Onderwijs in relatie tot P2P/Productiewijze: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 19:
Ten tweede kunnen we spreken van een eigenschap die Bauwens en Lievens (2013) ‘anticredentialisme’ noemen. In het P2P-model zijn er geen diploma's of referenties vereist om een taak te mogen uitvoeren. Wel moet men natuurlijk beschikken over de nodige vaardigheden en kennis. Op basis van een kwaliteitscontrole, die achteraf wordt ingevoerd a.d.h.v. een validatie of goedkeuring door de gemeenschap, wordt er beoordeeld of de bijdrage geschikt is. Dit wordt nagegaan door een ‘college van deskundigen’ die het vertrouwen genieten van de gemeenschap.
 
Bij peer-productie kan iedereen bijdragen tot een bepaald peer-to-peerproject, aangezien iedereen over zijn eigen talenten beschikt. We spreken hier over het 'equipotentialiteit' van peer-to-peer. Iedereen kan naargelang zijn vaardigheden en voorkeuren zijn steentje bijdragen, zonder onderscheid van rang of stand. Elk individu koppelt zijn verschillende bekwaamheden aan bepaalde taken van projecten waarmee men de meeste affiniteit of verwantschap heeft. Zo zal een persoon die heel goed kan onderwijzen, maar ook veganist is en aan fietsen sleutelt, bijdragen aan drie verschillende peer-gemeenschappen. Op basis van de bijdrage aan deze commons kan men zijn eigen identiteit opbouwen in verschillende netwerken.
 
Bijkomend kunnen we zeggen dat peer-gemeenschap een affiniteitsgemeenschap is die zowel globaal als lokaal is. Hiermee wordt bedoeld dat de productie ter plaatste gekoppeld kan worden aan globale kennis. Zo starten peer-projecten meteen op als een globaal gebeuren, bv oprichting van P2P Foundation door zowel mensen in Amsterdam, Colombia, Berlijn, Barcelona, als Thailand. In vergelijking met het kapitalisme, waar multinationals als kleine bedrijven beginnen en geleidelijk aan uitgroeien tot globale organisaties.
Regel 25:
Een ander verschil in de productiewijze is de eigenschap dat alles van een peer-project open en transparant is voor iedereen, ‘holoptisme’ genoemd. Men beschikt over alle middelen om te weten te komen wat er gaande is. In vergelijking met het kapitalisme waar een piramidale structuur heerst, waarbij enkel de top alles weet en de rest alleen weet wat ze moeten weten.
 
Ook kenmerkend voor peer-productie is het 'modulair of granulair karakter' voor zowel het product (design) als de productie (proces). Het modulair product betekent dat alles vervangbaar is. Elk onderdeel van bijvoorbeeld een auto kan snel vervangen worden door iets beters. Een benzinemotor zal even snel vervangen kunnen worden door een elektrische motor, als het vervangen van een autoband. Men spreekt van 'lego-logica', waarbij het product ineen geknutseld wordt als legoblokjes, maar waarbij elk blokje vervangbaar is. Deze logica staat in contrast met de traditionele auto-industrie waarbij het veel langer duurt om veranderingen aan te brengen aan bestaande modellen doordat deze zeer duur zijn of waar een verbeterend ontwerp moet wachten vooraleer het in de productielijn wordt opgenomen. Ook de productie kent een modulair karakter, er wordt namelijk gewerkt met aparte modules waarin hij of zij het best is, bv de motor van een wagen, de carrosserie, de wielen, …. Omwille van de modulaire productie heeft elk onderdeel van de wagen de beste deskundigheid gehad.
 
Vervolgens valt bij peer-productie de klassieke rolverdeling tussen producent en consument weg. Men zal spreken van de ‘produser’, de combinatie van producent en user. Aangezien het ontwerp van het product voortdurend wordt bijgewerkt met behulp van de gebruikers, kan men niet meer spreken van gewoon een product maken. Het is een continu verbeteringsproces waarin de gebruikers even belangrijk zijn als de initiatiefnemers van het product.
 
Verder kunnen we spreken van een 'deproletarisering'. Dit is een verandering van de klassenstructuur van de samenleving. Iedereen in de gemeenschap draagt bij tot de commons, maar er is wel sprake van een meritocratische evolutie waarbij deskundigen, mensen die door de gemeenschap erkend worden, een belangrijkere rol spelen. De positie van deze deskundigen hangen af van hun kennis en niet van diploma’s of afkomst. Anderen kunnen dus ook die kennis verwerven, want peerprojecten zijn open systemen waarin deskundigen vervangbaar zijn indien de expert zijn kennis niet up-to-date houdt. ‘We worden allemaal kenniswerkers,’ volgens Bauwens en Lievens (2013).
 
Ten slotte is er een ontkoppeling tussen productie en loon. De peer-productie richt zich op de productie van gebruikswaarde. Men wil een product beter maken, omdat het nuttig is en men gedreven is door passie. In tegenstelling tot het kapitalisme waarbij men goederen produceert om ze te verkopen en geld te verdienen. Op basis van deze en bovenstaande kenmerken wordt er aangetoond dat peer-productie zich onderscheidt van het kapitalisme. Zoals Bauwens en Lievens (2013) concluderen: ‘Peer-productie is een postkapitalistische productiewijze die zich ontwikkelt binnen de huidige maatschappij.’
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.