Farmacologie/Calciumantagonisten
Inleiding
bewerkenHet gebruik van calciumantagonisten is geïndiceerd bij:
Chemische structuur
bewerkenEr bestaan veel chemisch verschillende structuren met eenzelfde calciumantagonerende werking aangezien ze allen als aangrijpingspunt de spanningsafhankelijke calciumkanalen hebben (de L-kanalen).
Werkingsmechanisme
bewerkenDe calciumantagonisten inhiberen het calciumtransport transmembranair. Deze werking wordt tegengewerkt indien de calciumconcentratie extracellulair verhoogd wordt.
Farmacokinetische eigenschappen
bewerkenFarmacodynamische eigenschappen
bewerkenVerapamil
bewerkenVerapamil veroorzaakt een inhibitie van de geleiding en de contractie ter hoogte van het hart en inhibitie van de vasoconstrictie.
- Angor en hypertensie: orale toediening
- Supraventriculaire tachycardie: intraveneuze toediening
Dihydropyridines
bewerkenMinder hartspecifiek, wel vasodilaterend. De dihydropyridines verschillen onderling in vasospecificiteit.
- Angor en hypertensie
- Cerebraal vaatspasme bij subarachnoïdale bloedingen (met risico op ischemisch lijden): preventief gebruik
- Syndroom van Raynaud
Diltiazem
bewerkenWerkzaamheid houdt het midden tussen beide voorgaande klassen van calciumantagonisten. Vooral gebruikt bij:
- Angor
Hemodynamische eigenschappen
bewerken- Negatief inotroop effect door verminderde myocardcontractie
- Negatief chronotroop effect door de vertraagde geleiding en de verlengde refractaire periode in de atrio-ventriculaire knoop (AV-knoop). Doch mate van reflextachycardie bepaalt uiteindelijk hartritme.
- Bloeddrukdaling door vasodilatatie ten gevolge van relaxatie van gladde spiercellen.
Bijwerkingen en contra-indicaties
bewerkenBijwerkingen
bewerkenContra-indicaties
bewerkenWegens gevaar voor cardiovasculair collaps is de intraveneuze toediening van Verapamil gecontraïndiceerd bij:
- Beta-blokkergebruik
- Syndroom van Wolff-Parkinson-White
- Ventrikeltachycardie