Basiskennis chemie 5/Waterevenwicht
Kz en Kb
Gemeenschappelijke notatie
Buiten het feit dat vergelijking 1 en vergelijking 2 beide over een constante gaan, lijkt er weinig overeenkomst tussen die twee. De overeenkomst ontstaat wel als je je de definities van een zuur en een base realiseert.
In vergelijking 1 is dat , in vergelijking 2 is dat
In vergelijking 1 is dat , in vergelijking 2 is dat
- HZ en Z- in de eerste vergelijking vormen een zuur (HZ) met zijn geconjugeerde base (Z-) of, van de andere kant bezien, een base (Z-) met zijn geconjugeerde zuur (Z-).
- B en HB+ in de tweede vergelijking vormen een base (B) met zijn geconjugeerde zuur (HB+) of, van de andere kant bezien, een zuur (HB+) met zijn geconjugeerde base (B).
Verg. 3
Kb
Kz maal Kb
Combineer je nu de vergelijkingen 1 en 3 met elkaar in een vermenigvuldiging dan vind je:
Verg. 4
Het rechter lid van vergelijking 4 kan ook anders geschreven worden, waardoor duidelijk is dat de factoren [HZ] en [Z-] zowel in de teller als de noemer van de breuk voorkomen, en dus tegen elkaar weggedeeld kunnen worden:
Verg. 5
Het rechter deel van vergelijking 5 (zonder het deel met de breuk) ben je al tegengekomen bij de bespreking van het waterevenwicht. Blijkbaar zijn de zuursterkte van een zuur en de base-sterkte van de geconjugeerde base van het zuur aan elkaar gekoppeld en is het product gelijk aan de waterconstante. Je kunt dit controleren door voor een aantal zuren in tabel 49 (BINAS) de waarde van en met elkaar te vermenigvuldigen. Er komt steeds 10-14 uit!
Kz * Kb = Kw