Ab Urbe Condita/Ab excessu metus Punici: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Evil berry (overleg | bijdragen)
Evil berry (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 35:
Nu hij de Cimbri had verslaan, genoot Marius van zijn verdiende soldatenrust in zijn huis in de buurt van het Forum. Maar hij werd niet met rust gelaten door zijn ''populares''-vrienden onder leiding van Saturninus en Glaucia om zich in te zetten voor hun zaak.
 
Om aan hen te ontsnappen wist hij in - 98 een ''missio libera'' (ambassade) naar Asia te ontvangen, waarbij hij er in slaagde om de koning van Pontus, Mithridates VI Eupator, te beledigen met de woorden “O koning, ofwel tracht u groter in macht te zijn dan de Romeinen, ofwel voer je stilzwijgend de bevelen uit.” (Plutarchus, ''Marius'' 31.5.){{fn|1}} Mithridates wist voorlopig zijn trots in te slikken en schikte zich naar de wensen van de Romeinen.
 
In - 90 brak de ''bellum sociorum'' (“bondgenotenoorlog”) uit, nadat de {{Uitleg|volkstribuun|''tribunus plebis''}} Marcus Livius Drusus er niet was in geslaagd om de problemen op te lossen (hij had teveel ineens willen doen, waaronder het toekennen van het Romeinse burgerschap aan de bondgenoten) en was vermoord, maar Marius zou erin slagen om zich er grotendeels buiten te houden.
Regel 60:
De “zuivering” richtte een bloedbad aan in Italia (o.a. in Praeneste) en gewiekste zakenlui wisten gouden zaken te doen, door de verbeurd verklaarde goederen aan een prikje op te kopen en met grote winst terug te verkopen. Het levert ook Sulla een enorm persoonlijk fortuin op. Hij werd voortaan ook vergezeld van een lijfwacht van ongeveer 10000 vrijgelatenen, die de voorloper van de {{Uitleg|praetoriaanse garde|''cohortes praetoriae''}} zou zijn.
===Sulla's dictatuur===
Op vraag van Sulla stelde de {{Uitleg|senaat|''senatus''}} Lucius Valerius Flaccus aan als ''interrex'' om een ''dictator legibus scribundis et rei publicae constituendae'' aan te stellen (lees: Sulla aan te stellen als ''dictator'', en deze mocht zijn ambt behouden tot dat hij vond dat zijn opdracht was vervuld. De ''interrex'' bracht een ''lex Valeria de Sulla dictatore'' voor in de ''comitia'' en liet deze vervolgens goedkeuren door de {{Uitleg|senaat|''senatus''}}. Deze wet legaliseerde Sulla's eerder daden, gaf hem recht over leven en dood, om land van de ''ager publicus'' uit te delen (cf. Marius) alsook ''coloniae'' te stichten (vooral in Italia: ''colonia Cornelia Veneria'' in Pompeii) en om over de veroverde koninkrijken te beschikken (cf. Tiberius Sempronius Gracchus en Pergamon). {{Aut|A. Piganiol}} noemt het “het eerste voorbeeld van een wet die de soevereine autoriteit delegeerde (''lex de imperio''), waarop later de “imperiale” macht zou worden gebaseerd.”{{fn|12}}
 
In de periode 81-80 hield Sulla zich zowel intensief met politiek als met zijn imago bezig. Hij zou vooral de macht van de ''tribunes plebis'' (de “aanstichters” van het conflict met Marius) inperken, door hen te verplichten hun {{Uitleg|plebiscieten|''plebiscita''}} terug ter goedkeuring voor te leggen aan de {{Uitleg|senaat|''senatus''}} en hun {{Uitleg|« ik verbied »|''veto''}} in te perken, ten voordele van de {{Uitleg|senaat|''senatus''}}. Hij schafte tevens het verbod tegen {{Uitleg|senators|''senatores''}} als {{Uitleg|rechters|''iudices''}} af, zodat de {{Uitleg|ruiters|''equites''}} hun invloed in de rechtspraak terug zagen afnemen. Anderzijds was de {{Uitleg|senaat|''senatus''}} door de ''prosciptiones'' van Sulla uitgedund en de voordien driehonderd leden tellende {{Uitleg|senaat|''senatus''}} zou door Sulla worden aangevuld tot zeshonderd, waarvan praktische alle nieuwelingen vertrouwelingen van Sulla waren. Maar hij deed ook aan stadsvernieuwing, zowel in Rome als daarbuiten (en dan vooral in Italia). In zijn propaganda trachtte hij zijn tegenstanders zwart te maken, maar door de propaganda die na hem door de ''dictator'' Caesar zou worden gevoerd, werd het beeld dat Sulla van zichzelf had gecreëerd in de schaduw gesteld door dat van Caesar.
 
