwen van een veerkrachtige lokale gemeenschap (Leyssens 2014).
Al die initiatieven zijn niet winst-, maar gemeenschapsgericht en bieden, zeker in tijden van crisis, veel soelaas. Bauwens benadrukt dat we vooral aandacht moeten hebben voor het vierde kwadrant, met name de globale commons om te kunnen komen tot een wereldwijde samenwerking op het vlak van kennis, ideeën, wetenschap, techniek en cultuur. (Bauwens, & Lievens, p.66)
|