Wikijunior:Frans/Thema 1/Les 2
Kid zou graag zichzelf en zijn gezin omschrijven, help jij hem? TekstbewerkenWoordenschatbewerkenWoordenlijst Les 2
U kent nu {{{1}}} woorden, waarvan {{{2}}} nieuwe.
GrammaticabewerkenBijvoeglijke naamwoorden: mannelijk - vrouwelijkbewerkenIn de vorige les hebben we gezien dat lidwoorden aangepast zijn aan het geslacht van het woord. Zo hebben we un/une voor "een" en le/la voor "de" en "het". Maar zoals je in bovenstaand tekstje ziet, worden ook de bijvoeglijke naamwoorden aangepast aan het woord waar ze bij horen. Daarom bestaat er van ieder bijvoeglijk naamwoord een mannelijke en een vrouwelijke vorm. De algemene regel is dat je van een mannelijk bijvoeglijk naamwoord een vrouwelijk maakt door een e achter het woord te plaatsen. Deze regel kent slechts een paar uitzonderingen. Als de mannelijke vorm van het bijvoeglijk naamwoord al op een "e" uitgaat, wordt er niet nog een "e" achter geschreven, maar is de vrouwelijke vorm gelijk aan de mannelijke. Verder wordt soms niet alleen een "e" achter de mannelijke vorm gezet, maar wordt ook in verband met de uitspraak de slotletter eerst verdubbeld. Daarnaast zijn er nog enkele uitzonderingen; die zullen we later bespreken. In de volgende tabel zien we enkele voorbeelden.
Zoals blijkt is faible helemaal niet veranderd, omdat de mannelijke vorm al op een e eindigt en een extra e er achteraan plaatsen niet zou helpen. En bij gentil is is de slotletter "l" verdubbeld voordat de "e" erachter gezet is. MeervoudbewerkenEn hoe zeg ik in het Frans: de mannen? In de vorige les heb je gezien dat le en la gebruikt werden bij enkelvoudige substantieven. Ook voor het meervoud is er een vorm: les.
Zoals je gemerkt hebt is er geen onderscheid tussen de mannelijke en vrouwelijke vorm van het lidwoord in het meervoud, dat is altijd les. Oefeningenbewerken1. Vul aan waar nodig:
2. Vertaal:
3. Vertaal:
4. Schrijf in het enkelvoud.
5. Welke drie woorden staan hier? Kijk maar eens heeeeeeel goed... Je bent nu klaar om naar de volgende les te gaan. Ga naar les 3. |