Wikijunior:Schaken voor beginners/Verplaatsen van stukken
Elk stuk heeft een vaste manier van bewegen. Sommige stukken mogen meer dan andere, dat wil zeggen dat ze zich per beurt over meer velden dan andere mogen verplaatsen. Stukken mogen verder alleen naar een veld verplaatst worden dat:
- leeg is
- door een stuk van de tegenstander bezet is; het stuk van de tegenstander wordt dan van het schaakbord weggenomen. Dit noemen we slaan. In principe kan elk stuk elk ander stuk van de tegenpartij slaan.
Je mag dus nooit je eigen stukken slaan! Verder gelden er voor de koning nog een aantal beperkingen; hij mag zichzelf namelijk nooit "schaak" zetten.
Koning
bewerkenDe koning mag per keer 1 veld opschuiven in horizontale, verticale of diagonale richting. Verder is er nog bijzondere zet die ergens anders wordt uitgelegd
De mogelijke zetten voor de dame
| ||||||||
8 | ||||||||
7 | ||||||||
6 | ||||||||
5 | ||||||||
4 | ||||||||
3 | ||||||||
2 | ||||||||
1 | ||||||||
a | b | c | d | e | f | g | h | |
De witte dame kan het zwarte paard slaan
|
Dame
bewerkenDe dame mag zich 1 of meer velden verplaatsen in horizontale, verticale of diagonale richting. Maar de dame mag nooit over stukken heen springen, niet van de eigen kleur en ook niet over de andere kleur.
Toren
bewerkenDe toren mag zich 1 of meer velden verplaatsen in horizontale of verticale richting. Ook voor de toren geldt dat die niet over andere stukken heen kan springen.
De mogelijke zetten voor de loper
| ||||||||
8 | ||||||||
7 | ||||||||
6 | ||||||||
5 | ||||||||
4 | ||||||||
3 | ||||||||
2 | ||||||||
1 | ||||||||
a | b | c | d | e | f | g | h | |
De witte loper kan de zwarte toren slaan
|
Loper
bewerkenDe loper mag zich 1 of meer velden verplaatsen in diagonale richting, zolang hij daarbij niet springt over de eigen stukken of de stukken van de tegenstander.
Een loper die begint op een wit veld zal nooit op een zwart veld terecht kunnen komen en een loper op een zwart veld zal nooit uit kunnen komen op een wit veld.
De mogelijke zetten voor het zwarte paard op c4
| ||||||||
8 | ||||||||
7 | ||||||||
6 | ||||||||
5 | ||||||||
4 | ||||||||
3 | ||||||||
2 | ||||||||
1 | ||||||||
a | b | c | d | e | f | g | h | |
Een paard kan maximaal acht verschillende zetten doen
|
Paard
bewerkenEen paard verplaatst zich in de paardensprong. Een paardensprong bestaat uit een stap van 2 velden horizontaal of verticaal en daarna 1 stap opzij. Een paard is het enige stuk dat wel over andere stukken heen mag springen.
8 | ||||||||
7 | ||||||||
6 | ||||||||
5 | ||||||||
4 | ||||||||
3 | ||||||||
2 | ||||||||
1 | ||||||||
a | b | c | d | e | f | g | h | |
De zetten die een pion mag doen
|
Pion
bewerkenDe pion is het enige stuk dat niet achteruit mag. Een witte pion kan alleen maar naar boven lopen en een zwarte pion alleen naar beneden. Zolang de pion nog op de beginplaats staat, 2e rij voor wit, 7e rij voor zwart, dan mag de pion twee stappen naar voren gaan. Staat de pion echter al in het veld dan mag de pion alleen nog maar een stapje vooruit. Slaan is een bijzonder geval bij de pion. Alle andere stukken slaan ook volgens hoe ze lopen. De pion mag alleen maar schuin slaan. De witte pion op d6 mag nu bijvoorbeeld de pion op e7 slaan, het is niet verplicht, de pion mag ook gewoon een stapje naar voren zetten. Er zijn nog twee speciale zetten die ergens anders worden uitgelegd.