Onderwijsarchitect/Theorie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 168:
 
===Activiteiten===
BelangrijksteDe belangrijkste activiteit om analyse en reflectie over casussen te prikkelen en daarmee het oplossend vermogen, overzicht en inzicht te vergroten is discussie. Daarnaast is het puzzelen om de oplossing zo goed mogelijk te laten zijn een sterk motiverend onderdeel.
 
Studenten krijgen kort vooraf een casus aangereikt die ze met gezond verstand / rechts­gevoel dienen op te lossen. Docenten (Ron, Martin en Hilda) doen tijdens een hoorcollege voor hoe ze zelf als expert dit fiscale probleem analyseren en oplossen en tot een gezamenlijk advies komen. Ze laten de studenten bewust schrikken door voor te doen hoe goed het moet (de lat leggen we een stuk hoger dan we eigenlijk als wenselijk niveau achten). Dus laat zien wat het eindniveau is en demonstreer het pad. Daarbij demonstreren ze vooral reflectie op hun eigen handelen, gedachten en emoties. De studenten doen dit eerst in groepen na en vervolgens individueel. De aanwezigheid tijdens het eerste hoorcollege is tevens de inschrijving voor het hele vak.
Regel 174:
Tevens wordt een spelelement ingebracht. Groepen richten fictieve juridische (onderzoeks)bureaus op met alles erop en eraan. Ze dienen dus na te denken over de ondernemingsvorm, personeel, vorm van belasting enzovoorts. In die hoedanigheid treden de studentengroepen op als juridische (onderzoeks)bureaus die proberen door de kracht van hun advies voor het oplossen van een probleem van een klant een opdracht bij die klant binnen te krijgen. De competitie zit erin dat het bureau dat de meeste omzet binnenhaalt, wint. De bureaus die niet voldoende omzet leveren om te bestaan worden opgeheven (na 1 week worden de bureaus die vallen onder de onderste 30% prestatie opgeheven). Nieuwe bureaus kunnen worden gevormd maar alleen als ze alsnog met voldoende startkapitaal (lees: opdrachten in hun portefeuille) kunnen beginnen. Een extra opdracht, zoals dictaten of rechtsartikelen (her)schrijven, kan als voorwaarde worden gesteld.
 
In het eerste deel wordt er op 1 middag 4 werkgroepen met elk 6 groepen van 6 studenten via de carrousel werkcollege begeleid. De docent brengt een casus vooraf in met te beperkte informatie om goed op te kunnen lossen. Daarna mag elke woordvoerder 1 op 1 2 minuten aanvullende vragen stellen. De docent bepaalt welke groep welke beloning, lees: omzet, mag toevoegen aan het eind van de middag. Voorbereiden mag niet alleen, maar is zelfs wenselijk om te kunnen winnen. De middagen zijn genoeg om alle studenten adequaat te activeren.
 
Op de helft van het college gaat de groep nadoen wat de docenten deden. Iemand brengt een casus (roulerende rol), één andere student beoordeelt deze en de rest maakt een voorstel. De beste 10 studenten winnen de competitie en krijgen vrijstelling.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.