Gedichten uit de wereldliteratuur/Ic sach noyt so roden mont

Gedichten uit de wereldliteratuur
Hertog Jan, de "dichter te paard" trekt ten strijde. Illustratie uit de Codex Manesse, waarin de liefdeslyriek van de hertog werd opgetekend.
Ic sach noyt so roden mont (Hertog Jan van Brabant, 13e eeuw)
Ic sach noyt so roden mont
Noch oec so minlike oegen,
Als si heeft, die mi heeft gewont
Al in dat herte dogen.
Doch leve ic in hogen
Ende hope des loen ontfaen:
Geeft si mi qualen dogen
Si mach mis beteren saen.
Lief, mi hevet u minne
So vriendelike bevaen,
Dat ic u met sinne
Moete wese onderdaen.
Mi es wale, als ic mach sijn
Bi minre scone vrouwen,
Ende ic danne haer claer anscijn
Ende haer gelaet mach scouwen.
God verde si van rouwen!
Si es so wale gedaen,
Dat ic haer bi trouwen
Moete tallen dienste staen.
Lief, mi hevet u minne
So vriendelike bevaen,
Dat ic u met sinne
Moete wese onderdaen.


Hertaling (door wikibookauteurs)
Nooit zag ik zulke rode mond
Of zulke lieve ogen
Als die van haar, die mij heeft verwond
Zo doorstaat mijn hart die smart.
Toch blijf ik welgemoed
En hoop beloond te worden:
Als zij mij zo kan kwetsen
Kan zij ook mijn wonden helen.
Liefste, mij heeft uw liefde
Zo innig ontroerd,
Dat ik met heel mijn hart
Uw onderdaan wil zijn
Ik voel me goed als ik
Bij mijn schone vrouw mag zijn,
Zodat ik haar stralend aanschijn
En haar gezicht mag aanschouwen.
Dat God haar spare van verdriet!
Ze is zo uitzonderlijk
Dat ik haar te allen tijde
Trouw ten dienste moet staan.
Liefste, mij heeft uw liefde
Zo innig ontroerd,
Dat ik met heel mijn hart
Uw onderdaan wil zijn.
Informatie afkomstig van https://nl.wikibooks.org Wikibooks NL.
Wikibooks NL is onderdeel van de wikimediafoundation.