In 81 had hij een rijkelijke {{Uitleg|triomftocht|''triumphus''}} gehouden waarbij hem ook het recht op 24 {{Uitleg|lictors|''lictores''}} werd verleend, door sommigen een “koninklijk” aantal genoemd, om aan te tonen dat Sulla het {{Uitleg|militair opperbevel|''imperium''}} van de twee {{Uitleg|consuls|''consules''}} in één persoon verenigde. Zijn Griekse bijnaam ''Epaphrodites'' (“Aphrodite's lieveling”) zou hij in Rome als ''Felix'' aan zijn naam toevoegen. Dit was de eerste keer dat een godin werd verbonden met een ''imperator''. In 80 (of 79?) tenslotte legde de zieke Sulla “de macht neer” (Plutarchus, ''Sulla'' 34.{{fn|3.)}} om aan zijn memoires te beginnen schrijven. Hij zou in 78 overlijden, waarop hij als eerste van de ''Cornelii'' werd gecremeerd, mogelijk uit vrees dat men met hem hetzelfde zou doen als hij had gedaan met Marius' lijk (namelijk zijn lichaam opgraven en in de Tiber gooien).
==Gnaius Pompeius==
[[Afbeelding:Pompejus.JPG|thumb|Buste van Gnaius Pompeius (ca. - 50, Ny Carlsberg Glyptotek).]]
Gnaius Pompeius werd geboren in - 106 of - 105 als zoon van de ''eques'' Gnaius Pompeius Strabo, die tijdens de {{Uitleg|bondgenotenoorlog|''bellum sociorum''}} Picenum beheerste en zich had kunnen verrijken. Hij erfde niet alleen de immense rijkdommen van zijn vader, maar ook diens uitgebreide kring aan ''clientes''. Zo kon de prille twintiger met zijn uit eigen tas betaald leger Sulla in - 83 ter hulp komen. Hij zou vervolgens ingezet worden tegen de Mariaanse strijdkrachten in Africa, waar zijn troepen hem in 81 de bijnaam ''Magnus'' zouden geven. Een minder vleiende bijnaam die hij in deze periode kreeg was die van ''adulescentulus carnifex'' (“tiener-beul”).{{fn|4}}
===Pompeius' opkomst===
In - 79, toen Sulla nog maar net de macht had neergelegd, stelde de ambitieuze Marcus Aemilius Lepidus (ooit nog een medestander van Sulla) zich kandidaat voor het consulaat van 78 met de belofte het merendeel van Sulla's beslissingen terug te draaien. Hij kreeg hierbij de steun van Pompeius, maar Sulla meende dat zijn “herstelde” republiek sterk genoeg was om een Lepidus te weerstaan. Lepidus programma omvatte onder meer het (terug) invoeren van gesubsidieerde graanuitdelingen, teruggave van door Sulla geconfisqueerd land en het herstel van de macht van de ''tribunes plebis''. Verkozen met een grote meerderheid van de stemmen kwam hij in conflict met zijn collega Quintus Lutatius Catulus, waarop Lepidus een opstand begon in Etruria die zich zou uitbreiden naar Gallia. Begin 77 riep de {{Uitleg|senaat|''senatus''}} hem dan ook uit tot staatsvijand en zijn ex-collega Catulus werd samen met Gnaius Pompeius (!) aangesteld om Lepidus aan te pakken. Nadat hij was verslagen door Catulus, werd hem de absolute nederlaag toegediend door Pompeius te Cosa.
Regel 102:
{|
|valign=top|{{fnb|1}}
|Plutarchus, ''Marius'' 31.5.
|-
|valign=top|{{fnb|2}}
|{{Aut|A. Piganiol}}, ''La conquête romaine'', Parijs, 1974, p. 461.
|-
|valign=top|{{fnb|3}}
|Plutarchus, ''Sulla'' 34.3.
|-
|valign=top|{{fnb|4}}
|Valerius Maximus, VI 2 § 8.
|}
==Referenties==
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.