Gedichten uit de wereldliteratuur/After Death
Het gedicht van Christina Rossetti met Nederlandse vertaling
bewerkenAfter Death is een petrarcaans sonnet van Christina Rossetti waarin de spreker, een overleden vrouw, zich richt tot een man die aan haar sterfbed staat. Ze maakt de lezer erop attent dat de man niet bereid is het lichaam van de vrouw aan te raken, waaruit de conclusie kan worden getrokken dat hij dit waarschijnlijk ook niet deed toen ze nog leefde. De spreker in het gedicht bekritiseert de man omdat hij medelijden met haar heeft wanneer ze dood is, en niet om haar gaf toen ze nog leefde. Zij lijkt vrede te hebben met het feit dat ze dood is en de man nog leeft.
Het oorspronkelijke gedicht
bewerkenAfter Death door Christina Rossetti
The curtains were half drawn, the floor was swept
And strewn with rushes, rosemary and may
Lay thick upon the bed on which I lay,
Where through the lattice ivy-shadows crept.
He leaned above me, thinking that I slept
And could not hear him; but I heard him say,
‘Poor child, poor child’: and as he turned away
Came a deep silence, and I knew he wept.
He did not touch the shroud, or raise the fold
That hid my face, or take my hand in his,
Or ruffle the smooth pillows for my head:
He did not love me living; but once dead
He pitied me; and very sweet it is
To know he still is warm though I am cold.
Letterlijke vertaling
bewerkenNa de dood
De gordijnen waren half dichtgetrokken, de vloer was geveegd
En dik bezaaid met biezen, rozemarijn en meidoorn
Op het bed waarop ik lag,
Waarlangs door het traliewerk klimopschaduwen kropen.
Hij leunde boven mij en dacht dat ik sliep
Ik kon hem niet horen; maar ik hoorde hem zeggen:
‘Arm kind, arm kind’: en terwijl hij zich omdraaide
volgde er een diepe stilte en ik wist dat hij huilde.
Hij raakte de lijkwade niet aan en trok de vouw niet omhoog
Die mijn gezicht verborg, en nam mijn hand niet in de zijne,
Of schikte de gladde kussens voor mijn hoofd:
Hij hield niet van mij terwijl ik leefde; maar een keer dood
Had hij medelijden met mij; en heel aangenaam is het
Om te weten dat hij nog steeds warm is, ook al heb ik het koud.