Klassieke Mechanica/Kinematica-2: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Hij » De bal |
|||
Regel 140:
[[afbeelding:Bal-corioliseffect.svg|right|afbuiging door Corioliseffect]]
Dat vrij bewegende objecten een gekromde baan volgen binnen een roterend assenkruis, kan ook gemakkelijk begrepen worden m.b.v. de figuur hiernaast. Onderstel dat een iemand in punt A staat op een linksom draaiende schijf en een bal wil werpen naar een persoon in B, aan de buitenkant van de schijf. Wanner de man in A de bal gooit, geeft hij aan die bal een relatieve snelheid in de richting van B, radiaal naar buiten. Als we de luchtweerstand even verwaarlozen, dan blijft de horizontale component hiervan constant. Als hij de bal gooit vanuit het centrum van de schijf, dan heeft hij daar geen sleepsnelheid t.o.v. de grond. Naarmate de bal zich verwijdert van A, passeert hij over punten met een steeds grotere omtreksnelheid, die de sleepsnelheid is.
De waarnemer in een bewegend systeem ziet dat alle massa's de neiging hebben om naar buiten te bewegen en dat hun banen op een speciale manier afgebogen worden. Hij kan dit verklaren door aan te nemen dat hij in een systeem leeft waarin op alle massa's een naar buiten gerichte kracht werkt, de middelpuntvliedende kracht, en een speciale dwarskracht die alle banen doet afwijken. Dit is een verklaring door het aannemen van [[Klassieke_Mechanica/Traagheidskrachten|traagheidskrachten]] of pseudokrachten. Deze krachten komen immers niet van andere voorwerpen maar zijn eerder een wiskundige compensatie om de wet van Newton toch te kunnen opschrijven in een roterend assenkruis. In een inertiaalstelsel moet men opschrijven:
|