Duits/Grammatica/Werkwoorden/Regelmatig (zwak) in de tegenwoordige tijd: verschil tussen versies

In het Duits eindigt de stam van sommige werkwoorden op een ''-t'' of een ''-d''. Aangezien uitgangen soms dan niet zo lekker uitgesproken worden, zijn er aparte grammaticale regels voor bedacht. Deze lijkt opgaat de regelsvervoeging geleerdhier alsiets bij het werkwoord "wohnen"anders.

Hieronder wordt metaan de hand van twee voorbeelden uitgelegd wat de verschillen zijn. Het eerste werkwoord (''wohnen'') is geheel regelmatig, de werkwoorden ''reden'' (praten) en ''antworten'' (antwoorden) hebben een stam die eindigt op een ''-t'' of een ''-d''. Vetgedrukt staan de verschillen weergegeven.

Hieruit blijkt dat de ''du-'', ''er/sie/es''- en ''ihr-vorm''vormen een extra ''-e'' krijgtkrijgen in deal uitgangdit bijsoort regelmatige werkwoorden die eindigen op een -t of een -dgevallen.

'''letLet op!''' De volgende werkwoorden gebruikenkrijgen dezelfde uitgangen als de regelmatigezwakke werkwoorden diewaarvan eindigende opstam eeneindigt op ''-t'' of een ''-d'':

WerkwoordenZwakke werkwoorden die eindigen op een ''-d'' of ''-t'' zijn in deze cursus altijd regelmatig in het geval van toetsen of opdrachten;, tenzij men ze eerder heeft geleerd.